donderdag 27 november 2014

Surprises

Sinds vorig moeten de kinderen voor school een surprise maken.
Het begint met het bedenken wat ze willen maken. Dat begint standaard met het antwoord: 'weet ik niet'. Ik zeg dat ze er vooral rustig over na mogen denken.
Twee dagen later komen de wildste ideeën naar boven: jachtvliegtuigen, een echte politieagent, parkeergarage, de hemel, een kasteel, noem maar op.
Stuk voor stuk prachtige ideeën. Mijn volgende vraag: 'Hoe zou je dat willen maken?'
Dat weten ze niet. Geen idee.
Ik kom met wat tips. Het een is te moeilijk en het ander wordt volgens broer en zus niet mooi. Idee voor idee wordt direct naar de prullenbak verwezen.
Mijn humeur begint al wat aangetast te raken. Ik had me zo voorgenomen om dit jaar met extra veel geduld te helpen bij de surprises.
Ik maakte vroeger mijn surprises voor school huilend. Ik had geen idee wat ik wou maken en al helemaal niet hoe. Als ik dan eindelijk een idee had wat ik zou maken en hoe, viel de uitwerking ontzettend tegen. Ik had vast de stomste surprise van allemaal.
Onze kids maken zich niet druk, wij helpen toch wel om het een leuke surprise te maken? Wij laten ze toch niet naar school gaan met een stomme, lelijke surprise?
En zo kwam het vorig jaar dat ik aan tafel zat te buffelen op een gigantische lipstick terwijl zoonlief op de bank zat te lezen. Ik had niet door dat hij van tafel naar de bank verplaats was, zo druk was ik bezig.

Dit jaar is papa thuis als we met de surprises zijn beginnen. Ik blij. Dit jaar moeten de kids allebei een surprise maken. Papa houdt zich bezig met het in elkaar zetten van politieauto's. Ik help bij het maken van een voetbalveld. De kinderen voorzien ons van tips. 'Kun je niet beter..', 'Waarom doe je dat zo?', 'Ik snap er niets van!', 'Dat vind ik teveel werk hoor!', 'Ik ga dat echt niet allemaal uitknippen hoor!'. 'Maar pap, 1 ding snap ik echt niet..'.
We geven uitleg over hoe je rondjes knipt, wat handig is voor een doel en dat je een beetje rustig aan moet doen met lijm. Ja, plakband is makkelijker, maar dat zie je zitten. En nee, niet 'nou en', we maken een mooie surprise!
Binnen drie kwartier zijn er al een paar vloeken uit onze mond ontsnapt, er is al een bak koffie omgegooid, we horen iedere minuut minimaal twee maal 'nouhou, het lukt niet!' afgewisseld met: 'dit is stom!' en 'ik wil het niet zo maken!'.
Andere uitspraken:
Deze lijm plakt niet.
Volgens mij is dit een schaar voor linkshandige, hij knipt niet recht!
Ik stop ermee!
Niet iedereen is perfect. (bij de opmerking dat de middenstip niet in het midden zit)
Dit papier is gewoon scheef.
Doe jij het anders even..
Waarom helpen jullie haar/hem veel meer dan mij?!
Ik hoop dat ik ook zo'n mooie surprise krijg, anders is het niet eerlijk.

We denken erover allebei de kinderen naar bed te sturen en samen verder aan de surprises te werken. Gezellig, glaasje wijn erbij, chipje.

maandag 7 juli 2014

Een Opperdoezer

Ieder jaar rond dezelfde tijd hoor ik mijn moeder over de 'Opperdoezer'.
'Ze liggen weer in de winkel hoor!' zegt ze dan. Ze heeft heerlijke recepten speciaal voor de Opperdoezer. 'Kom je eten? Ik heb Opperdoezers!'.

Voor wie het niet weet: de Opperdoezer is een aardappel. Maar niet zomaar een aardappel.
De Opperdoezer heet eigenlijk de 'Oppendoezer Ronde' en heeft een eigen website. Volgens de website is het eten van de Opperdoezer bijna een heilig tafereel.
Ieder jaar wordt het eerste kistje Opperdoezers zelfs geveild. Dit jaar goed voor een opbrengst van 300 euro per kilo. Ja, je leest het goed, 300 euro per kilo voor het eerste kistje aardappelen.
Dat is nog niets vergeleken het eerste vaatje haring van dit jaar. Dat leverde € 56.500,00 op, maar dat was dan wel voor het goede doel. Een vaatje is ongeveer een kilo of tien, reken maar uit.

