Pedagogen roemen het: het nieuwsgierige kind. Het kind dat vragen stelt, over alles, want het is heel leergierig. Zijn behoefte naar kennis is groot en wij opvoeders moeten dit stimuleren met uitgebreide en duidelijke antwoorden. Nooit mogen wij deze honger naar kennis enigszins afzwakken, iedere vraag moet geduldig, liefdevol en uitgebreid beantwoord worden. Niet enkel dienen deze vragen met woorden beantwoord te worden, nee, als het even kan, is beeldmateriaal of audio het minste wat bij een goede uitleg om de hoek komt kijken. Verboden zijn de antwoorden: 'daarom' en 'omdat ik het zeg'. Niets is zo dodelijk voor de honger van het nieuwsgierige kind, zo kwetsend voor de fantasie, als een 'daarom'.
Leergierig is goed, leuk ook. Zoonlief kreeg op zijn Nintendo DS het spel 'Lego Star Wars' en sinds dien is zijn honger naar kennis over Star Wars niet te stillen. Hij leest er alles over, heeft het er met vriendjes over en kwam helemaal enthousiast thuis met het verhaal dat er waarschijnlijk een Star Wars 7 aan zat te komen! Toen ik grapte dat, kom hoe heet hij ook al weer, zeker zonder geld zat en daarom een deel 7 op de markt ging brengen, zei hij doodleuk: 'Je bedoelt George Lucas zeker?'.
Hij kent alle personages uit alle films. Hij heeft vorige week de eerste film mogen kijken, hij wist al helemaal hoe de film ging en wat er precies ging gebeuren. Uiteraard word ik weleens (oke, met regelmaat) doodmoe van alle Star Wars verhalen. Vooral de weg van en naar school zijn uitgelezen kansen om mij te overhoren over Star Wars. 'Weet jij... ik wel!, namelijk...' en dan is meneer gerust tien minuten aan het woord en heb ik hooguit 10 seconden begrepen waar hij het over had. Ik weet wel waarom hij de wandelingen uitkiest voor de verhalen: ik kan nergens heen. Ik ben gedwongen om te luisteren. Thuis ga ik ondertussen de vaatwasser uitruimen, of de tafel dekken. Maar van en naar school, dat is vier keer per dag zeker tien minuten onverdeelde aandacht. Zijn zusje loopt met haar ene hand in mijn hand en de van de andere hand zit haar duim in haar mond. Ze weet ook alles van Star Wars, van haar broer geleerd. Haar vervelen de verhalen nooit en ze luistert, iedere dag weer, vol interesse.
Dit soort specifieke leergierigheid, leuk, goed, soms beetje vermoeiend, maar te doen. We grappen regelmatig dat we hopen dat als hij straks net zoveel interesse in een taal of in wiskunde heeft, we ook heel blij zijn.
Er is ook nog een ander soort nieuwsgierigheid, dat in de vorm van vragen. Kinderen zijn verwonderd over de wereld. Snap ik. Ik begrijp ook heel veel niet. En dan kun je daar een vraag over stellen, prima. Geef ik antwoord op, verwonder mee, of geef uitleg, met of zonder hulpmiddelen. Maar er zijn grenzen. Ik krijg sterk de indruk dat kinderen weten van die pedagogen die hebben gezegd dat je geen 'daarom' meer mag zeggen. Dat vinden ze zelf ook heel vervelend, want mag je je als kind ook nog gewoon iets afvragen zonder dat je een uitgebreid antwoord krijgt waardoor je je volgende vraag alweer bent vergeten?
En dus hebben kinderen een deal met elkaar gemaakt, we gaan zoveel vragen, dat ze wel weer moeten gaan antwoorden met 'daarom'!
Kinderen stellen gemiddeld 288 vragen per dag. Ik heb er twee, tel maar uit. Geen wonder dat ik moe ben aan het einde van een dag en dat mijn zus naar haar werk gaat om uit te rusten.
Om te bewijzen dat het gewoon een complot is van de kids hier een greep uit de vragen van de afgelopen week:
'Waarom moet ik een jas aan?'
'Waarom regent het dan?'
'Waarom is het zo heet?'
'Waarom is het warm als het 30 graden is?'
'Waarom wordt het niet koeler?'
'Waarom gaan we lopen naar school?'
'Waarom is met de auto gaan zonde?'
'Waarom vliegt die vogel niet weg?'
'Waarom heeft hij geen zin om te vliegen?'
'Waarom is hij moe?'
'Waarom heeft hij dan niet rustiger aan gedaan?'
'Waarom is het gras gemaaid?'
'Waarom ruimen ze dat gras dan niet even op?'
'Waarom moet ik twee boterhammen?'
'Waarom moet ik groot worden?'
'Als ik niet groot wil worden, mag ik dan maar 1 boterham?'
'Waarom niet?'
'Waarom heeft Biko lange haren?'
'Waarom hoort dat zo?'
'Waarom hebben alle andere Aushonden dat ook?'
'Waarom maken ze dan geen Aushond met korter haar?'
'Waarom eten we zoveel lekkere dingen deze week?'
'Waarom mag ik geen twee snoepjes?'
'Waarom is dat niet goed voor mijn tanden?'
'Waarom krijg je van suiker gaatjes?'
'Waarom bestaat er geen suiker waar je geen gaatjes van krijgt?'
'Waarom weet je dat niet?'
'Waarom heb jij zo'n wijde broek aan?'
'Waarom vind je dat leuk?'
'Waarom geef je eerst Biko te eten en dan de katten?'
'Waarom doe je dat dan niet andersom?'
'Waarom mag ik maar een kwartier op de DS?'
'Waarom is gewoon spelen goed voor me?'
'Waarom gaan we picknicken?'
'Waarom mag ik geen twee ijsjes?'
'Waarom kunnen eenden zwemmen én vliegen?'
'Waarom kan een mus dan niet zwemmen?'
'Waarom moet ik altijd als eerste onder de douche?'
'Waarom kunnen we geen babykatje houden?'
'Waarom hebben we er al genoeg?'
'Waarom zijn papa en jij nog niet getrouwd?'
'Wanneer gaan jullie dan trouwen?'
'Waarom moet ik dat aan papa vragen?'
'Wanneer gaan papa en jij vrijen om een kindje te maken?'
'Waarom weet je dat niet?'
'Waarom heb je zo'n dikke buik als er geen kindje in zit?'
'Waarom heb je buikvet?'
'Waarom hou je van snoepen?'
'Waarom ga je dan niet sporten?'
'Waarom kijk je zo boos?'
'Waarom heeft Opa zijn sleutelbotje gebroken?'
'Waarom liep hij tegen een fietsenstalling aan?'
'Waarom lette Opa dan niet goed op?'
'Waarom kunnen ze Opa niet een andere keer opereren zodat ik niet over hoef te blijven?'
'Waarom houden ze daar geen rekening mee?'
'Oma, waarom ben jij zo dik?'
'Waarom mag ik dat niet vragen, Oma is toch dik?'
En de ergste:
'Waarom, daarom?'
Stiefmoeder? Nee dat kan niet meer! De nieuwe vrouw van papa moet vooral leuk zijn en laten we eerlijk zijn, 'stiefmoeder' klinkt vooral eng. Onze kids waren dan ook aangenaam verrast dat ik geen dikke pukkel op mijn neus had. Hij is 10, zij is 8 en het zijn mijn bonuskinderen. In oktober 2014 is hun zusje geboren!
maandag 24 juni 2013
donderdag 23 mei 2013
Jolanda
'Ze is zwanger'.
Het moest gezegd worden.
Ze wist niet wat ze moest antwoorden, dus zei ze maar niets. Ze lagen naast elkaar in bed. Ze stond op, pakte twee limonadeglazen en vulde ze voor de helft met Wodka, gaf er eentje aan hem.
'Wat leuk voor jullie. Gefeliciteerd.' zei ze terwijl ze op bed ging zitten. 'Hoe lang al?'
Hij antwoordde dat hij het zelf net wist, het moest nog wel even geheim blijven.
'Geen zorgen, ik zeg niets'. Tegen wie moest ze wat zeggen?
Hij moest er weer vandoor. Zijn dochter van school halen. Of hij vrijdagavond nog even langs kon komen, veel tijd had hij niet. Na de wedstrijd zou hij tegen zijn vrienden zeggen dat hij meteen naar huis ging en thuis zou hij vertellen dat hij nog wat gedronken had met zijn vrienden. Natuurlijk kon hij vrijdag komen. Ze had, even in de agenda kijken, nee, ze had niets anders.
Hij schoot in zijn kleding, riep bij de deur nog 'bedankt hè' en weg was hij. Ze had al zo vaak gevraagd of hij haar niet wilde bedanken na hun ontmoetingen. Dat voelde zo goedkoop. Hij hield toch van haar? Zij van hem? Dan bedank je elkaar toch niet?
'Sorry' zei hij dan. Om bij het weggaan toch nog te bedanken. Omdat hij dat ook deed.
Ze nam nog een slok, de wodka brandde in haar keel. Zwanger. Best knap, een vrouw zwanger maken waar je volgens eigen zeggen nooit seks mee hebt. Een vrouw die je niet aantrekkelijk vindt, die niet weet wat je nodig hebt (zij wel) en waar je bij weg wilt, maar daar nog even het juiste tijdstip voor moet zoeken.
Ze startte haar computer op, opende haar email. Hij had een speciaal adres voor haar aangemaakt, waar ze naar kon mailen. Onderwerp, dat moet iets zijn wat hij meteen wil lezen. 'Vrijdag' tikt ze in.
'Zeg, vraagje: hoe komt Jolanda eigenlijk zwanger? Jullie hebben toch nooit meer seks? Daar heeft ze toch nooit zin in? Kus.'
--
Twee streepjes! Ze gelooft het niet. Het kan niet. Is het echt? In de pauze rijdt ze naar de drogist. Haalt nog twee zwangerschapstesten, allebei van een ander merk. Voor de zekerheid.
Ze springt bijna uit haar vel van blijdschap. Dit moet hij weten! Ze stuurt hem een sms. 'Moet je wat vertellen. Ben je op tijd thuis?'.
Die middag komt niets van werken. Al jaren zorgt ze voor zijn dochter. Het is ook haar dochter geworden. Sarah was nog geen half jaar toen haar moeder besloot dat ze genoeg had van het 'huisje, boompje, beestje'. Ze bleek een ander te hebben die niet zat te wachten op een kind. Jolanda vond hem altijd al erg leuk, een toegewijde vader, alles voor zijn dochter. Ze hielp hem met Sarah. Ze kookte, deed de strijk, was een goede vriendin. Van het een kwam het ander. Ze trok bij hem in. Het hoorde zo.
En nu, nog een kindje. Van hun samen. Hij wou het eerst niet. Net als trouwen, maar zover had ze hem ook gekregen. Hij was teleurgesteld in het huwelijk, in vrouwen, in het leven. Maar ze had hem de zin van het leven weer laten zien. Dat geloofde ze echt.
Dus gingen ze trouwen en nu was ze zwanger.
--
Zijn grote liefde had hem verlaten. Hij had voor haar de wereld rond gevlogen. Hij had de wereld voor haar over. Hij had alles voor haar gedaan. Maar alles wat hij kon geven, het was niet genoeg.
