vrijdag 19 december 2014

2014: samengevat

Zoonlief verteld graag, veel en het liefst op luide toon.
Hij vertelt over spelletjes, strips en films. Vraag je hoe het op school is geweest dan is zijn standaard antwoord gek genoeg enkel 'leuk'. Op de vraag wat gedaan heeft is zijn antwoord altijd 'hetzelfde als gisteren'. Als hij even niet over spelletjes mag praten, dan komen wel de verhalen over school. Er zit een limiet aan het aantal verhalen dat hij mag vertellen over spelletjes. We hebben het hier namelijk over computerspelletjes. Het hele spel krijg je, letterlijk, stap voor stap uitgelegd. Tot in detail krijg je te horen hoe eindbazen verslagen zijn en hoe races gewonnen worden. Welke nieuwe figuren vrij zijn gespeeld en hoe die er uit zien, wat ze kunnen en welke hij nog vrij moet spelen en wat die kunnen. Wat dat betreft heeft hij best pech met mij als stiefmoeder. Ik ben een huis zonder gordijntjes voor de ramen, is mij ooit is uitgelegd. Oftewel: alle prikkels komen binnen. Ik kan niet zo goed tegen (harde) geluiden, fel licht of veel bewegende beelden, maar ook niet tegen veel aanrakingen of veel mensen om me heen. Teveel indrukken tegelijk. Kan mijn filter niet hebben.
Waar andere prima kunnen luisteren zonder daadwerkelijk te luisteren, bezit ik die gave nog niet. Overigens ligt het niet alleen aan mij gelukkig, ook papa kan soms geen spelletjesverhaal meer horen, of de letterlijke vertolking van een film (inclusief gebaren en bijpassende stemmen). Voor zijn zus ik het ook niet altijd  leuk, want als ze adem wil halen tijdens haar verhaal, sluit haar broer naadloos aan.
Dus hebben we de 'samenvatting' geïntroduceerd. Niet alleen is het beter te volgens voor ons, hij kan over meer dingen vertellen en hij leert ook nog eens een nuttige vaardigheid. Iets wat hij op school ook steeds meer nodig heeft.
Samenvatten is nog niet eenvoudig. Je moet de rode draad van een verhaal kunnen ontdekken. Waar gaat het eigenlijk over? Wat zijn hoofdzaken en wat zijn bijzaken? Welke dingen moet je vertellen zodat een verhaal nog klopt? Helemaal niet zo eenvoudig dus.
Het levert dus af en toe best wat frustratie op als wij vragen of hij de samenvatting wil vertellen in plaats van de hele film.
Dat goede vertellen komt hem overigens wel heel goed van pas. Gisteren trede hij namelijk op met zijn klas, een musical waarin hij de hoofdrol had. Hij deed het echt prachtig. Ook zijn zusje van nog maar tien weken kan ademloos naar hem kijken als hij haar een verhaal verteld.

2014 was een bewogen jaar voor ons allemaal. Zelden gebeuren er zoveel leuke en trieste dingen, zo vlak achter elkaar.
Ons 2014 van maand tot maand, uiteraard goed samengevat!

Januari
Deze maand staat in het teken van bijkomen. December is een enorm drukke maand. Voor de meeste mensen, maar wij hebben ook twee jarige kinderen in december. Dus naast Sinterklaas, Kerst en Oud- en Nieuw, vieren wij nog twee verjaardagen voor familie en hebben we nog twee kinderfeestjes. Hoera.
Helemaal bijkomen deze maand is er niet bij, de eerste week van het nieuwe jaar is ons lieve nichtje Sophie alweer jarig en in de laatste week Opa. Maar dat zijn verjaardagen bij iemand anders thuis, stukken beter te doen!
Het jaar begint verder rustig, de kinderen gaan weer naar school en we hervinden ons ritme.

Februari
De eerste nare gebeurtenis van dit jaar gebeurt op 3 februari. We hebben ontbeten, de kinderen zijn naar school. Ik drink koffie, rommel wat in huis en ga boodschappen doen. Als ik terug kom rond een uur of 11 ligt mijn kat Gizmo wel heel stil in de konijnenkooi. Huh? Kat in de konijnenkooi? Ja, wij hebben vaak opvangkatjes, kittens die geen moeder meer hebben komen dan hier wonen tot ze oud genoeg zijn om naar een nieuw baasje te gaan. 's nachts slapen ze in de konijnenkooi, als ze heel jong zijn, ook overdag. Onze eigen katten, we hebben er vier, liggen daar ook graag in, niet in de laatste plaats om kittenbrokjes te pikken.
Ik roep Gizmo, maar ze reageert niet. Ik raak haar aan en schrik, ze is koud en stijf. Ik sla mijn handen voor mijn mond van schrik en een rilling trekt door mijn lijf van dat nare gevoel.
Ik denk meteen aan drie jaar terug, toen mijn Oma overleden was. Ik was zo dom om haar, anderhalf uur na haar overlijden, nog een kus op haar voorhoofd te geven. Dat koude nare gevoel vergeet ik nooit meer.
Ik probeer mijn zus te regelen om de kinderen uit school te halen, maar ze kan er niet op tijd zijn. Ik ga zelf, veel te plomp vertel ik ze dat Gizmo dood is. Ze schrikken natuurlijk, vooral omdat ik begin te huilen. Ik had niet de tijd gehad me goed te kalmeren. Ik vind het goed dat kinderen mijn emoties zien, maar wel graag de beheerste versie. Ik geloof dat je kinderen opvoedt door voor te leven. Ze leren hoe het leven in elkaar zit en hoe ze daar het beste op kunnen reageren door te kijken naar hoe hun ouders en andere belangrijke personen in hun leven dat doen. Verdriet hoort bij het leven. Ze mogen dus zien dat ik verdriet heb, dat ook volwassen mensen huilen, of het soms even niet weten. Toch is het lastig om dat wel op een beheerste manier te doen. Ik ben verdrietig, maar kijk, dat gaat ook weer over. Ik wist het even niet, maar kijk, nu weet ik het weer wel. Mijn zus komt naar ons toe. Zoon wil Gizmo zien, ik vind dat niet goed. Het ziet er eng uit, ze voelt nog enger. Haar ogen zijn open, maar zijn zonder leven. Ik wil niet dat hij dat ziet. Dat is een beeld wat je heel erg bij blijft, dat wil ik niet voor hem.