Dit jaar zag ik naast mijn eigen vertrouwde zak aardappelen een zakje Opperdoezers staan in de winkel. In plaats van vertrouwde aardappelen ging de zak Opperdoezers in het winkelwagentje. Door de zak vond ik ze er al wat krakkemikkig uitzien. Gedeukt, bruinige vlekken, kleine en groot door elkaar. Misschien valt het onder indoctrinatie, door jaren alleen positieve geluiden over deze bijzondere aardappel gehoord te hebben en, toegegeven, ze zijn ook erg lekker, moet je ze haast wel kopen.

Wat een klote aardappel.
Om te beginnen is hij niet te schillen. Hij heeft zoveel uitsteeksels, dat als je ze wil schillen met een dunschiller je ze daarna kunt koken in je eigen bloed. Krijgen ze vast een mooie kleur van.
De helft van de aardappel is rot. Zacht, bruinig spul wat je zo, hop, de vuilnisemmer in gaat.
Met een beetje geluk hou je nog een aardappel over ter grootte van een dobbelsteen. Met de vorm van een dobbelsteen, door al het schillen.
Ik kijk niet op een pitje of schilletje aan mijn aardappel meer of minder. Kinderen wel. Het kleinste bruine plekje, ter grootte van een sesamzaadje, zien ze al. 'Margje... Wat is dát?'.
Ik moet heel dichtbij komen om het te kunnen zien. 'Oh dat is nog een heel klein stukje schil, kun je gewoon eten.'
Helaas, dat doen ze natuurlijk niet. Schil eten. Of een pitje. Of een klein bruin plekje. Vervolgens wordt iedere aardappel minutieus onderzocht op afwijkingen.
Dus dobbelsteentjes worden het.
Dat betekend dat je kilo's moet schillen voordat je pan vol hebt waar je met vier mensen van kunt eten. Al kun je net zo goed schillen voor twee, want deze kleine rare aardappeltjes in de vorm van dobbelstenen gaan de kinderen natuurlijk nooit eten.. Zo hoort een aardappel niet. Zijn het eigenlijk wel aardappelen?
Kinderen denken altijd dat je ze iets raars probeert voor te schotelen onder het mom van iets dat normaal is. Aangeboren wantrouwen wat misschien soms wel een beetje terecht is.

Hier komt dus geen Opperdoezer meer binnen. Als we die heerlijke aardappeltjes willen eten, bellen we Oma wel dat we graag weer eens willen komen eten.

Lees ik net op de website van de Opperdoezer dat je hem ook heel goed kunt koken in zijn schilletje!
Wijze les: eerst lezen, dan schillen..

zondag 22 juni 2014

Wanneer gaan jullie eigenlijk een baby maken?

Het was de tweede keer dat ik kwam eten. Ik had pannenkoeken meegenomen.
Ik stop net een hap in mijn mond als één van de kinderen vraagt: 'Blijf je vanavond logeren?' en de ander daar meteen enthousiast aan toevoegt: 'jaaa! leuk!'.
Ik kijk naar hun vader, wijs naar mijn mond, net vol.. helaas, ik kan even niet antwoorden.
'Dat komt nog weleens.' zegt hun vader. Dan kijken ze beide naar mij. 'Ik kom eerst gewoon nog gezellig een keertje eten, goed? Ik heb ook geen tandenborstel bij me.'
Dat was prima, kon ik daarna meteen blijven slapen en of ik dan de volgende dag meeging ze naar school brengen. Eventueel mocht ik ook wel hun tandenborstel gebruiken.
Na twee weken ben ik blijven slapen, onder zware druk van de kinderen, dat begrijp je.
Ik had ze nog wel even van te voren gevraagd waar ze dan dachten dat ik ging slapen. 'Naast papa natuurlijk!' was hun antwoord. Om daarna meteen uit te leggen dat papa tegenwoordig aan de andere kant van het bed sliep. Eerst lag mama daar, maar die is naar een nieuw huis gegaan. Dus ik kon op papa zijn oude plek slapen. 
Ontnuchterend kinderen.