Hij had hun dochter van de oppas gehaald. Om acht uur was ze nog niet thuis. Hij had zitten wachten, minuut na minuut, uur na uur. Hij had familie gebeld, vrienden, uiteindelijk alle ziekenhuizen in de buurt en de politie.
Toen toch maar naar bed, hij wilde zijn tanden gaan poetsen, maar de tandpasta was weg. Haar tandenborstel was weg. Hij trok de kledingkast open. Haar kleding was weg. Hij liep naar beneden, de foto van haar ouders die altijd op het kastje in de gang had gestaan, weg. Waarom was hem dat niet eerder opgevallen?
Sarah begon te huilen. Hij kreeg haar niet stil.
Gezworen had hij, op dat moment, dat Sarah degene was voor wie hij leefde. Zijn dochter, zij had zijn hart. Het zou haar aan niets ontbreken, alles zou hij voor haar doen. De rest van de wereld kon dood vallen.
Ze kwam niet meer terug. Een paar dagen later kwam hij thuis van zijn werk, zijn moeder had op Sarah gepast, de halve huisraad was weg. Zelf het bestek was meegenomen. Het was bestek geweest wat ze voor hun huwelijk hadden gekregen. Net als het servies. Ook weg. Dezelfde avond zette hij nieuwe sloten op de deur en de volgende ochtend belde hij een advocaat. Hij durfde Sarah niet meer naar de oppas te brengen in de angst dat zij ook ineens opgehaald bleek te zijn.
Zijn werkgever had tot nu toe begrip gehad voor zijn situatie, maar hij voelde de rek, zeker bij zijn collega's, die was er bijna uit.
Opvallend vaak stond Jolanda voor de deur. Dan had ze wat teveel gekookt en had wat voor hem bewaard. En als ze er toch was, zou ze dan meteen even de strijk voor hem doen? Met die gekreukte overhemden kon hij toch niet naar zijn werk?
Hij vond het wel goed. Sarah was rustig bij haar. Als Sarah op bed lag dronken ze nog een wijntje, keken wat tv. Ze was totaal niet zijn type. Maar ze was er wel. Hij had meer te doen dan met twee handen en 24 uur in een dag, mogelijk was. Hij wist wel dat zij meer wou, dat ze hém wou. Zijn grote liefde, zijn enige liefde, zij was weg. Ze wou niet eens terug komen. Sarah had een moeder nodig, hij had een vrouw nodig. Zij bood zich aan. Zo simpel was het.
--
Hij had tegen haar gelogen. Dat wist ze nu wel zeker. 'Wat verwacht je nou?' zei ze tegen zichzelf, 'dat iemand die vreemd gaat met jou, eerlijk tegen je is?'. Had ze het niet ook gewoon verdiend? Met haar stoere praat. Dat hij getrouwd was vond ze zijn probleem, niet dat van haar. Zij kon haar man blijkbaar niet bij zich houden, niet haar probleem. Ze had hem nooit gevraagd bij haar weg te gaan. Hij had haar zelf gezegd dat zij belangrijk voor hem was, dat zij snapte hoe hij in elkaar zat. Dat hij bij haar wilde zijn. Ze geloofde het. Ze was van hem gaan houden.
Het was vrijdag. 'Luister' zei hij, 'het is Sarah. Ik kon het niet alleen. Jolanda was daar. Ik kon het echt niet alleen, Sarah had een moeder nodig. Nu wou ze graag een kind, na alles wat ze voor mij heeft gedaan, moet ik haar dat ontzeggen? Had ik jou maar eerder ontmoet.'
Voor het eerst huilde ze waar hij bij was.
'Stil maar, niet huilen. Als mijn dochter wat ouder is, dan kan ik wel bij haar weg. We hebben het zo toch ook leuk? Stil nou maar. Niet huilen, alsjeblieft.'
Hij moet weg, anders is hij te laat thuis. Ze snapt het wel toch?
Ja, ze snapt het wel.
--
Wat een feest, haar dochter gaat trouwen. Nou ja, haar dochter, het kind waar ze al meer dan 26 jaar voor zorgt, gaat trouwen. Het kind wat haar 'mama' noemt en wat ze een broertje heeft gegeven. Het kind waarvan ze haar studie heeft bekostigd, haar flat heeft ingericht en haar trouwjurk heeft gegeven. Waarvoor ze overigens bedankte. Papa had de jurk nog liggen waarin haar echte moeder was getrouwd met haar vader. Die wou ze aan. Dat begreep ze toch wel?
Eigenlijk begreep ze er helemaal niets van. Niet waarom ze die jurk zou willen dragen en al helemaal niet waarom haar ex-man de jurk had bewaard waarin hij getrouwd was met dat kreng. Zo noemde hij haar zelf, dat had zij niet verzonnen. Kreng met hoofdletter K.
De haat voor haar is wat hun in eerste instantie bond. Met zijn tweeën konden ze prima op tegen het Kreng.
Het was meteen na het verlovingsfeest dat hij zei dat hij met haar moest praten. Hij wilde scheiden. Het lag echt niet aan haar, ze was heel goed voor hem geweest. Voor hem en voor zijn dochter. Hij noemde hun zoon niet eens, dat had haar nog het meest geraakt. Hij was niet gelukkig en had ingezien dat hij haar zo ook niet gelukkig kon maken. Het was mooi geweest, mooie jaren, maar het was genoeg. Hij zag zich niet de rest van zijn leven met haar doorbrengen. Het klonk hard, dat vond hij zelf ook, maar het was de waarheid. Daar had ze recht op volgens hem.
Ze had moeten lachen. Hij had dat niet begrepen. Recht op de waarheid. Dat is nieuw.
Ze had het wel geweten, de andere vrouwen, de zogenaamde 'goed bevriende collega's', het drinken met vrienden na een wedstrijd. Het hardlopen. Alleen kwam hij altijd met schone schoenen thuis. 'Lekker gelopen?' vroeg ze dan. 'Heerlijk!' was zijn antwoord. Meteen onder douche. Hij reed met de auto naar het bos, om daar hard te gaan lopen. Dat liep veel lekkerder dan in de wijk. Zijn nieuwe hardloopschoenen versleten niet en ze werden niet vies. Maar ze deed of ze niets door had. Ze deed gewoon niet goed genoeg haar best. Ze kon méér doen, ze kon beter. Dus zorgde ze voor een perfect huishouden, streek zijn overhemden precies zoals hij het wou, zijn lievelings altijd bovenop, zodat hij hem zo kon pakken. Ze zorgde voor lekker eten, voor de juiste wijn, voor weekendjes weg. Ze werkte zich drie slagen in de rondte, zodat ze een mooier huis konden kopen in een betere buurt. Zodat ze hem kom verrassen met weekendjes weg, vakanties naar verre bestemmingen. Als hij nog niet van haar hield, dan zou ze er voor zorgen dat hij wel van haar moest houden.
Met Sarah bouwde ze een sterke band op. Zijn dochter was zijn meest belangrijke bezit. Ze zorgde voor haar, deed haar in bad, luisterde naar haar verhalen op school, ging naar ouderavonden, overhoorde haar huiswerk, hielp haar met haar werkstukken, loste problemen met vriendjes op, droogde haar tranen.
Nu was ze pas 54 geworden. Haar zoon bleef bij haar wonen, maar voor hoelang? Hij vertrok. Ze zou hem op de bruiloft pas weer zien. Sarah had gevraagd of ze het erg had gevonden als hij zijn nieuwe vriendin mee zou nemen naar de bruiloft. Ja, dat had ze erg gevonden. Dat zei ze niet.
Ze was moe, zo moe. Was dit haar leven? Had ze zoveel gegeven om zo weinig te krijgen?
Haar zoon had zijn eigen leven. Na school was hij bij vrienden en in het weekend vaak bij zijn vriendin. Waar was haar leven?
'Je vindt wel weer iemand' had haar moeder gezegd. Je bent nog zo jong.
'Ja,' had ze gedacht, 'vergeleken jou wel mam.'
Ze wil niemand meer vinden. Ze wil niet meer zorgen. Ze wil niet meer falen. Haar kinderen zijn groot, ze redden zichzelf. Niemand heeft haar meer nodig.
Ze wil niet meer. Ze wil dood.
Ze is naar de huisarts geweest. Ze kan niet slapen. Gezien de omstandigheden begreep hij dat goed en gaf haar voor een maand slaaptabletten mee. Met nog een herhaling voor de volgende maand. Dan hoeft ze nog maar vier weken te wachten. Kan ze de bruiloft nog meemaken.
Met de dood in het vooruitzicht is die bruiloft best te doen. In zichzelf neemt ze van iedereen afscheid. Ze praat nog even met hem, complimenteert hem met zijn prachtige dochter. Hij zegt dat het ook haar dochter is. In haar hoofd bedankt ze hem daarvoor. Ze wenst hem veel geluk voordat ze zich omdraait en wegloopt.
Op de rand van haar bed drukt ze de 6 strippen Temazepam in een kommetje. Ze heeft op internet gelezen dat innemen met alcohol er voor zorgt dat ze sneller weg is. Haar telefoon heeft ze uitgezet. De pillen staan klaar, een glas, een fles wodka. Voor ze de pillen inneemt dwingt ze zich haar leven nog één keer voor zich te halen. Ze denkt aan haar ouders, haar lagere schooltijd, hoe ze hem ontmoet heeft, Sarah en haar zoon. Ze zijn er klaar voor, dat is wat ze goed heeft gedaan in haar leven, ze heeft hen voorbereid op een leven zonder haar. Dat was haar taak. Het is haar gelukt. Ze kan gaan.
Het moest gezegd worden.
Ze wist niet wat ze moest antwoorden, dus zei ze maar niets. Ze lagen naast elkaar in bed. Ze stond op, pakte twee limonadeglazen en vulde ze voor de helft met Wodka, gaf er eentje aan hem.
'Wat leuk voor jullie. Gefeliciteerd.' zei ze terwijl ze op bed ging zitten. 'Hoe lang al?'
Hij antwoordde dat hij het zelf net wist, het moest nog wel even geheim blijven.
'Geen zorgen, ik zeg niets'. Tegen wie moest ze wat zeggen?
Hij moest er weer vandoor. Zijn dochter van school halen. Of hij vrijdagavond nog even langs kon komen, veel tijd had hij niet. Na de wedstrijd zou hij tegen zijn vrienden zeggen dat hij meteen naar huis ging en thuis zou hij vertellen dat hij nog wat gedronken had met zijn vrienden. Natuurlijk kon hij vrijdag komen. Ze had, even in de agenda kijken, nee, ze had niets anders.
Hij schoot in zijn kleding, riep bij de deur nog 'bedankt hè' en weg was hij. Ze had al zo vaak gevraagd of hij haar niet wilde bedanken na hun ontmoetingen. Dat voelde zo goedkoop. Hij hield toch van haar? Zij van hem? Dan bedank je elkaar toch niet?
'Sorry' zei hij dan. Om bij het weggaan toch nog te bedanken. Omdat hij dat ook deed.
