maandag 18 maart 2013

Feedback

Je hoeft geen moeder te zijn om toch van het fenomeen gehoord te hebben: de vaders langs de kant van het voetbalveld die hun zoon 'aanmoedigen' en 'tips' geven. Tussen aanhalingstekens omdat:
  •  'Aanmoedigen' zou moeten aanmoedigen en niet ontmoedigen.
  • 'Schop nou eens tegen die bal', 'Loop nou eens door' & 'Sta daar niet als een standbeeld maar te staan' zijn geen tips. Dat noemen we kritiek.
Ik ken geen voetbalvaders of voetbalmoeders, want die schijnen ook te bestaan. Bij de anderhalf uur durende basketbaltraining lees ik een boek. Andere ouders gaan weer terug naar huis, drinken koffie of kijken anderhalf uur lang doodstil. Knap vind ik dat, anderhalf uur kijken naar dribbelende kinderen, zelfs al is het je eigen kind. Bij basketbal zijn het met name vaders. Fijne stille vaders.

Hoe anders is zwemles. Eerst zat ik boven op de tribune. Zwemles duurt 50 minuten en als je dochter in een nieuw badje zit is het enigszins boeiend om naar te kijken. Bij het zevende baantje 'kikkertje, visje, hap' lees ik toch verder waar ik vorige week bij basketbal gebleven was. Dat wil zeggen: als ik de kans krijg om ook maar een letter te lezen. Ik zat boven, op de tribune en voor dat ik mijn boek open deed keek ik opzij. Dom dom dom. Ik maakte oogcontact met mijn buurvrouw. Toen stak ze van wal. Over alle badjes die haar kind al gehad had, over oorontstekingen, buisjes, afwezige vaders, borstcrawl, roze oordoppen, badpak versus bikini, boze schooljuffen en tot overmaat van ramp: rammelende eierstokken. Geen letter gelezen.
Week erop maar aan de andere kant van de tribune gaan zitten. Meteen met mijn hoofd achter een dik tijdschrift. 'Hallo! Ik ben er ook weer hoor!' Wat een overbodige mededeling. Ze was er weer. Fijn. Bloedende oren, kan dat?

Deze week dacht ik slim te zijn, niks tribune, ik blijf gewoon beneden achter het glas zitten! Kan ik alles zien, is het minder heet EN kletskous had ik al naar boven zien gaan. Mooi! Dacht ik..
Vijftig minuten lang heb ik naast een gebarende, mopperende en vooral diep zuchtende moeder gezeten mét een blèrende peuter. Door het geblèr van haar peuter door kon ik haar horen zuchten met daarna de opmerking 'Wat is ze nou toch allemaal aan het doen?'. Heftig gebarend (mijn boek viel haast van mijn schoot zo schrok ik de eerste keer) naar haar dochter die 200 meter verderop niet hard genoeg zwom. Het enige kind met een badmuts op overigens. Ik keek het eens aan. Kind zwom gewoon. Op haar buik, daarna op haar rug. Ze was niet de snelste, niet de langzaamste. Ze ging soms wat scheef. Als ik dat zag, leunde ik alvast opzij, om de heftig gebarende armen van moeder te ontwijken. 'Zwem nou toch eens recht! Wat ben je toch allemaal aan het doen?!'
Was het de bedoeling dat ik daar antwoord op gaf? Ze was aan het zwemmen, beetje scheef, maar op je rug zwemmen en kijken waar je heen gaat is ook heel erg moeilijk.
Ondertussen had de huilende peuter zijn schoenen uitgetrokken. 'Die ga je zelf maar weer aantrekken!' Succes dacht ik nog, kind kan nog niet eens lopen.
De les was afgelopen, de kinderen mochten nog even in het water spelen. Gebaarmoeder gebaarde dat haar dochter niet mocht spelen. Trok dochter zich uiteraard niets van aan. Dus moeder gilt door het glas: 'Onder de douche jij, als je eens je best gaat doen mag je spelen!'. Kind kijkt, ziet een rood aangelopen moeder en draait zich om richting glijbaan. Wat een leuk kind!
In de kleedkamer staat Gebaarmoeder aan de andere kant, maar ik kan haar commentaar duidelijk horen. 'Je doet niet zó, maar zó en dat is niet goed! Wat had ik nou gezegd?'
Toegegeven, ik ben ook niet na iedere zwemles heel erg vrolijk. Als je in de snikhitte ziet dat de kleine dame lekker zit te kletsen met de buurvrouw iedere keer als de badjuffrouw niet oplet, dan kun je weleens geïrriteerd raken. Als je wilt dat je kind voor haar achttiende haar A diploma haalt, dan moet je af en toe even een kritische noot plaatsen. 'Af en toe' en 'even' kwamen niet in het woordenboek van deze moeder voor. Terwijl ze voor staat te doen hoe haar dochter voortaan moet duiken, staat haar dochter met haar duim in haar mond de andere kant op te kijken. 'Let nou eens op! Dat bedoel ik nou, jij let nooit op. Hoe moet je zo nou ooit iets leren? Kijk naar me, nu! Kijk hoe je moet duiken, ik doe het nog 1 keer voor.'
Eigenlijk wil ik er iets van zeggen. Vragen of ze zelf denkt dat dit gaat helpen. Of ze weleens van 'opbouwende kritiek' heeft gehoord en vooral: of er nog een einde komt aan haar tirade, want het begint mij toch ook echt behoorlijk te irriteren.
Ik hou me in. Want, leuk nieuws! Onze eigen kleine meid is door naar badje 3!
Vier weken geleden dacht ik nog dat ik een eigen stoel zou krijgen naast het zwembad, maar door toch een beetje streng te zijn en extra te oefenen met mama vind ze duiken niet meer eng, maar heel erg leuk! En door het gat zwemmen is niet langer reden tot buikpijn, maar een teleurstelling als het een keertje niet hoeft.
Om een beetje tegenwicht te bieden aan Gebaarmoeder en hopend misschien het goede voorbeeld te geven heb ik extra complimentjes gegeven. 'Zie je wel, oefenen helpt! Je hebt het hartstikke goed gedaan!'

Nog een week de tijd om na te denken waar ik volgende les zal gaan zitten...