We hadden afgesproken dat we het heel rustig aan zouden doen, die relatie. Voor onszelf, maar vooral ook voor de kinderen. Want, zo hadden we bedacht, die kinderen worden ineens maar opgezadeld met de nieuwe vriendin van papa. Respect voor hun tempo, was wel het minst dat we konden doen.
Wisten wij veel! Ze begonnen over trouwen nadat ik er ongeveer drie keer was blijven slapen. Uiteraard weer tijdens het eten. Papa verslikte zich, ik had net, heel toevallig, een hap genomen.
Ze begonnen over 'mogen we jou ook mama noemen?' toen ik ze nog geen twee maanden kende en ze vroegen zich af waarom ik nog een eigen huis had. Niet veel later bezorgde ze papa echt epileptische aanval met het verzoek om een broertje of zusje.
'Wanneer gaan jullie vrijen om een baby te maken?'.
Gewoon zo uit het niets. Ik keek verbaasd opzij. Hun vader, al vroeg op de hoogte van mijn kinderwens, moest daar zelf nog even over nadenken. We hadden het er al eens over gehad, maar absoluut niets concreets. Mijn wens was er, maar ik had nu ook twee kinderen. Nee, biologisch gezien niet van mij. Juridisch gezien helemaal niet van mij. Toch heb je de zorg, de geweldige en minder leuke dingen, de uitspraken van jezelf die je terug om je oren krijgt, leren veter strikken, naar zwemles en het allerbelangrijkst: je helpt twee kinderen klaar maken voor een, hopelijk, gelukkig leven.
Ik had het voordeel van twee kinderen die al wat ouder waren, zelfstandig aankleden, dus zelf een half uurtje extra in bed in de ochtend. Ze kunnen zichzelf redelijk vermaken en als je even een middag geen zin hebt om ze te entertainen, zet je een film op. Hoe anders is een baby.
Ook best wel handig: ik heb verantwoordelijkheid, maar niet de eindverantwoordelijkheid. Als ik het even niet weet, zijn daar een papa en een mama. Met zijn drieën kom je er altijd wel uit.

Die wens van een broertje of zusje, dat was geen bevlieging. Regelmatig kreeg ik de vraag of ik al een baby in mijn buik had, want ik werd toch wel een beetje dik. Papa kreeg de vraag of we nog hadden gevreeën en als papa en ik elkaar een knuffel gaven dan klonk er 'oeehhhh ze gaan een baby maken!'.
Uiteraard heb ik uitgelegd dat baby's er niet zomaar komen. Dat je pilletjes hebt die ervoor zorgen dat je geen baby kan krijgen. Waarom je die zou nemen was voor hun overigens een raadsel. Als je geen pilletjes slikt, dan krijg je ook niet zomaar meteen een baby.
Dan merk je dat het kinderen zijn. Vragen als: 'hoe kun je eigenlijk een baby maken als je niet getrouwd bent?' en 'Maar als je gaat vrijen dat komt het zaadje van de piemel toch bij het eitje in de buik en dan komt er toch een baby?'.
Dingen als dat een eitje klaar moet zijn en dat er ook zaadjes doodgaan en helemaal niet bij het eitje komen ('ahhhh gaan ze dan echt dood? en waar gaan ze dan heen? Dan gaan er eigenlijk heel veel kindertjes dood!') dat zijn maar hele rare dingen. Mooi is dat je dan merkt dat kinderen voor sommige dingen niet klaar zijn, ze blijven dan simpelweg niet plakken, hoe vaak je ze ook uitlegt.

Na een tijdje waren hun papa en ik er helemaal klaar voor. We gingen het 'proberen'. Het leek ons zeer onverstandig om dit te delen met de kinderen, of eigenlijk met wie dan ook. De kinderen bleven er over speculeren. Nu konden we antwoorden: 'je weet nooit, soms heb je geluk en krijg je een broertje of zusje, maar dat is altijd afwachten'.  Dat was al een beter antwoord dan ons gestotter eerder.

En toen brak de tijd aan dat we wisten dat ik zwanger was, maar het nog te vroeg was om het aan de kinderen te vertellen. De eerste tijd weet je dat je een verhoogd risico loopt dat de zwangerschap toch nog mis gaat. Ik zag er zo naar uit om het de kinderen te vertellen, de weken kropen voorbij. We hadden de eerste echo met 9 weken. Alles zat goed en we besloten het de kinderen te vertellen. Voor allebei hadden we een kaart gemaakt, met een echofoto, een lijntje zo groot als de baby nu was en wat hij woog.
Twee paar verbaasde ogen keken ons aan. Ze vroegen of het echt was. Ja het was echt!
Ontroerend om die bekjes te zien. Wat waren ze blij! Eindelijk!

Ook wij zijn natuurlijk erg blij. Rond 27 oktober wordt de nieuwe telg verwacht!

dinsdag 11 februari 2014

De kunst van het opvoeden: Fatsoensnormen

Vorig jaar was in het Dordrechts Museum de expositie: 'De kunst van het opvoeden. Opvoeden door de jaren heen'.
Laten wij nou in Dordrecht wonen en zin hebben in een uitje op zondagmiddag. Leuk om te weten: het Dordrechts Museum heeft ook een restaurant waar je heerlijk kunt lunchen. De expositie hebben we 1 keer gezien, het restaurant inmiddels een keer of 5.