Ze nam nog een slok, de wodka brandde in haar keel. Zwanger. Best knap, een vrouw zwanger maken waar je volgens eigen zeggen nooit seks mee hebt. Een vrouw die je niet aantrekkelijk vindt, die niet weet wat je nodig hebt (zij wel) en waar je bij weg wilt, maar daar nog even het juiste tijdstip voor moet zoeken.
Ze startte haar computer op, opende haar email. Hij had een speciaal adres voor haar aangemaakt, waar ze naar kon mailen. Onderwerp, dat moet iets zijn wat hij meteen wil lezen. 'Vrijdag' tikt ze in.
'Zeg, vraagje: hoe komt Jolanda eigenlijk zwanger? Jullie hebben toch nooit meer seks? Daar heeft ze toch nooit zin in? Kus.'
--
Twee streepjes! Ze gelooft het niet. Het kan niet. Is het echt? In de pauze rijdt ze naar de drogist. Haalt nog twee zwangerschapstesten, allebei van een ander merk. Voor de zekerheid.
Ze springt bijna uit haar vel van blijdschap. Dit moet hij weten! Ze stuurt hem een sms. 'Moet je wat vertellen. Ben je op tijd thuis?'.
Die middag komt niets van werken. Al jaren zorgt ze voor zijn dochter. Het is ook haar dochter geworden. Sarah was nog geen half jaar toen haar moeder besloot dat ze genoeg had van het 'huisje, boompje, beestje'. Ze bleek een ander te hebben die niet zat te wachten op een kind. Jolanda vond hem altijd al erg leuk, een toegewijde vader, alles voor zijn dochter. Ze hielp hem met Sarah. Ze kookte, deed de strijk, was een goede vriendin. Van het een kwam het ander. Ze trok bij hem in. Het hoorde zo.
En nu, nog een kindje. Van hun samen. Hij wou het eerst niet. Net als trouwen, maar zover had ze hem ook gekregen. Hij was teleurgesteld in het huwelijk, in vrouwen, in het leven. Maar ze had hem de zin van het leven weer laten zien. Dat geloofde ze echt.
Dus gingen ze trouwen en nu was ze zwanger.
--
Zijn grote liefde had hem verlaten. Hij had voor haar de wereld rond gevlogen. Hij had de wereld voor haar over. Hij had alles voor haar gedaan. Maar alles wat hij kon geven, het was niet genoeg.
Hij had hun dochter van de oppas gehaald. Om acht uur was ze nog niet thuis. Hij had zitten wachten, minuut na minuut, uur na uur. Hij had familie gebeld, vrienden, uiteindelijk alle ziekenhuizen in de buurt en de politie.
Toen toch maar naar bed, hij wilde zijn tanden gaan poetsen, maar de tandpasta was weg. Haar tandenborstel was weg. Hij trok de kledingkast open. Haar kleding was weg. Hij liep naar beneden, de foto van haar ouders die altijd op het kastje in de gang had gestaan, weg. Waarom was hem dat niet eerder opgevallen?
Sarah begon te huilen. Hij kreeg haar niet stil.
Gezworen had hij, op dat moment, dat Sarah degene was voor wie hij leefde. Zijn dochter, zij had zijn hart. Het zou haar aan niets ontbreken, alles zou hij voor haar doen. De rest van de wereld kon dood vallen.
Ze kwam niet meer terug. Een paar dagen later kwam hij thuis van zijn werk, zijn moeder had op Sarah gepast, de halve huisraad was weg. Zelf het bestek was meegenomen. Het was bestek geweest wat ze voor hun huwelijk hadden gekregen. Net als het servies. Ook weg. Dezelfde avond zette hij nieuwe sloten op de deur en de volgende ochtend belde hij een advocaat. Hij durfde Sarah niet meer naar de oppas te brengen in de angst dat zij ook ineens opgehaald bleek te zijn.
Zijn werkgever had tot nu toe begrip gehad voor zijn situatie, maar hij voelde de rek, zeker bij zijn collega's, die was er bijna uit.
Opvallend vaak stond Jolanda voor de deur. Dan had ze wat teveel gekookt en had wat voor hem bewaard. En als ze er toch was, zou ze dan meteen even de strijk voor hem doen? Met die gekreukte overhemden kon hij toch niet naar zijn werk?
Hij vond het wel goed. Sarah was rustig bij haar. Als Sarah op bed lag dronken ze nog een wijntje, keken wat tv. Ze was totaal niet zijn type. Maar ze was er wel. Hij had meer te doen dan met twee handen en 24 uur in een dag, mogelijk was. Hij wist wel dat zij meer wou, dat ze hém wou. Zijn grote liefde, zijn enige liefde, zij was weg. Ze wou niet eens terug komen. Sarah had een moeder nodig, hij had een vrouw nodig. Zij bood zich aan. Zo simpel was het.
--
Hij had tegen haar gelogen. Dat wist ze nu wel zeker. 'Wat verwacht je nou?' zei ze tegen zichzelf, 'dat iemand die vreemd gaat met jou, eerlijk tegen je is?'. Had ze het niet ook gewoon verdiend? Met haar stoere praat. Dat hij getrouwd was vond ze zijn probleem, niet dat van haar. Zij kon haar man blijkbaar niet bij zich houden, niet haar probleem. Ze had hem nooit gevraagd bij haar weg te gaan. Hij had haar zelf gezegd dat zij belangrijk voor hem was, dat zij snapte hoe hij in elkaar zat. Dat hij bij haar wilde zijn. Ze geloofde het. Ze was van hem gaan houden.
Het was vrijdag. 'Luister' zei hij, 'het is Sarah. Ik kon het niet alleen. Jolanda was daar. Ik kon het echt niet alleen, Sarah had een moeder nodig. Nu wou ze graag een kind, na alles wat ze voor mij heeft gedaan, moet ik haar dat ontzeggen? Had ik jou maar eerder ontmoet.'
Voor het eerst huilde ze waar hij bij was.
'Stil maar, niet huilen. Als mijn dochter wat ouder is, dan kan ik wel bij haar weg. We hebben het zo toch ook leuk? Stil nou maar. Niet huilen, alsjeblieft.'
Hij moet weg, anders is hij te laat thuis. Ze snapt het wel toch?
Ja, ze snapt het wel.
--
Wat een feest, haar dochter gaat trouwen. Nou ja, haar dochter, het kind waar ze al meer dan 26 jaar voor zorgt, gaat trouwen. Het kind wat haar 'mama' noemt en wat ze een broertje heeft gegeven. Het kind waarvan ze haar studie heeft bekostigd, haar flat heeft ingericht en haar trouwjurk heeft gegeven. Waarvoor ze overigens bedankte. Papa had de jurk nog liggen waarin haar echte moeder was getrouwd met haar vader. Die wou ze aan. Dat begreep ze toch wel?
Eigenlijk begreep ze er helemaal niets van. Niet waarom ze die jurk zou willen dragen en al helemaal niet waarom haar ex-man de jurk had bewaard waarin hij getrouwd was met dat kreng. Zo noemde hij haar zelf, dat had zij niet verzonnen. Kreng met hoofdletter K.
De haat voor haar is wat hun in eerste instantie bond. Met zijn tweeën konden ze prima op tegen het Kreng.
Het was meteen na het verlovingsfeest dat hij zei dat hij met haar moest praten. Hij wilde scheiden. Het lag echt niet aan haar, ze was heel goed voor hem geweest. Voor hem en voor zijn dochter. Hij noemde hun zoon niet eens, dat had haar nog het meest geraakt. Hij was niet gelukkig en had ingezien dat hij haar zo ook niet gelukkig kon maken. Het was mooi geweest, mooie jaren, maar het was genoeg. Hij zag zich niet de rest van zijn leven met haar doorbrengen. Het klonk hard, dat vond hij zelf ook, maar het was de waarheid. Daar had ze recht op volgens hem.
Ze had moeten lachen. Hij had dat niet begrepen. Recht op de waarheid. Dat is nieuw.
Ze had het wel geweten, de andere vrouwen, de zogenaamde 'goed bevriende collega's', het drinken met vrienden na een wedstrijd. Het hardlopen. Alleen kwam hij altijd met schone schoenen thuis. 'Lekker gelopen?' vroeg ze dan. 'Heerlijk!' was zijn antwoord. Meteen onder douche. Hij reed met de auto naar het bos, om daar hard te gaan lopen. Dat liep veel lekkerder dan in de wijk. Zijn nieuwe hardloopschoenen versleten niet en ze werden niet vies. Maar ze deed of ze niets door had. Ze deed gewoon niet goed genoeg haar best. Ze kon méér doen, ze kon beter. Dus zorgde ze voor een perfect huishouden, streek zijn overhemden precies zoals hij het wou, zijn lievelings altijd bovenop, zodat hij hem zo kon pakken. Ze zorgde voor lekker eten, voor de juiste wijn, voor weekendjes weg. Ze werkte zich drie slagen in de rondte, zodat ze een mooier huis konden kopen in een betere buurt. Zodat ze hem kom verrassen met weekendjes weg, vakanties naar verre bestemmingen. Als hij nog niet van haar hield, dan zou ze er voor zorgen dat hij wel van haar moest houden.
Met Sarah bouwde ze een sterke band op. Zijn dochter was zijn meest belangrijke bezit. Ze zorgde voor haar, deed haar in bad, luisterde naar haar verhalen op school, ging naar ouderavonden, overhoorde haar huiswerk, hielp haar met haar werkstukken, loste problemen met vriendjes op, droogde haar tranen.
Nu was ze pas 54 geworden. Haar zoon bleef bij haar wonen, maar voor hoelang? Hij vertrok. Ze zou hem op de bruiloft pas weer zien. Sarah had gevraagd of ze het erg had gevonden als hij zijn nieuwe vriendin mee zou nemen naar de bruiloft. Ja, dat had ze erg gevonden. Dat zei ze niet.
Ze was moe, zo moe. Was dit haar leven? Had ze zoveel gegeven om zo weinig te krijgen?
Haar zoon had zijn eigen leven. Na school was hij bij vrienden en in het weekend vaak bij zijn vriendin. Waar was haar leven?
'Je vindt wel weer iemand' had haar moeder gezegd. Je bent nog zo jong.
'Ja,' had ze gedacht, 'vergeleken jou wel mam.'
Ze wil niemand meer vinden. Ze wil niet meer zorgen. Ze wil niet meer falen. Haar kinderen zijn groot, ze redden zichzelf. Niemand heeft haar meer nodig.
Ze wil niet meer. Ze wil dood.
Ze is naar de huisarts geweest. Ze kan niet slapen. Gezien de omstandigheden begreep hij dat goed en gaf haar voor een maand slaaptabletten mee. Met nog een herhaling voor de volgende maand. Dan hoeft ze nog maar vier weken te wachten. Kan ze de bruiloft nog meemaken.
Met de dood in het vooruitzicht is die bruiloft best te doen. In zichzelf neemt ze van iedereen afscheid. Ze praat nog even met hem, complimenteert hem met zijn prachtige dochter. Hij zegt dat het ook haar dochter is. In haar hoofd bedankt ze hem daarvoor. Ze wenst hem veel geluk voordat ze zich omdraait en wegloopt.
Op de rand van haar bed drukt ze de 6 strippen Temazepam in een kommetje. Ze heeft op internet gelezen dat innemen met alcohol er voor zorgt dat ze sneller weg is. Haar telefoon heeft ze uitgezet. De pillen staan klaar, een glas, een fles wodka. Voor ze de pillen inneemt dwingt ze zich haar leven nog één keer voor zich te halen. Ze denkt aan haar ouders, haar lagere schooltijd, hoe ze hem ontmoet heeft, Sarah en haar zoon. Ze zijn er klaar voor, dat is wat ze goed heeft gedaan in haar leven, ze heeft hen voorbereid op een leven zonder haar. Dat was haar taak. Het is haar gelukt. Ze kan gaan.
maandag 18 maart 2013
Feedback
Je hoeft geen moeder te zijn om toch van het fenomeen gehoord te hebben: de vaders langs de kant van het voetbalveld die hun zoon 'aanmoedigen' en 'tips' geven. Tussen aanhalingstekens omdat:
Hoe anders is zwemles. Eerst zat ik boven op de tribune. Zwemles duurt 50 minuten en als je dochter in een nieuw badje zit is het enigszins boeiend om naar te kijken. Bij het zevende baantje 'kikkertje, visje, hap' lees ik toch verder waar ik vorige week bij basketbal gebleven was. Dat wil zeggen: als ik de kans krijg om ook maar een letter te lezen. Ik zat boven, op de tribune en voor dat ik mijn boek open deed keek ik opzij. Dom dom dom. Ik maakte oogcontact met mijn buurvrouw. Toen stak ze van wal. Over alle badjes die haar kind al gehad had, over oorontstekingen, buisjes, afwezige vaders, borstcrawl, roze oordoppen, badpak versus bikini, boze schooljuffen en tot overmaat van ramp: rammelende eierstokken. Geen letter gelezen.
Week erop maar aan de andere kant van de tribune gaan zitten. Meteen met mijn hoofd achter een dik tijdschrift. 'Hallo! Ik ben er ook weer hoor!' Wat een overbodige mededeling. Ze was er weer. Fijn. Bloedende oren, kan dat?
Deze week dacht ik slim te zijn, niks tribune, ik blijf gewoon beneden achter het glas zitten! Kan ik alles zien, is het minder heet EN kletskous had ik al naar boven zien gaan. Mooi! Dacht ik..
Vijftig minuten lang heb ik naast een gebarende, mopperende en vooral diep zuchtende moeder gezeten mét een blèrende peuter. Door het geblèr van haar peuter door kon ik haar horen zuchten met daarna de opmerking 'Wat is ze nou toch allemaal aan het doen?'. Heftig gebarend (mijn boek viel haast van mijn schoot zo schrok ik de eerste keer) naar haar dochter die 200 meter verderop niet hard genoeg zwom. Het enige kind met een badmuts op overigens. Ik keek het eens aan. Kind zwom gewoon. Op haar buik, daarna op haar rug. Ze was niet de snelste, niet de langzaamste. Ze ging soms wat scheef. Als ik dat zag, leunde ik alvast opzij, om de heftig gebarende armen van moeder te ontwijken. 'Zwem nou toch eens recht! Wat ben je toch allemaal aan het doen?!'
Was het de bedoeling dat ik daar antwoord op gaf? Ze was aan het zwemmen, beetje scheef, maar op je rug zwemmen en kijken waar je heen gaat is ook heel erg moeilijk.
Ondertussen had de huilende peuter zijn schoenen uitgetrokken. 'Die ga je zelf maar weer aantrekken!' Succes dacht ik nog, kind kan nog niet eens lopen.
De les was afgelopen, de kinderen mochten nog even in het water spelen. Gebaarmoeder gebaarde dat haar dochter niet mocht spelen. Trok dochter zich uiteraard niets van aan. Dus moeder gilt door het glas: 'Onder de douche jij, als je eens je best gaat doen mag je spelen!'. Kind kijkt, ziet een rood aangelopen moeder en draait zich om richting glijbaan. Wat een leuk kind!
In de kleedkamer staat Gebaarmoeder aan de andere kant, maar ik kan haar commentaar duidelijk horen. 'Je doet niet zó, maar zó en dat is niet goed! Wat had ik nou gezegd?'
Toegegeven, ik ben ook niet na iedere zwemles heel erg vrolijk. Als je in de snikhitte ziet dat de kleine dame lekker zit te kletsen met de buurvrouw iedere keer als de badjuffrouw niet oplet, dan kun je weleens geïrriteerd raken. Als je wilt dat je kind voor haar achttiende haar A diploma haalt, dan moet je af en toe even een kritische noot plaatsen. 'Af en toe' en 'even' kwamen niet in het woordenboek van deze moeder voor. Terwijl ze voor staat te doen hoe haar dochter voortaan moet duiken, staat haar dochter met haar duim in haar mond de andere kant op te kijken. 'Let nou eens op! Dat bedoel ik nou, jij let nooit op. Hoe moet je zo nou ooit iets leren? Kijk naar me, nu! Kijk hoe je moet duiken, ik doe het nog 1 keer voor.'
Eigenlijk wil ik er iets van zeggen. Vragen of ze zelf denkt dat dit gaat helpen. Of ze weleens van 'opbouwende kritiek' heeft gehoord en vooral: of er nog een einde komt aan haar tirade, want het begint mij toch ook echt behoorlijk te irriteren.
Ik hou me in. Want, leuk nieuws! Onze eigen kleine meid is door naar badje 3!
Vier weken geleden dacht ik nog dat ik een eigen stoel zou krijgen naast het zwembad, maar door toch een beetje streng te zijn en extra te oefenen met mama vind ze duiken niet meer eng, maar heel erg leuk! En door het gat zwemmen is niet langer reden tot buikpijn, maar een teleurstelling als het een keertje niet hoeft.
Om een beetje tegenwicht te bieden aan Gebaarmoeder en hopend misschien het goede voorbeeld te geven heb ik extra complimentjes gegeven. 'Zie je wel, oefenen helpt! Je hebt het hartstikke goed gedaan!'
Nog een week de tijd om na te denken waar ik volgende les zal gaan zitten...
- 'Aanmoedigen' zou moeten aanmoedigen en niet ontmoedigen.
- 'Schop nou eens tegen die bal', 'Loop nou eens door' & 'Sta daar niet als een standbeeld maar te staan' zijn geen tips. Dat noemen we kritiek.
Hoe anders is zwemles. Eerst zat ik boven op de tribune. Zwemles duurt 50 minuten en als je dochter in een nieuw badje zit is het enigszins boeiend om naar te kijken. Bij het zevende baantje 'kikkertje, visje, hap' lees ik toch verder waar ik vorige week bij basketbal gebleven was. Dat wil zeggen: als ik de kans krijg om ook maar een letter te lezen. Ik zat boven, op de tribune en voor dat ik mijn boek open deed keek ik opzij. Dom dom dom. Ik maakte oogcontact met mijn buurvrouw. Toen stak ze van wal. Over alle badjes die haar kind al gehad had, over oorontstekingen, buisjes, afwezige vaders, borstcrawl, roze oordoppen, badpak versus bikini, boze schooljuffen en tot overmaat van ramp: rammelende eierstokken. Geen letter gelezen.
Week erop maar aan de andere kant van de tribune gaan zitten. Meteen met mijn hoofd achter een dik tijdschrift. 'Hallo! Ik ben er ook weer hoor!' Wat een overbodige mededeling. Ze was er weer. Fijn. Bloedende oren, kan dat?
Deze week dacht ik slim te zijn, niks tribune, ik blijf gewoon beneden achter het glas zitten! Kan ik alles zien, is het minder heet EN kletskous had ik al naar boven zien gaan. Mooi! Dacht ik..
Vijftig minuten lang heb ik naast een gebarende, mopperende en vooral diep zuchtende moeder gezeten mét een blèrende peuter. Door het geblèr van haar peuter door kon ik haar horen zuchten met daarna de opmerking 'Wat is ze nou toch allemaal aan het doen?'. Heftig gebarend (mijn boek viel haast van mijn schoot zo schrok ik de eerste keer) naar haar dochter die 200 meter verderop niet hard genoeg zwom. Het enige kind met een badmuts op overigens. Ik keek het eens aan. Kind zwom gewoon. Op haar buik, daarna op haar rug. Ze was niet de snelste, niet de langzaamste. Ze ging soms wat scheef. Als ik dat zag, leunde ik alvast opzij, om de heftig gebarende armen van moeder te ontwijken. 'Zwem nou toch eens recht! Wat ben je toch allemaal aan het doen?!'
Was het de bedoeling dat ik daar antwoord op gaf? Ze was aan het zwemmen, beetje scheef, maar op je rug zwemmen en kijken waar je heen gaat is ook heel erg moeilijk.
Ondertussen had de huilende peuter zijn schoenen uitgetrokken. 'Die ga je zelf maar weer aantrekken!' Succes dacht ik nog, kind kan nog niet eens lopen.
De les was afgelopen, de kinderen mochten nog even in het water spelen. Gebaarmoeder gebaarde dat haar dochter niet mocht spelen. Trok dochter zich uiteraard niets van aan. Dus moeder gilt door het glas: 'Onder de douche jij, als je eens je best gaat doen mag je spelen!'. Kind kijkt, ziet een rood aangelopen moeder en draait zich om richting glijbaan. Wat een leuk kind!
In de kleedkamer staat Gebaarmoeder aan de andere kant, maar ik kan haar commentaar duidelijk horen. 'Je doet niet zó, maar zó en dat is niet goed! Wat had ik nou gezegd?'
Toegegeven, ik ben ook niet na iedere zwemles heel erg vrolijk. Als je in de snikhitte ziet dat de kleine dame lekker zit te kletsen met de buurvrouw iedere keer als de badjuffrouw niet oplet, dan kun je weleens geïrriteerd raken. Als je wilt dat je kind voor haar achttiende haar A diploma haalt, dan moet je af en toe even een kritische noot plaatsen. 'Af en toe' en 'even' kwamen niet in het woordenboek van deze moeder voor. Terwijl ze voor staat te doen hoe haar dochter voortaan moet duiken, staat haar dochter met haar duim in haar mond de andere kant op te kijken. 'Let nou eens op! Dat bedoel ik nou, jij let nooit op. Hoe moet je zo nou ooit iets leren? Kijk naar me, nu! Kijk hoe je moet duiken, ik doe het nog 1 keer voor.'
Eigenlijk wil ik er iets van zeggen. Vragen of ze zelf denkt dat dit gaat helpen. Of ze weleens van 'opbouwende kritiek' heeft gehoord en vooral: of er nog een einde komt aan haar tirade, want het begint mij toch ook echt behoorlijk te irriteren.
Ik hou me in. Want, leuk nieuws! Onze eigen kleine meid is door naar badje 3!
Vier weken geleden dacht ik nog dat ik een eigen stoel zou krijgen naast het zwembad, maar door toch een beetje streng te zijn en extra te oefenen met mama vind ze duiken niet meer eng, maar heel erg leuk! En door het gat zwemmen is niet langer reden tot buikpijn, maar een teleurstelling als het een keertje niet hoeft.
Om een beetje tegenwicht te bieden aan Gebaarmoeder en hopend misschien het goede voorbeeld te geven heb ik extra complimentjes gegeven. 'Zie je wel, oefenen helpt! Je hebt het hartstikke goed gedaan!'