Ik ben niet zo'n museum-mens. Volgens vriendlief ben ik zelfs een heuse cultuurbarbaar. Mijn ouders waren verstandig, die gingen zonder mij en mijn zus naar een museum, als ze al gingen. Mijn schoonouders hebben wel wat aan cultuur gedaan en daardoor kom ik sinds een paar jaar ook eens in een museum. Met kinderen zou ik niet zo snel gaan, ik zie me al rennen: angstvallig kinderhandjes van dure kunstwerken afhouden, net nog een capuchon kunnen grijpen voordat ze door de infraroodbeveiliging lopen en stift wegpoetsen met een beetje spuug van een beeld. Ondertussen sis ik niet anders als 'sta stil', 'doe rustig', 'niet zo hard' en 'blijf nou es hier'. Tegenwoordig zijn musea 'kindvriendelijk' dat betekend: interactief en dat betekend weer: overal hangen beeldschermen en daar hangt een toetsenbord en muis aan. Ga je naar een museum om je kroost is weg te halen van een scherm, hangen ze in het museum tussen de schilderijen.
Fijne is, hun moeder heeft ze al meegenomen naar het Louvre vorig jaar, dus ik ben voorlopig gevrijwaard van kind & kunst.

Het leukste aan het Dordrechts Museum waren de discussiekaarten. Tussen ieder paar schilderijen hing een bakje met kaarten. Telkens andere en de bedoeling was: spaar ze allemaal.
Dit was een leuk museum! Nadat ik mijn kartonnen kaartjeshouder in elkaar had gevouwen ben ik hard aan het verzamelen gegaan. Binnen een half uurtje was ik klaar. Op naar het restaurant dacht ik, maar vriend was nog niet halverwege, dus ben ik mensen gaan kijken.  Mensen zijn namelijk dynamisch, schilderijen statisch. Wist je dat in musea met name mensen van boven de 50 komen? En dat in ieder groepje een 'kunstkenner' zit, die dan de andere leden van het groepje vragen stelt en dan zelf alvast het juiste antwoord geeft? Het percentage 'mensen met een spijkerbroek' is in het museum erg laag vergeleken,  laten we zeggen, mensen bij de V&D. Het aantal mannen met een rode broek is daarentegen veel hoger dan op een gemiddelde dag in de Albert Heijn. Grappige weetjes. Geen wetenschappelijk onderzoek. Wel opvallend.

Nu zit ik dus met een stapel discussiekaarten.
Op de eerste discussiekaart staat: 'moet de overheid zich met fatsoensnormen bemoeien?'.
Geillustreerd door een foto van een jochie van een jaar of drie met zijn middelvinger in de lucht.
Mijn eerste reactie is nee. Maar wat is bemoeien? Neem bijvoorbeeld de ratings op videogames. Best handig. Mocht ik het spel niet kennen, dan zie ik al meteen aan de voorkant dat op GTA:3 het symbool 18+ staat. Ouders moeten daar dan wel naar kijken.
Zo zat er gisteren bij zwemles een kind van een jaar of 8 naast me GTA te spelen. Telkens als hij over iemand heen reed riep hij: 'yes!'. Hij stal auto's, reed over mensen heen, reed zijn auto in de prak, stapte uit, zette zijn pistool op iemands hoofd, haalde de trekker over, zocht naar de volgende persoon, jatte nog een auto en herhaalde voorgaande. Moeder zat ernaast. 'Is dat een gratis spelletje?' vroeg ze. 'hmhm' antwoordde haar zoon. Ik leunde van mijn ene been op mijn andere. Geërgerd. Wist ze nou echt niet wat hij aan het spelen was? Moest ik het anders even uitleggen? 'Mevrouw, uw zoon speelt een spelletje wat eigenlijk voor 18+ is, hij bedreigt mensen met een pistool, schiet ze dood en hij kan in dit spelletje ook dames van plezier oppikken, wist u dat!?'.
Niets gezegd.
Mijn zoon weet ook precies hoe GTA gaat, gespeeld bij een vriendje. Hetzelfde vriendje wat pornofilmpjes op de computer had gevonden en vol trots liet zien. Geschokte zoon, 'dat mensen dat doen!' zei hij. Hij wilde er niet meer spelen. Ik gelukkig, hoef ik het in ieder geval niet te verbieden.
Balen is het wel. Sta je dan, met je voorlichtingsboek van Sanderijn van der Doef met getekende plaatjes. Wat mij overigens al expliciet genoeg is.

Moet de overheid zich bemoeien met fatsoensnormen. Graag bij mensen die hun porno niet weten te verbergen voor een kind van 8. Verder is advies mooi. Als je geholpen wil worden, laat het dan laagdrempelig zijn.

dinsdag 26 november 2013

Stiefouder: lust of last?

Er zijn steeds meer samengestelde gezinnen.
Kijk ik eens rond in de klas bij zoon of dochter, dan zijn er veel andere kinderen met gescheiden ouders. Op het schoolplein ben ik lang niet de enige stiefouder die de kinderen van school haalt. Tot nu toe heb ik echter geen andere stiefmoeder kunnen ontdekken, wel drie stiefvaders die met regelmaat het kroost uit school halen.
Het is best logisch dat ik een van de weinige stiefmoeders ben die de kinderen uit school haalt. Nog steeds blijven over het algemeen kinderen na de scheiding bij hun moeder wonen en zijn de kinderen in het weekend bij hun vader. Steeds meer vaders willen hun kinderen vaker zien dan eens per twee weken een weekend. En zo zijn er dus meer fulltime stiefvaders dan stiefmoeders.

Door de toenemende hoeveelheid samengestelde gezinnen, is er ook een explosie van stiefouders. En die zijn zich gaan verenigen. Zo hebben we al Stichting Stiefmoeders, maar er is ook al 25 jaar (jawel) 'Nieuw Gezin Nederland', Stichting voor Stiefgezinnen.
Dit jaar op het jubileumcongres: 'Stiefouder: lust of last? Het leven van een nieuw gezin door de ogen van het kind'. En wat blijkt uit recent onderzoek? (Gelatt e.a. 2010) Kinderen ondervinden vaak meer stress van de komst van een stiefouder dan van de scheiding zelf.

Als stiefmoeder zijnde, is mijn eerste gedachte dat dit onderzoek natuurlijk nooit kan kloppen. Stiefmoeders zijn schatjes, ze hebben alleen maar een slechte reputatie! Hoe slecht kan je zijn als je vrijwillig je ontfermt over andermans kinderen? Als je (weer vrijwillig) poep onder kinderschoenen vandaan haalt, over je heen geniest of gespuugd wordt, als je midden in de nacht je bed uit gaat voor een slokje water, je in weer en wind op het schoolplein staat te wachten (oh ja, klassendienst, sorry was ik vergeten) en bovenal als je week na week braaf, in de stikhitte, bij zwemles zit. Stiefouders zijn aardse engelen.

Of toch niet?
Enkele quotes van (andere) stiefmoeders:
'Die kinderen van hem, die maken echt te veel troep. Als zij er zijn ligt overal wat en ik mag het achter hun kont aan opruimen. Mijn kinderen hebben tenminste geleerd op te ruimen. Laatst lagen er wel drie handdoeken op de kamer van stiefdochter! Dan is het toch niet zo gek dat ik daar wat van zeg'.
'Ik sta bij mijn man onder zijn dochter. Hij vind háár gewoon belangrijk dan mij. Wat kan ik hieraan doen?'
'Sinds is samenwoon met mijn vriend en zijn kinderen ben ik er ziek van. Ik heb gewoon niets met die kinderen. Ze zijn er ook zo vaak.'
'Op zondagavond moeten we weer naar die (h)ex. De kinderen terug brengen. Van mijn vriend moeten we dan even naar binnen. We kunnen die kinderen toch ook gewoon voor de deur afzetten? Ik snap niet waarom mijn vriend daar naar binnen wil, ze doet al alles om hem te zien te krijgen en hij werkt er gewoon aan mee.'
'De kinderen zijn 1 dag bij hun moeder geweest en ik kan weer helemaal opnieuw beginnen met de opvoeding!'
'Willen we net een keer uit eten, is 1 van zijn kinderen weer ziek. Dat kind is altijd ziek. Volgens mij wil ze gewoon niet dat we samen iets doen.'
'We hebben besloten het woordje 'stief' door te strepen. Ik ben gewoon mama en ik wil ook dat ze me zo noemen. Ik zorg ook voor ze en aan hun eigen moeder hebben ze niets, al zien ze dat natuurlijk zelf niet in.'
'In een hondenroedel staan de pups ook onderaan de hierarchie, zo moet dat bij mensen ook. We zijn immers ook kuddedieren. Dus staan de kinderen hier onderaan de hierarchie. Als je een hond op 1 lijn plaatst met zijn baasje dan krijg je ook een valse dominante hond.'