Nog een week de tijd om na te denken waar ik volgende les zal gaan zitten...
dinsdag 22 januari 2013
Vrouwenstreken
Mijn vader heeft twee dochters en een vrouw natuurlijk.
Toen ik vertelde wat onze kleine meid deze week had uitgespookt zei hij dan ook meteen: 'Sja, dat zijn vrouwenstreken!'. En verdomd, hij heeft gelijk.
Na twee weken vakantie is het voor de kids altijd weer even wennen thuis. Ze zijn veel bij hun moeder geweest, leuke feestdagen gehad, lang opblijven en veel spelen. Thuis is het weer op tijd op, ontbijten, naar school en op tijd naar bed. We eten ook weer 'gewoon eten'. Geen gourmet, pannenkoeken en frietjes in 1 week. Dat vraagt wat aanpassingsvermogen. Waar hij een grote mond geeft (en daarna meteen sorry zegt), geeft zij je een blik waar je haast dood van neer zou vallen. Een sorry kun je vergeten.
Hij stampt op de trap of gooit toch met de bal door de kamer. Zij doet haar armen over elkaar en vertikt om nog iets te doen.
Ze heeft ook nog een andere tactiek, volgens mij speciaal ontwikkeld om mij op de kast te krijgen: me vertellen wat ik moet doen of vragen waarom ik iets doe. 'Waarom smeer je de boterhammen met dat mes, we hebben toch ook een ander mes?'
'Je kunt beter die andere bekers pakken, die zijn leuker.' 'Waarom doe je de boter zo dik?' 'Smeer papa zijn boterham ook maar alvast, dan kan hij zo meteen eten.' 'Pak je even mijn tas in?' 'Margje, pak je mijn jas nog van de kapstok? Ik sta hier al de hele tijd te wachten. En als je dan mijn jas pakt, pak dan meteen die van mijn broer.'
Tussen de middag herhaalt zich het hele tafereel. Ik krijg les in hoe ik de bordjes op tafel moet zetten, tot welke hoogte de melk in de bekers moet (dit schijn ik al tijden verkeerd te doen) en krijg tips over welk fruit ik beter kan kopen en wanneer. (want peren doen er langer over om rijp te worden)
Tijdens de lunch vertikt ze het om haar brood op te eten. Met moeite krijg ik er in drie kwartier 2 boterhammen in, een beker melk en een stuk fruit. Dat was wel 40 minuten vragen of ze wou eten. Waarbij ik toch de melk niet goed had ingeschonken, ik het verkeerde vlees had gekocht en de chocoladepasta een raar smaakje had.
's Middags begint ze al bij het terug lopen naar huis: 'Waarom stond je naast de moeder van Anna op het schoolplein?' 'Waarom lopen we altijd zo terug?'
Ik had me voorgenomen het nooit te zeggen maar ik doe het toch: 'Daarom!'
'Maar Margje, 'daarom' is helemaal geen antwoord!'.
Dat kan ik weerleggen. 'Daarom is reden, maar +wel een antwoord, het is een kort antwoord en je hebt er niets aan, maar het is wél een antwoord!'
'Niet'
'Wel'
'Niet'
'Wel'
'Niet'
'Daarom is wél een antwoord en daarmee is het klaar!' zeg ik streng en iets harder dan nodig.
Ik krijg een vernietigende blik en zie haar lippen het woord 'niet' maken. Ik besluit dat ik dat niet gezien heb. Ik spreek mezelf nog even streng toe. Wedijveren met een kind van net 6 over of 'daarom' een antwoord is en dan nog boos worden ook, ben ik nou volwassen?
De volgende dag hebben we het 'geval toetje'.
Al een paar dagen een uitdaging. Ze kan kiezen uit twee soorten vla. Ze wil ze geen van beide. Maar het is zuiveldag vandaag. Ik vraag haar om te kiezen, ze kijkt me boos aan en zegt nog een keer 'geen-van-beide!'. Mijn geduld is aardig op. Ik zeg dat ze kan kiezen en dat ik anders kies, maar dat ze toch een toetje moet eten. Ik krijg geen antwoord. Prima. Haar broer wil graag Vlaflip, haar vader ook en dus is het pak leeg en krijgt zij Bolletjesvla. Zodra ze het bakje voor haar neus heeft word ze boos. Want net toen ik het inschonk voor haar had ze willen zeggen dat ze Vlaflip wou, maar dat was ze vergeten. Ik geloof er niks van en zeg dat ze pech gehad heeft, ze heeft kunnen kiezen, ze koos niet en dus heeft ze nu bolletjesvla. Eet smakelijk.
En hier dames en heren is waar papa denkt, 'kom laat ik het eens oplossen'. Dat dacht papa niet vóór dat ik drie keer had gevraagd wat voor toetje zijn dochter wou, of toen ze geen antwoord gaf, of toen ik toch maar bolletjesvla in schonk, nee dat dacht meneer uitgerekend nu. Hij neemt een grote hap van zijn bakje vlaflip zodat er minder in het bakje zit en ruilt hem om met de bolletjevla van dochterlief. 'Zo beter?' vraagt hij. Met een uitgestreken glimlach naar mij zegt ze 'Ja pappie, dankjewel!'.
Van binnen ontplof ik en ik zeg zo rustig als mogelijk dat dit me nou niet zo'n goed idee lijkt. Maar het leed was al geschiedt, ik kook rustig verder in mijn eigen sop gaar.
De toetjes zijn op. Papa gaat boven nog even wat pakken.
De kleine meid komt naast me staan en vraagt met een heel lief stemmetje: 'Margje, ga jij zo met mijn broer naar basketbal of gaat papa mee?'. Ik zeg dat ik waarschijnlijk ga. Ze kijkt me aan en zegt: 'Oh joepie, dan ben ik lekker met pappie..'. Ik geef mijn breedste glimlach terug en zeg 'Ja, fijn.' Ik denk hele andere dingen.
'S avonds heb ik het er nog met hun vader over. Hij begreep wel dat het minder handig was, maar ze heeft toch haar toetje op gegeten en daar gaat het toch om? En verder is gewoon een meid.
De volgende ochtend word ik goed geobserveerd terwijl ik de tassen in pak voor school. Er gaat een pakje drinken in en voor allebei een mandarijn. Ze ziet me de tassen inpakken en wegzetten. Even later vraagt ze aan haar broer: 'Weet jij wat we meekrijgen naar school?' Hij zegt 'nee' en gaat verder met waar hij mee bezig was. Dan vraagt ze het opnieuw 'Vraag anders even wat we meekrijgen naar school als lekkers'. En dat doet hij. Ik antwoord met 'een mandarijn' en hij begint meteen te protesteren. 'Ik lust die mandarijnen niet, er zitten pitjes in en sommige zijn zuur!'.
En wie zit er met een grote grijns op haar gezicht?
Precies..
De dag erna was het over. Ik werd weer geknuffeld, ze at haar toetje en wou zelfs wat meer. Ze wilde spelletjes spelen en was lief voor haar broer.
Helemaal over.
Net 6, maar al helemaal een echte meid!
Toen ik vertelde wat onze kleine meid deze week had uitgespookt zei hij dan ook meteen: 'Sja, dat zijn vrouwenstreken!'. En verdomd, hij heeft gelijk.
Na twee weken vakantie is het voor de kids altijd weer even wennen thuis. Ze zijn veel bij hun moeder geweest, leuke feestdagen gehad, lang opblijven en veel spelen. Thuis is het weer op tijd op, ontbijten, naar school en op tijd naar bed. We eten ook weer 'gewoon eten'. Geen gourmet, pannenkoeken en frietjes in 1 week. Dat vraagt wat aanpassingsvermogen. Waar hij een grote mond geeft (en daarna meteen sorry zegt), geeft zij je een blik waar je haast dood van neer zou vallen. Een sorry kun je vergeten.
Hij stampt op de trap of gooit toch met de bal door de kamer. Zij doet haar armen over elkaar en vertikt om nog iets te doen.
Ze heeft ook nog een andere tactiek, volgens mij speciaal ontwikkeld om mij op de kast te krijgen: me vertellen wat ik moet doen of vragen waarom ik iets doe. 'Waarom smeer je de boterhammen met dat mes, we hebben toch ook een ander mes?'
'Je kunt beter die andere bekers pakken, die zijn leuker.' 'Waarom doe je de boter zo dik?' 'Smeer papa zijn boterham ook maar alvast, dan kan hij zo meteen eten.' 'Pak je even mijn tas in?' 'Margje, pak je mijn jas nog van de kapstok? Ik sta hier al de hele tijd te wachten. En als je dan mijn jas pakt, pak dan meteen die van mijn broer.'
Tussen de middag herhaalt zich het hele tafereel. Ik krijg les in hoe ik de bordjes op tafel moet zetten, tot welke hoogte de melk in de bekers moet (dit schijn ik al tijden verkeerd te doen) en krijg tips over welk fruit ik beter kan kopen en wanneer. (want peren doen er langer over om rijp te worden)
Tijdens de lunch vertikt ze het om haar brood op te eten. Met moeite krijg ik er in drie kwartier 2 boterhammen in, een beker melk en een stuk fruit. Dat was wel 40 minuten vragen of ze wou eten. Waarbij ik toch de melk niet goed had ingeschonken, ik het verkeerde vlees had gekocht en de chocoladepasta een raar smaakje had.
's Middags begint ze al bij het terug lopen naar huis: 'Waarom stond je naast de moeder van Anna op het schoolplein?' 'Waarom lopen we altijd zo terug?'
Ik had me voorgenomen het nooit te zeggen maar ik doe het toch: 'Daarom!'
'Maar Margje, 'daarom' is helemaal geen antwoord!'.
Dat kan ik weerleggen. 'Daarom is reden, maar +wel een antwoord, het is een kort antwoord en je hebt er niets aan, maar het is wél een antwoord!'
'Niet'
'Wel'
'Niet'
'Wel'
'Niet'
'Daarom is wél een antwoord en daarmee is het klaar!' zeg ik streng en iets harder dan nodig.
Ik krijg een vernietigende blik en zie haar lippen het woord 'niet' maken. Ik besluit dat ik dat niet gezien heb. Ik spreek mezelf nog even streng toe. Wedijveren met een kind van net 6 over of 'daarom' een antwoord is en dan nog boos worden ook, ben ik nou volwassen?
De volgende dag hebben we het 'geval toetje'.
Al een paar dagen een uitdaging. Ze kan kiezen uit twee soorten vla. Ze wil ze geen van beide. Maar het is zuiveldag vandaag. Ik vraag haar om te kiezen, ze kijkt me boos aan en zegt nog een keer 'geen-van-beide!'. Mijn geduld is aardig op. Ik zeg dat ze kan kiezen en dat ik anders kies, maar dat ze toch een toetje moet eten. Ik krijg geen antwoord. Prima. Haar broer wil graag Vlaflip, haar vader ook en dus is het pak leeg en krijgt zij Bolletjesvla. Zodra ze het bakje voor haar neus heeft word ze boos. Want net toen ik het inschonk voor haar had ze willen zeggen dat ze Vlaflip wou, maar dat was ze vergeten. Ik geloof er niks van en zeg dat ze pech gehad heeft, ze heeft kunnen kiezen, ze koos niet en dus heeft ze nu bolletjesvla. Eet smakelijk.