De laatste komt niet bij mij vandaan. Zelfs als hondentrainer ben ik het niet met de uitspraak eens.
Tref je een stiefmoeder die voor je bepaald dat je haar voortaan 'mama' moet noemen, dan snap ik dat je erg veel stress hebt.
Denk ik dan even verder na, dan snap ik wel dat een nieuwe stiefouder best wat stress met zich mee kan brengen. Eerst had je een vader en een moeder. Die gingen uit elkaar, dat was een hele schok. Ze gingen apart wonen en je wisselt in het weekend van huis. Niets is meer zoals het was. Maar je hebt wel je eigen kamer nog en je eigen papa en mama met hun eigen regels. Dan krijgt papa of mama een nieuwe geliefde. Als je pech hebt gedraagt je papa of mama zich ook ineens helemaal verliefd. Dan komt de dag dat je voorgesteld wordt aan deze nieuwe geliefde. Misschien heeft ze een haakneus of heeft hij enge ogen. Hij praat gek of zij zit de hele tijd maar aan je vader te plukken. Dan komt die man of vrouw bij jullie wonen. Als je geluk hebt wordt dat eerst met je besproken. Heb je pech dan krijg je gewoon de mededeling.
Het huis moet ook van de nieuwe geliefde worden, logisch, maar je oude vertrouwde bank moet plaats maken voor een nieuwe. Die nieuwe ouder heeft ook andere gewoonten. Zo moet je ineens 'pardon' zeggen als je een boertje hebt gelaten, ook al is het met je mond dicht. Ze eet van een plat bord, terwijl jullie gewend waren om van een diep bord te eten.

Wij doen het erg goed.
Tenminste dat zegt onze omgeving en ook op de school van de kinderen krijgen we complimentjes. Ze weten vaak niet of ik nou 'de echte' moeder ben, maar ach, dat vergeef ik ze dan maar. Wij vinden het normaal dat je als (stief)ouders goed met elkaar omgaat. Dat je de kinderen op nummer 1 zet. Wij kunnen als stiefouder dus best wel eens een aanwinst zijn. Want met onze eigen gewoonten zijn we ook een verrijking, zoiets als een andere cultuur leren kennen, maar dan in het klein.

Helaas ben ik niet gevraagd als spreker op het congres, dus zal ik hier even mijn advies geven.
Stiefouders die de kinderen eens in de twee weken een weekend hebben, moeten niet zeuren. Je bent volwassen, pas je dat ene weekend maar fijn aan. Ga met vrienden of vriendinnen wat leuks doen, ga met papa en de kids naar de bios (hoef je niet te praten) of verzin iets anders. Natuurlijk mag je grenzen stellen. Zo mag je er best wat van zeggen als het kind je fysiek te lijf gaat, tegen je scheld, je muren vol kalkt met permanent marker of met een schaar je kleding tot poppenkleertjes omtovert. Laat dit zoveel mogelijk over aan de biologische ouder. Je hebt namelijk haast geen opvoedkundige rol en geloof me, daar zitten zowel jij als die kinderen ook helemaal niet op te wachten. Ben leuk, ben gezellig, bak koekjes en incasseer kritiek, want helaas, echte moeders bakken betere koekjes. Kortom: ben vriendelijk en duidelijk en laat verder zoveel mogelijk aan de ouders over. Scheelt je een hoop gezeur en de kans is groot dat binnen no-time jij de nieuwe beste vriend van je stiefkind bent.