En hier dames en heren is waar papa denkt, 'kom laat ik het eens oplossen'. Dat dacht papa niet vóór dat ik drie keer had gevraagd wat voor toetje zijn dochter wou, of toen ze geen antwoord gaf, of toen ik toch maar bolletjesvla in schonk, nee dat dacht meneer uitgerekend nu. Hij neemt een grote hap van zijn bakje vlaflip zodat er minder in het bakje zit en ruilt hem om met de bolletjevla van dochterlief. 'Zo beter?' vraagt hij. Met een uitgestreken glimlach naar mij zegt ze 'Ja pappie, dankjewel!'.
Van binnen ontplof ik en ik zeg zo rustig als mogelijk dat dit me nou niet zo'n goed idee lijkt. Maar het leed was al geschiedt, ik kook rustig verder in mijn eigen sop gaar.
De toetjes zijn op. Papa gaat boven nog even wat pakken.
De kleine meid komt naast me staan en vraagt met een heel lief stemmetje: 'Margje, ga jij zo met mijn broer naar basketbal of gaat papa mee?'. Ik zeg dat ik waarschijnlijk ga. Ze kijkt me aan en zegt: 'Oh joepie, dan ben ik lekker met pappie..'. Ik geef mijn breedste glimlach terug en zeg 'Ja, fijn.' Ik denk hele andere dingen.
'S avonds heb ik het er nog met hun vader over. Hij begreep wel dat het minder handig was, maar ze heeft toch haar toetje op gegeten en daar gaat het toch om? En verder is gewoon een meid.
De volgende ochtend word ik goed geobserveerd terwijl ik de tassen in pak voor school. Er gaat een pakje drinken in en voor allebei een mandarijn. Ze ziet me de tassen inpakken en wegzetten. Even later vraagt ze aan haar broer: 'Weet jij wat we meekrijgen naar school?' Hij zegt 'nee' en gaat verder met waar hij mee bezig was. Dan vraagt ze het opnieuw 'Vraag anders even wat we meekrijgen naar school als lekkers'. En dat doet hij. Ik antwoord met 'een mandarijn' en hij begint meteen te protesteren. 'Ik lust die mandarijnen niet, er zitten pitjes in en sommige zijn zuur!'.
En wie zit er met een grote grijns op haar gezicht?
Precies..
De dag erna was het over. Ik werd weer geknuffeld, ze at haar toetje en wou zelfs wat meer. Ze wilde spelletjes spelen en was lief voor haar broer.
Helemaal over.
Net 6, maar al helemaal een echte meid!
vrijdag 4 januari 2013
Een jaar voorbij
2013. Vorig jaar om deze tijd had ik al veel over de kinderen gehoord, maar ze nog nooit gezien.
3 februari 2012 ontmoette ik de kids. Hun moeder was erbij, dat was fijn voor ze. Hun papa had een nieuwe vriendin. Best eng.
W. was vooral heel opgelucht dat ik geen haakneus had en ook nog eens aardig was. Want als ik ging trouwen met hun vader, dan was ik een stiefmoeder. En stiefmoeder, over het algemeen krengen. Weet iedereen, sprookjes vertellen dat al.
Vanaf toen ging het snel. Vriendlief en ik hadden afgesproken het rustig aan te doen, voor de kinderen. Maar daar wilde de kinderen niets van weten. De tweede keer dat ik er was vroegen ze of ik wilde blijven logeren. Drie weken heb ik dat afgehouden. Toen heb ik ze toch eens gevraagd waar ze dachten dat ik dan zou slapen. 'Bij papa in bed natuurlijk!' Oké, zo wijs waren ze dus! Ze vulde het nog even aan met: 'Mama sliep ook naast papa, maar mama woont hier niet meer, dus kan jij er gewoon slapen.' Logisch.
Van 1 nachtje kwamen we al snel meer nachtjes en we hadden het gewoon leuk met elkaar. Ik ging nog wel eens in mijn eigen huis slapen, maar dat beviel de kinderen niet, vriendlief niet en mij ook niet. Al snel ging ik niet meer weg.
En als ik toch thuis was, konden ze tussen de middag ook thuis eten in plaats van overblijven. En met het nieuwe schooljaar is ook de naschoolse opvang gestopt. En zo ben ik in pakweg 7 maanden van kinderloos naar verzorgen van twee kids gegaan! En wat ben ik gek geworden op die twee dondersteentjes!
In December konden we het gehele samengestelde gezin idee eens goed testen. Beide kids jarig, precies twee weken van elkaar en daarnaast Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuw.
Er zijn dingen waar je je moeilijk op voor kunt bereiden. Je doet je best, maar hoe het uiteindelijk gaat uitpakken, dat weet je niet. Dit waren massa's 'eerste keren'.
Mijn zus leeft altijd met mij mee en is hartstikke partijdig. Ze is altijd voor haar zus en tegen de rest van de wereld. Zoals het hoort dus. Overigens is dat geheel wederzijds.
Samengestelde verjaardagen van de kids zijn namelijk best raar. Voor de kinderen maak je er 1 groot feest van. Maar dat betekend dat hun moeder met heel mijn familie moet dealen en dat ik met de hele familie van hun moeder moet dealen. Het huis waar ze vroeger met zijn vieren in woonde, daar woon ik nu. Ik doe nu de deur open, schenk koffie en thee en vraag wie er gebak wil. Nogal een verandering in rollen. En dat gaat niemand in de koude kleren zitten.
Ook de kinderen niet. Ze zien dat het eigenlijk heel goed gaat, mama met vriend en papa met Margje en alle familie van iedereen bij elkaar. Iedereen is aardig en lacht.
Dus hadden de kids een idee. Als mama en haar vriend nou gewoon bij ons kwamen wonen? Prima idee toch? En zoonlief vond eigenlijk wel dat de vriend van mama (laten we hem R. noemen) heel goed bij mij paste! We leken wel verliefd, zo vertelde hij.
'S Avonds was het toch een beetje huilen. Want mama ging weer naar huis en we hadden het zo gezellig gehad.
Verdriet op kinderbekjes breekt je hart. Bijna zou ik willen dat hun vader en hun moeder het konden bijleggen en dat ze samen weer gelukkig konden worden. Dat de kids dan niet meer verdrietig hoefde te zijn. Dat ik niet meer de vraag zou krijgen of ik alsjeblieft wil beloven dat ik altijd van papa zal blijven houden en dat ik niet weg zal gaan. Of dood.
Ik ga niet weg en hopelijk ook niet dood. En ik zal altijd van hun papa houden, daar zal ik alles aan doen.
De kids raken zo ook nog eens precies de gevoelige snaar van bonusmoeder zijn. Eigenlijk ben je namelijk niet nodig. Je bent er alleen maar bij omdat twee andere mensen er niet meer samen uitkwamen. Je bent mogelijk gemaakt door verdriet en pijn en narigheid.
En toch, ondanks de dagen die zo leuk en zo lastig tegelijk zijn, zou ik het voor geen goud willen missen.
Ik ben wel heel blij met mijn zus, waar ik zonder me in te houden zo af en toe eens lekker mag mopperen over hoe moeilijk ik het eigenlijk wel niet heb! Lekker egoïstisch mopperen en schelden en dan nog groot gelijk krijgen van mijn zus ook!
En dat werkt zo goed dat je daarna weer heel goed kan relativeren en je in kan leven in anderen.
Want ieder verhaal heeft net zoveel kanten als mensen die deel uitmaken van het verhaal.
3 februari 2012 ontmoette ik de kids. Hun moeder was erbij, dat was fijn voor ze. Hun papa had een nieuwe vriendin. Best eng.
W. was vooral heel opgelucht dat ik geen haakneus had en ook nog eens aardig was. Want als ik ging trouwen met hun vader, dan was ik een stiefmoeder. En stiefmoeder, over het algemeen krengen. Weet iedereen, sprookjes vertellen dat al.
Vanaf toen ging het snel. Vriendlief en ik hadden afgesproken het rustig aan te doen, voor de kinderen. Maar daar wilde de kinderen niets van weten. De tweede keer dat ik er was vroegen ze of ik wilde blijven logeren. Drie weken heb ik dat afgehouden. Toen heb ik ze toch eens gevraagd waar ze dachten dat ik dan zou slapen. 'Bij papa in bed natuurlijk!' Oké, zo wijs waren ze dus! Ze vulde het nog even aan met: 'Mama sliep ook naast papa, maar mama woont hier niet meer, dus kan jij er gewoon slapen.' Logisch.
Van 1 nachtje kwamen we al snel meer nachtjes en we hadden het gewoon leuk met elkaar. Ik ging nog wel eens in mijn eigen huis slapen, maar dat beviel de kinderen niet, vriendlief niet en mij ook niet. Al snel ging ik niet meer weg.
En als ik toch thuis was, konden ze tussen de middag ook thuis eten in plaats van overblijven. En met het nieuwe schooljaar is ook de naschoolse opvang gestopt. En zo ben ik in pakweg 7 maanden van kinderloos naar verzorgen van twee kids gegaan! En wat ben ik gek geworden op die twee dondersteentjes!
In December konden we het gehele samengestelde gezin idee eens goed testen. Beide kids jarig, precies twee weken van elkaar en daarnaast Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuw.
Er zijn dingen waar je je moeilijk op voor kunt bereiden. Je doet je best, maar hoe het uiteindelijk gaat uitpakken, dat weet je niet. Dit waren massa's 'eerste keren'.
Mijn zus leeft altijd met mij mee en is hartstikke partijdig. Ze is altijd voor haar zus en tegen de rest van de wereld. Zoals het hoort dus. Overigens is dat geheel wederzijds.
Samengestelde verjaardagen van de kids zijn namelijk best raar. Voor de kinderen maak je er 1 groot feest van. Maar dat betekend dat hun moeder met heel mijn familie moet dealen en dat ik met de hele familie van hun moeder moet dealen. Het huis waar ze vroeger met zijn vieren in woonde, daar woon ik nu. Ik doe nu de deur open, schenk koffie en thee en vraag wie er gebak wil. Nogal een verandering in rollen. En dat gaat niemand in de koude kleren zitten.
Ook de kinderen niet. Ze zien dat het eigenlijk heel goed gaat, mama met vriend en papa met Margje en alle familie van iedereen bij elkaar. Iedereen is aardig en lacht.
Dus hadden de kids een idee. Als mama en haar vriend nou gewoon bij ons kwamen wonen? Prima idee toch? En zoonlief vond eigenlijk wel dat de vriend van mama (laten we hem R. noemen) heel goed bij mij paste! We leken wel verliefd, zo vertelde hij.
'S Avonds was het toch een beetje huilen. Want mama ging weer naar huis en we hadden het zo gezellig gehad.
Verdriet op kinderbekjes breekt je hart. Bijna zou ik willen dat hun vader en hun moeder het konden bijleggen en dat ze samen weer gelukkig konden worden. Dat de kids dan niet meer verdrietig hoefde te zijn. Dat ik niet meer de vraag zou krijgen of ik alsjeblieft wil beloven dat ik altijd van papa zal blijven houden en dat ik niet weg zal gaan. Of dood.