Ben je 'full-time' stiefouder? Oftewel, woont het kind in kwestie een groot deel van de week bij jullie, dan ben je ook opvoeder en dan wacht je een lastige taak, maar als je het goed aanpakt, wel een hele leuke. Mijn advies is dan om eerst te bedenken of je ouder wilt worden. Graag dit bedenken voordat je een relatie met een vader of moeder aangaat. Vervolgens moet je wennen aan het idee dat je nooit echt een ouder zal worden. Met regelmaat zal het lijken alsof je echt net zoveel meetelt als de echte papa en mama, maar dat is niet zo. Je bent altijd nummer drie, daar moet je tegen kunnen. Kinderen hebben maar 1 papa en maar 1 mama.
Als stiefvader heb je het vaak wat makkelijker omdat de verzorging en opvoeding van de kinderen toch nog voor een groot deel bij de moeder/vrouw ligt.
Zo hoor ik papa hier zelden zeggen: 'hang je jas eens netjes op' of 'boven je bord eten'. Ik daarentegen zeg dit soort dingen ongeveer de hele dag door. Opvoeden is herhalen.
Zorg dat je op 1 lijn zit met de ouders. Dat betekend dat je soms regels moet doorvoeren waar je niet achter staat, maar dit zal bij eigen kinderen vast ook wel het geval zijn. Soms heb opvoedregels die voor jou erg belangrijk zijn, maar voor de ouders weer niet zo.
Ik ben bijvoorbeeld opgevoed dat ik met mes en vork in de hand moest eten. Vork in je linkerhand, mes in je rechterhand, geen ellebogen op tafel. Met 1 hand je eten naar binnen werken? Dat was er echt niet bij. Flauw dat ik dit vond!
Nu erger ik me aan dat eten naar binnen schuiven, of je vork in een stuk vlees prikken en vervolgens afhappen. Nu zeg ik: 'hoe moet dat nou als je een vriendinnetje krijgt? Ga je dan ook als een mijnwerker zitten eten?!' Ik weet dat vader en moeder ook graag met 1 hand eten. Vader gebruikt zelf zelden een mes.. En dus laat ik dat ook voor het grootste gedeelte gaan. Zo kies je dingen die voor jou echt belangrijk zijn en dingen die voor de ouders echt belangrijk zijn. Geven en nemen. Zoals het hele leven eigenlijk.
Ondanks dat ik stiefmoeder ben, dus misschien wel een enorm stress veroorzakende lastpost, ben ik toch de liefste Margje van de hele wereld én het hele sterrenstelsel én het hele heelal, zo heb ik mij laten vertellen.
Nou daar doe ik het wel voor!

donderdag 10 oktober 2013

Meidenpraat

Ze zijn vier en zes, maar ze doen niet onder voor ons.
Het zijn echte meiden en dus bespreken ze echte meidenzaken.

Ze zitten achterin de auto, mijn dochter van zes en mijn nichtje van vier. Ze zien elkaar minstens 1 keer per week en ze kunnen heel lief spelen en heel goed ruzie maken. Zoals echte meiden dat doen.
Het leuke aan kinderen is, dat ze niet doorhebben dat als jij voorin de auto zit en zij achterin je ze prima kunt horen. Dus bespreken ze allerlei zaken en moet je voorin proberen goed je lach in te houden.
Topic van deze week: verkering.
'Ik ben verliefd' zegt mijn nichtje trots. 'Op wie?!' vraagt mijn dochter heel nieuwsgierig.
'Op Richangelo.'
'En is hij ook op jou?'
'Ja, hij is ook op mij verliefd.'
'Hebben jullie verkering?'
'Ja!'
Er klinkt een hoop gegiebel op de achterbank.
'Maar', vraagt mijn dochter, 'heb je  één verkering, of heb je twee verkerings?'
Geen antwoord. Ik gok dat mijn nichtje geen idee heeft waar het over gaat.
'Ik had twee verkerings' gaat mijn dochter verder. 'Toen ik nog in groep 1 zat. Toen was ik op twee jongens verliefd. Maar nu heb ik nog maar één verkering hoor.'
'Ik ook' zegt mijn nichtje.

Later zitten ze met zijn tweeën in bad. De barbie's gaan ook mee. Twee vrouwen, twee mannen en twee kindjes. Eerst wordt er druk gediscussieerd over wie de baby met het uitgetrokken haar krijgt. Geen van tweeën willen ze een kale baby..
Ik sta de was op te vouwen. Ik denk aan mijn Oma die altijd zei: 'laat ze het maar uitvechten, als je ertussen komt heb jij het gedaan.' Slim die Oma van mij, niets bind meer dan een gezamenlijke vijand. Die Stiefmoeder/Tante die de hele baby afpakt omdat je het niet eens kunt worden. Of zegt: 'getal onder de tien, wie het raadt, mag de baby met haar'. Getal onder de tien is heel oneerlijk als je het getal niet raadt en juist heel eerlijk als je het getal wel hebt geraden. Hoe dan ook, er komt ellende van.
Na even bakkeleien zijn ze het eens, de ene krijgt de mooie man, maar de baby zonder haar. De andere krijgt de lelijke man, maar de baby met haar. Een eerlijke verdeling leek mij zo.
Ieder had nu een man, een vrouw en een baby. Maar een volgend dilemma droeg zich weldra aan.
'Wie is nou de stiefmoeder?' vroeg mijn dochter.
Mijn nichtje had geen flauw idee waar het over ging. Stiefmoeder? 'Ja', zei mijn dochter. We hebben een papa en een mama en een kindje, maar we moeten ook een stiefmoeder. En een stiefvader.'
Maar wie had nu de stiefmoeder? Niemand scheen de stiefmoeder te willen hebben, de echte moeder was way meer in trek.
Toen uitgevonden was wie dan de echte moeder had, was ook duidelijk wie dan de stiefvader had.
Het ging me wel wat aan het hart, al is het heel fijn om als stiefouder zo geïntegreerd te zijn.
Maar toen kwam mijn dochter met een geheel nieuwe verhaallijn: 'Oke' zei ze, 'de moeder en de vader waren gescheiden, maar toen werden ze weer verliefd en toen gingen ze weer trouwen.' Mijn nichtje vroeg zich nog af wat er dan moest gebeuren met de andere papa en de mama. Het meeste was haar al ontgaan, maar dat er nu twee barbie's overbleven in bad, dat viel wel op.
'Oh, die gaan ook met elkaar trouwen. Dat kan toch?' Toen werden de stiefpapa en de stiefmama zo over de rand uit bad gekieperd, want, de trouwerij ging beginnen.

Hart. Steek. Au.

woensdag 4 september 2013

Thuisblijfmoeder

Vandaag las ik de column van Marit van Bohemen in de nieuwste Kek Mama, het jubileumnummer. Eerlijk is eerlijk, ik was nooit fan van Marit. Komt door de reclame, je weet wel, die van 'Ik moet mijn moeder nog uit bad haaaaaaalllleennnn'. Daarna is het niet meer goed gekomen tussen Marit en mij.

Na het lezen van de column is onze relatie er niet beter op geworden.
Marit heeft drie kinderen, twee kinderen samen met haar vriend en een kind uit een eerdere relatie van haar vriend. Marit schrijft in haar column over het vinden van oppas voor haar jonge kinderen als zij aan het werk is. Ze dacht dat haar ouders vaak zouden oppassen, maar dat valt tegen. Opvang is duur. En dus kiest ze er naast opvang voor om zelf thuis te zijn en te werken tussen tien en drie.
Nu ergerde Marit zich erg aan een gesprek wat ze opving tussen twee oudere dames. Deze twee dames ergerde zich eraan dat kinderen tegenwoordig maar weggestopt worden in de creche of een opvang. Zij zaten vroeger thuis met een kopje thee te wachten op hun kroost.

Ik zou me ook ergeren aan zo'n opmerking, voornamelijk omdat het niet zo makkelijk is als het lijkt. Tijden veranderen en zo ook de oplossingen.
De reactie van Marit 'Alsof wij dat niet zouden willen. Alsof al die alleenstaande moeders of vaders, en al die gezinnen die hun schouders eronder moeten zetten om rond te komen, niet veel liever met dat kloterige kopje thee op hun kont zouden willen relaxen!'

Lieve Marit van Bohemen, je hebt kinderen. Denk jij dat het relaxen is met twee kinderen en een volle pot hete thee? Denk jij dat je rustig op je kont kan blijven zitten met kinderen? Kan jij rustig op je kont blijven zitten als je twee kids rond hebt lopen?  Denk je dat kinderen opvoeden, 24/7 relaxt is? Nou dat is het dus niet. Dat ervaar je zelf al, want je hebt amper tijd om te werken. Dan zijn er ook nog moeders, die hun kinderen niet laten overblijven, nee, die halen tussen de middag de kids op van school. Die eten een boterhammetje thuis. Zitten die ouders tussendoor op te bank te wachten tot ze hun kroost weer van school kunnen halen? Tot ze eindelijk weer boterhammen kunnen smeren, snotneuzen kunnen afvegen en veters kunnen strikken?
Deze ouders, die er al dan niet bewust voor kiezen niet (veel) te werken, die relaxen niet de hele dag. Die nemen de taak van opvoeden net zo serieus als jij.

Je raadt het al, ik ben zo'n (stief) moeder die merendeel van de week thuis is. Als ik werk, werk ik als de kinderen op school zitten en sterker nog: vaak doe ik nog vrijwilligerswerk ook! Daar verdien ik he-le-maal niets mee. Ongelofelijk he?
En weet je, mijn man heeft een bouwadviesbureau. Ja, in deze tijd. Verre van rijk, inderdaad.
Naast dat ik om gezondheidsredenen niet zoveel kan werken, heb ik er voor gekozen om het werk dat ik dan al deed, niet te doen, maar die energie in de kinderen te stoppen.
Maar op mijn kont relaxen.. dat doe ik in het weekend, als de kinderen bij hun moeder zijn.