Ik ga niet weg en hopelijk ook niet dood. En ik zal altijd van hun papa houden, daar zal ik alles aan doen.
De kids raken zo ook nog eens precies de gevoelige snaar van bonusmoeder zijn. Eigenlijk ben je namelijk niet nodig. Je bent er alleen maar bij omdat twee andere mensen er niet meer samen uitkwamen. Je bent mogelijk gemaakt door verdriet en pijn en narigheid.
En toch, ondanks de dagen die zo leuk en zo lastig tegelijk zijn, zou ik het voor geen goud willen missen.
Ik ben wel heel blij met mijn zus, waar ik zonder me in te houden zo af en toe eens lekker mag mopperen over hoe moeilijk ik het eigenlijk wel niet heb! Lekker egoïstisch mopperen en schelden en dan nog groot gelijk krijgen van mijn zus ook!
En dat werkt zo goed dat je daarna weer heel goed kan relativeren en je in kan leven in anderen.
Want ieder verhaal heeft net zoveel kanten als mensen die deel uitmaken van het verhaal.
donderdag 13 december 2012
Irritante eigenschappen van kinderen
Kerst komt eraan, iedereen is weer in positieve sferen. Mensen geven geld uit als water aan lekker eten en kadootjes.
Natuurlijk heel erg leuk, al die positiviteit en goed voor de economie enzo, maar ik krijg er altijd een beetje braakneigingen van.
Daarom dit keer een blog geweid aan alle vervelende, irritante en tenenkrommende eigenschappen van kinderen of momenten met kinderen.
Dan denk je misschien 'nou wat negatief zeg! Wat is er nou leuker dan kinderen?' Of je denkt: 'Ja hoor eens, dan had je maar geen bonusmoeder moeten worden.'
Daar kan ik heel simpel op antwoorden: weinig dingen zijn leuker dan kinderen, maar ook weinig dingen kunnen zo goed het bloed onder je nagels vandaan halen dan kinderen.
En zoals mijn moeder zou zeggen: 'Kinderen neem je niet, die krijg je.'
Ik heb het zojuist even bijgehouden, in het laatste kwartier is mijn naam 11 keer gevallen. In alle 11 gevallen gevolgd door een vraag. Ik geef enkele voorbeelden.
'Margje, mag ik een snoepje?'
'Maar Margje, waarom mag ik dan geen snoepje?'
'Margje.. Margje.. Maaaaarrrgje! hoorde je me niet of zo?'
'Margje, waarom zet jij je schoenen eigenlijk voor die van mij?'
'Margje, wat gaan we eten?'
'Maar Margje, je weet toch dat ik dat niet lust?!'
'Margje, waarom schenk je mijn beker melk zo vol?'
'Margje, mag ik op de N?'
'Margje, waar zijn mijn stiften?'
'Margje, wil je even een blaadje voor me pakken?'
En zo kan ik gerust nog wel even doorgaan.
Ik ben hondentrainer en leer mijn cursisten altijd de naam van hun pup alleen in positieve zin te gebruiken en hem niet zo vaak te herhalen. Dan luisteren ze er namelijk niet meer naar. Ik geloof dat dit ook zo bij mensen werkt.
Mijn naam wordt niet altijd gevolgd door een vraag, maar ook regelmatig door advies.
'Margje, als je mijn brood smeert, dan moet je de boter wel goed over de boterham verspreiden, want daar, links onder, voor jou rechts, daar zit maar heel weinig. Zie je wel?'
'Margje, je kunt de poesjes beter nu eten geven, ze zeiden net tegen me dat ze honger hebben.'
'Margje, je doet teveel tandpasta op mijn tandenborstel. Het bolletje tandpasta moet zo groot zijn als een erwt. Kijk, dit is groter dan een erwt en hij is ook nog eens plat aan 1 kant. Een te grote plat gestampte erwt. Zo hoort het niet.'
Oke, om de laatste kan ik ook best lachen. Maar er word mij ook gevraagd waarom ik eigenlijk eerst mijn rechterschoen aandoe en dan pas mijn linker. Waarom ik boodschappen doe op maandagmiddag. En wat ik eigenlijk doe als zij naar school zijn, dan heb ik toch alle tijd?
Mijn vader zegt altijd: 'leren is herhalen'.
Hij had er wel eens bij mogen zeggen dat dit betekend dat je maanden achter elkaar iedere dag hetzelfde moet herhalen. Niet met ballen in huis spelen, natte schoenen in de gang uittrekken, niet op Biko springen, boven je bord eten en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar met stip bovenaan mijn ergernissenlijstje staat toch wel 'dingen aan me vragen terwijl ik bezig ben'.
Standaard iedere dag, als ik met mijn handen vol sta met kleurwerken, tassen en de hondenriem, krijg ik de vraag of ik even hun jas wil ophangen. En iedere dag zeg ik weer: 'kijk ik heb mijn handen vol, dat gaat nu even niet.'
Als ik sta te koken, pannen op het vuur, afzuigkap aan, dan komen de vragen of ik even hier naar wil kijken, of even naar dit verhaal wil luisteren. En die vragen komen vanuit de woonkamer. Ik kan ze dus niet verstaan, loop uit de keuken om te vragen wat er is krijg dan te horen 'Wist je dat Mario ook in Luigi kan veranderen?'
Probeer is een boek te lezen, of een simpel tijdschrift. Lukt niet.
Als ze al geen vragen aan je hebben, dan gaan ze dingen doen die niet mogen, je hebt namelijk niet je gehele aandacht bij de kinderen. Slimme wezens zijn het.
Laat ik afsluiten met het hoofdstuk: smoesjes.
Als het tijd is om hun kamer op te ruimen, dan hebben we eerst niet zo'n zin. Daarna kunnen we het niet alleen. Dan komen de fysieke ongemakken: 'ik heb hoofdpijn, buikpijn, ben misselijk, moet naar de wc.'
Over dat naar de wc moeten. Dat moet altijd vlak voordat je weg moet. Je vraagt het tien minuten voor je weg wilt, maar dan moeten ze niet. Nee, ze moeten als je weg moet. En dan moeten ze 9 van de 10 keer ook nog poepen.
Gisteren hoorde ik mijn naam voor de, gok ik, 376e keer die dag. Geen vraag, maar een hele lieve zin. 'Margje, ik hou van jou.'
Natuurlijk heel erg leuk, al die positiviteit en goed voor de economie enzo, maar ik krijg er altijd een beetje braakneigingen van.
Daarom dit keer een blog geweid aan alle vervelende, irritante en tenenkrommende eigenschappen van kinderen of momenten met kinderen.
Dan denk je misschien 'nou wat negatief zeg! Wat is er nou leuker dan kinderen?' Of je denkt: 'Ja hoor eens, dan had je maar geen bonusmoeder moeten worden.'
Daar kan ik heel simpel op antwoorden: weinig dingen zijn leuker dan kinderen, maar ook weinig dingen kunnen zo goed het bloed onder je nagels vandaan halen dan kinderen.
En zoals mijn moeder zou zeggen: 'Kinderen neem je niet, die krijg je.'
Ik heb het zojuist even bijgehouden, in het laatste kwartier is mijn naam 11 keer gevallen. In alle 11 gevallen gevolgd door een vraag. Ik geef enkele voorbeelden.
'Margje, mag ik een snoepje?'
'Maar Margje, waarom mag ik dan geen snoepje?'
'Margje.. Margje.. Maaaaarrrgje! hoorde je me niet of zo?'
'Margje, waarom zet jij je schoenen eigenlijk voor die van mij?'
'Margje, wat gaan we eten?'
'Maar Margje, je weet toch dat ik dat niet lust?!'
'Margje, waarom schenk je mijn beker melk zo vol?'
'Margje, mag ik op de N?'
'Margje, waar zijn mijn stiften?'
'Margje, wil je even een blaadje voor me pakken?'
En zo kan ik gerust nog wel even doorgaan.
Ik ben hondentrainer en leer mijn cursisten altijd de naam van hun pup alleen in positieve zin te gebruiken en hem niet zo vaak te herhalen. Dan luisteren ze er namelijk niet meer naar. Ik geloof dat dit ook zo bij mensen werkt.
Mijn naam wordt niet altijd gevolgd door een vraag, maar ook regelmatig door advies.
'Margje, als je mijn brood smeert, dan moet je de boter wel goed over de boterham verspreiden, want daar, links onder, voor jou rechts, daar zit maar heel weinig. Zie je wel?'
'Margje, je kunt de poesjes beter nu eten geven, ze zeiden net tegen me dat ze honger hebben.'
'Margje, je doet teveel tandpasta op mijn tandenborstel. Het bolletje tandpasta moet zo groot zijn als een erwt. Kijk, dit is groter dan een erwt en hij is ook nog eens plat aan 1 kant. Een te grote plat gestampte erwt. Zo hoort het niet.'
Oke, om de laatste kan ik ook best lachen. Maar er word mij ook gevraagd waarom ik eigenlijk eerst mijn rechterschoen aandoe en dan pas mijn linker. Waarom ik boodschappen doe op maandagmiddag. En wat ik eigenlijk doe als zij naar school zijn, dan heb ik toch alle tijd?
Mijn vader zegt altijd: 'leren is herhalen'.
Hij had er wel eens bij mogen zeggen dat dit betekend dat je maanden achter elkaar iedere dag hetzelfde moet herhalen. Niet met ballen in huis spelen, natte schoenen in de gang uittrekken, niet op Biko springen, boven je bord eten en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar met stip bovenaan mijn ergernissenlijstje staat toch wel 'dingen aan me vragen terwijl ik bezig ben'.
Standaard iedere dag, als ik met mijn handen vol sta met kleurwerken, tassen en de hondenriem, krijg ik de vraag of ik even hun jas wil ophangen. En iedere dag zeg ik weer: 'kijk ik heb mijn handen vol, dat gaat nu even niet.'
Als ik sta te koken, pannen op het vuur, afzuigkap aan, dan komen de vragen of ik even hier naar wil kijken, of even naar dit verhaal wil luisteren. En die vragen komen vanuit de woonkamer. Ik kan ze dus niet verstaan, loop uit de keuken om te vragen wat er is krijg dan te horen 'Wist je dat Mario ook in Luigi kan veranderen?'
Probeer is een boek te lezen, of een simpel tijdschrift. Lukt niet.
Als ze al geen vragen aan je hebben, dan gaan ze dingen doen die niet mogen, je hebt namelijk niet je gehele aandacht bij de kinderen. Slimme wezens zijn het.
Laat ik afsluiten met het hoofdstuk: smoesjes.
Als het tijd is om hun kamer op te ruimen, dan hebben we eerst niet zo'n zin. Daarna kunnen we het niet alleen. Dan komen de fysieke ongemakken: 'ik heb hoofdpijn, buikpijn, ben misselijk, moet naar de wc.'
Over dat naar de wc moeten. Dat moet altijd vlak voordat je weg moet. Je vraagt het tien minuten voor je weg wilt, maar dan moeten ze niet. Nee, ze moeten als je weg moet. En dan moeten ze 9 van de 10 keer ook nog poepen.
Gisteren hoorde ik mijn naam voor de, gok ik, 376e keer die dag. Geen vraag, maar een hele lieve zin. 'Margje, ik hou van jou.'
donderdag 22 november 2012
Lang Leve Klittenband
De kinderen hadden van hun moeder voor de Grote vakantie beide een opdracht gekregen.
Zij zou leren goed te fietsen zonder zijwieltjes en hij zou leren veters strikken.
Beide hebben hun diploma hiervoor behaald, mét bijbehorend kadootje!
Na de vakantie weer tijd voor school. Gympen bleken helemaal uitgelopen te zijn, maar wat een geluk, we hadden nog een paar hele goede stoere jongensschoenen liggen, precies de goede maat. Met veters, dat wel.
Hun vader waarschuwde me nog: 'Met veters, dat is niet zo handig.' Een opmerking die ik ter harte had moeten nemen. In plaats daarvan wuifde ik de opmerking achteloos weg 'Ach hij heeft zijn veterstrikdiploma gehaald. En van oefenen leert hij juist.'
Ik vond het zeer opvoedkundig van mezelf eigenlijk. Nou dan zouden we wat meer moeten doen om zijn schoenen aan te krijgen? Dat doe je voor je kind!
En ik ergerde me toch al zo in de schoenwinkel. Haast geen schoen te vinden zonder sluiting van klittenband. Wat natuurlijk na twee maanden los laat en dan heb je schoenen die niet meer dicht kunnen.
Maar wat wist ik er eigenlijk van?
He-le-maal niets!
Soms kun je als bonusmoeder een frisse kijk op zaken geven. Soms kun je gewoon beter luisteren naar wat een ervaren ouder te vertellen heeft.
En uiteraard: van te voren staat er niet bij of jij nou die frisse kijk hebt, of dat het vooral een naïeve kijk op de betreffende zaak betreft.
Vol goede moed laat ik de schoenen zien. 'Mooi he!'
Antwoord: 'Ze zijn met veters en ik vind ze stom.'
Uiteraard liet ik mij niet ontmoedigen.
'Stom? Het zijn schoenen die mensen in het leger ook dragen. Heel stoer dus. En je kan nu veters strikken, je hebt je diploma gehaald!'
Dat hele leger verhaal, dat was best stoer. Maar dat veters strikken...
'Ik heb nog helemaal mijn diploma niet gehad hoor, alleen het kadootje van mama.'
Ik moest even nadenken. 'Maarre.. als jij het kadootje hebt gekregen, dan kan je veters strikken. Zo niet, dan moet je het kadootje eigenlijk weer teruggeven tot je wel je veters kan strikken.'
Boze blik en het kadootje stond bij mama en alleen als hij óók het diploma had, dan moest hij kunnen veters strikken. Met andere woorden: veters ga ik niet strikken en zie jij dat kadootje maar eens terug te krijgen, want het staat bij mama.
En dan maak ik ook nog een superblunder.
De manier waarop hij zijn veters strikte kende ik nog niet. Hij maakt eerst twee lusjes en doet daar dan een knoop in. Dus ik zei 'wat doe je nou? dat is een rare manier van veters strikken.' Ik had moeten zeggen 'aparte' of 'andere', maar net nu was ik niet zo diplomatiek.
Hartverscheurend gehuil. 'Zhoho heb ik het vahan maahhmhhhaaa geleerheeeheeerd.'
Woeps.
Ik en mijn grote mond.
Ik bied mijn excuus aan, zeg dat ik het niet zo bedoelde en dat dit natuurlijk ook een heel handige manier is om veters te strikken.
Het heeft middagen, uren geduld, 1653 keer voordoen, 1878 keer na laten doen en precies 1 blunder gekost. Dan komt papa thuis. We zijn nog aan het oefenen.
En met 1 opmerking, leert papa even hoe het moet.
Hij staat even te kijken en zegt dan: 'Nou, let eens op, je maakt dus met 1 veter een konijnenoor, daar haal je de andere veter omheen, dan maak je het andere konijnenoor door die veter en onderdoor te halen en dan trek je aan. Zie je, zo.'
Zoonlief kijkt er eens naar, pakt de veters en zegt: 'Bedoel je zo, een oor en dan eromheen met deze, en dan het andere oor door die eronderdoor. En dan trekken. Zo?'
Ja dus.
We zijn helemaal trots!
Tot de volgende ochtend, de middag, als we de hond gaan uitlaten, als hij naar basketbal moet en er weer vandaan en alle ochtenden, middagen en avonden daarna.
Zijn veters zijn te kort, of te lang, ze zitten scheef, hij krijgt ze niet los of vast, ze breken af, ze gaan te snel los, blijven te lang vast en strikken niet lekker.
Iedere keer als de schoenen aanmoeten kost het tien minuten. Tien minuten met gezeur wel te verstaan. 'Wil je me helpen?' 'Niet zo strak!' 'Niet zo los!' 'Het lukt ook noooooit' en 'Ik haat deze schoenen' zijn veelgehoorde uitspraken. Met gym is hij als laatste klaar door zijn schoenen. Wij komen te laat op school, door zijn schoenen.
Vandaag heb ik de knoop doorgehakt. Ik heb andere schoenen gekocht. Met klittenband.
Ik voel opluchting, bevrijding, een last die van mijn schouders afvalt.
Zijn vader en ik hebben besloten de oude schoenen ritueel te verbranden.
Hij bezit de vaardigheid om veters te kunnen strikken, alleen de uitvoering laat nog wat te wensen over. Maar met de jaren krijgt hij vast meer geduld.
En anders kan zijn vriendin misschien helpen?
Misschien is het opvoedkundig totaal niet verantwoord en leert hij zo nooit goed zelf zijn veters strikken. Maar nou en?
Dan loopt hij maar fijn de rest van zijn leven op schoenen met klittenband.
Er zijn ergere dingen!
Zij zou leren goed te fietsen zonder zijwieltjes en hij zou leren veters strikken.
Beide hebben hun diploma hiervoor behaald, mét bijbehorend kadootje!
Na de vakantie weer tijd voor school. Gympen bleken helemaal uitgelopen te zijn, maar wat een geluk, we hadden nog een paar hele goede stoere jongensschoenen liggen, precies de goede maat. Met veters, dat wel.
Hun vader waarschuwde me nog: 'Met veters, dat is niet zo handig.' Een opmerking die ik ter harte had moeten nemen. In plaats daarvan wuifde ik de opmerking achteloos weg 'Ach hij heeft zijn veterstrikdiploma gehaald. En van oefenen leert hij juist.'
Ik vond het zeer opvoedkundig van mezelf eigenlijk. Nou dan zouden we wat meer moeten doen om zijn schoenen aan te krijgen? Dat doe je voor je kind!
En ik ergerde me toch al zo in de schoenwinkel. Haast geen schoen te vinden zonder sluiting van klittenband. Wat natuurlijk na twee maanden los laat en dan heb je schoenen die niet meer dicht kunnen.
Maar wat wist ik er eigenlijk van?
He-le-maal niets!
Soms kun je als bonusmoeder een frisse kijk op zaken geven. Soms kun je gewoon beter luisteren naar wat een ervaren ouder te vertellen heeft.
En uiteraard: van te voren staat er niet bij of jij nou die frisse kijk hebt, of dat het vooral een naïeve kijk op de betreffende zaak betreft.
Vol goede moed laat ik de schoenen zien. 'Mooi he!'
Antwoord: 'Ze zijn met veters en ik vind ze stom.'
Uiteraard liet ik mij niet ontmoedigen.
'Stom? Het zijn schoenen die mensen in het leger ook dragen. Heel stoer dus. En je kan nu veters strikken, je hebt je diploma gehaald!'
Dat hele leger verhaal, dat was best stoer. Maar dat veters strikken...
'Ik heb nog helemaal mijn diploma niet gehad hoor, alleen het kadootje van mama.'
Ik moest even nadenken. 'Maarre.. als jij het kadootje hebt gekregen, dan kan je veters strikken. Zo niet, dan moet je het kadootje eigenlijk weer teruggeven tot je wel je veters kan strikken.'
Boze blik en het kadootje stond bij mama en alleen als hij óók het diploma had, dan moest hij kunnen veters strikken. Met andere woorden: veters ga ik niet strikken en zie jij dat kadootje maar eens terug te krijgen, want het staat bij mama.
En dan maak ik ook nog een superblunder.
De manier waarop hij zijn veters strikte kende ik nog niet. Hij maakt eerst twee lusjes en doet daar dan een knoop in. Dus ik zei 'wat doe je nou? dat is een rare manier van veters strikken.' Ik had moeten zeggen 'aparte' of 'andere', maar net nu was ik niet zo diplomatiek.
Hartverscheurend gehuil. 'Zhoho heb ik het vahan maahhmhhhaaa geleerheeeheeerd.'
Woeps.
Ik en mijn grote mond.
Ik bied mijn excuus aan, zeg dat ik het niet zo bedoelde en dat dit natuurlijk ook een heel handige manier is om veters te strikken.
Het heeft middagen, uren geduld, 1653 keer voordoen, 1878 keer na laten doen en precies 1 blunder gekost. Dan komt papa thuis. We zijn nog aan het oefenen.
En met 1 opmerking, leert papa even hoe het moet.
Hij staat even te kijken en zegt dan: 'Nou, let eens op, je maakt dus met 1 veter een konijnenoor, daar haal je de andere veter omheen, dan maak je het andere konijnenoor door die veter en onderdoor te halen en dan trek je aan. Zie je, zo.'
Zoonlief kijkt er eens naar, pakt de veters en zegt: 'Bedoel je zo, een oor en dan eromheen met deze, en dan het andere oor door die eronderdoor. En dan trekken. Zo?'
Ja dus.
We zijn helemaal trots!
Tot de volgende ochtend, de middag, als we de hond gaan uitlaten, als hij naar basketbal moet en er weer vandaan en alle ochtenden, middagen en avonden daarna.
Zijn veters zijn te kort, of te lang, ze zitten scheef, hij krijgt ze niet los of vast, ze breken af, ze gaan te snel los, blijven te lang vast en strikken niet lekker.
Iedere keer als de schoenen aanmoeten kost het tien minuten. Tien minuten met gezeur wel te verstaan. 'Wil je me helpen?' 'Niet zo strak!' 'Niet zo los!' 'Het lukt ook noooooit' en 'Ik haat deze schoenen' zijn veelgehoorde uitspraken. Met gym is hij als laatste klaar door zijn schoenen. Wij komen te laat op school, door zijn schoenen.
Vandaag heb ik de knoop doorgehakt. Ik heb andere schoenen gekocht. Met klittenband.
Ik voel opluchting, bevrijding, een last die van mijn schouders afvalt.
Zijn vader en ik hebben besloten de oude schoenen ritueel te verbranden.
Hij bezit de vaardigheid om veters te kunnen strikken, alleen de uitvoering laat nog wat te wensen over. Maar met de jaren krijgt hij vast meer geduld.
En anders kan zijn vriendin misschien helpen?
Misschien is het opvoedkundig totaal niet verantwoord en leert hij zo nooit goed zelf zijn veters strikken. Maar nou en?
Dan loopt hij maar fijn de rest van zijn leven op schoenen met klittenband.
Er zijn ergere dingen!
Abonneren op:
Posts (Atom)