Ik weet het nog niet, maar deze dag gebeurt er ook iets heel vrolijks. Maar daar kom ik pas over twee weken achter.
Mijn zus houdt mijn menstruatiecyclus beter in de gaten dan ik zelf. Zij stuurt me dan ook een berichtje om te vragen of ik al ongesteld ben geworden. Ik antwoord van niet. Of ik dan al een test heb gedaan. Nee, ook niet. Ik voel me namelijk niet zwanger. Ze hamert erop dat ze erop staat dat ik die test, vandaag nog, ga doen. Eigenlijk om van haar af te zijn, doe ik een test in de badkamer. Vriendlief is net thuis, dus kan ik even ongestoord naar de wc. (hoe je dat gaat waarderen als je kinderen hebt: ongestoord naar de wc kunnen.)
Tot mijn grote verbazing verschijnt er 'zwanger' in beeld. Ik zit jubelend op de wc. Kalmeer mezelf en roep de aanstaande papa naar boven. 'Schahaaat! Kun je even komen?' Hij vraagt gelukkig niet waarom. Als twee glimwormen staan we naar het schermpje 'zwanger' te staren. Mijn zus stuurt de vraag of ik al een test heb gedaan. Ik vraag of ze die avond een kopje koffie wil komen drinken. Ze doet alsof ze niets door heeft en nodigt me bij haar thuis uit.
Ik kan niets tegen de kinderen zeggen, dat vind ik heel moeilijk. Ze vragen al tijden om een broertje of zusje. Maar we willen het pas vertellen als we een goede echo hebben gezien. Of het valt ze echt niet op of ze zeggen niets van dat glimwormen hoofd van ons.


Maart
Mijn wereld staat op zijn kop, maar dat weten maar weinig mensen. Fedora mag afzwemmen voor haar A-diploma deze maand en ik ben zo trots als een pauw. Zwemles is geen grap. Het is warm, duurt lang en kost bergen geld.
Ik krijg last van zwangerschapskwaaltjes, meest vervelende: migraine, gelukkig weet ik hier nog niet dat dit aanhoudt tot de zesde maand en zo'n drie a vier keer per week gaat plaatsvinden.
Ik heb een schrijfwedstrijd gewonnen. Het loopt alleen helemaal in de soep, de dag van de uitreiking belt de organisator af. Het boekje zal uiteindelijk nooit gedrukt worden. Heb ik weer.
Mijn kleine nichtje is eind deze maand 1 jaar geworden, wat vliegt de tijd.



April
Hehe.. eindelijk de eerste echo. Ik ben zwanger van een klein boontje. Maar wel een heel schattig boontje, het mooiste boontje van de wereld.
We kunnen het de kinderen vertellen, yes! Hier heb ik echt naar uit gekeken.
Voor allebei heb ik een kaart gemaakt met de foto van de echo erop. In de kaart heb ik een lijntje getrokken, zo groot als de baby nu is. Hij weegt ook al twee gram, jawel! Dat vinden ze prachtig. 'Ahhh de baby weegt al 2 gram!' roepen ze in koor. Ze heel blij. Maar het blijven kinderen, ik zou er graag uren met ze over praten, maar na vijf minuten willen ze liever gewoon verder lezen in hun nieuwe boek. Genoeg babypraat!
Eind april gaan vriendlief en ik een weekendje naar Sauerland, even bijkomen. Halverwege knalt er iets onder de motorkap van de auto. Turbo kapot. We rijden 60 km per uur op de snelweg, heuvel op halen we niet meer dan 30 km per uur. Duitse ANWB gebeld, die kunnen hem niet maken. Dus maar via binnenwegen naar het hotel. De dag erna op zoek naar een garage, gevonden, heeft geen turbo liggen, dus helaas. We zijn aan het hotel gebonden, gelukkig had ik de wellness erbij geboekt. Blijkt in te houden: 1 koud zwembad en een bubbelbad waar je twee euro in moet gooien om tien minuten te kunnen bubbelen. Niet echt 'well' voor mijn humeur.
Zondag terug, vroeg weg, want we gaan via binnenwegen terug rijden, dorpjes door. Best leuk, alleen giet het pijpenstelen, tot zover dorpjes bekijken. Op de achterruit hebben we een A4tje geplakt, andere weggebruikers gaan namelijk erg kleven als je er vijf minuten over doet om van 0 naar 40 kilometer per uur te gaan. Toeteren en boze blikken.



Mei
In mei ben ik onder stroom gezet en voor dood achtergelaten door mijn fysiotherapeut, hadden de kinderen schoolreisje, zijn we allemaal een keer ziek geweest, is papa jarig, hebben we glasvezel gekregen en ga ik op zoek naar een nieuwe fysiotherapeut. Liefst eentje zonder moordneigingen.

Juni
De 20 weken echo is deze maand. We willen niet weten of het een jongen of een meisje wordt. De kinderen snappen er niets van. Zij willen wel graag weten of ze een broertje of een zusje krijgen. Zoonlief wil graag een broertje, al teveel meisjes in de familie vind hij. Ik beloof mijn best te doen om net dat extraatje mee te geven wat een baby een jongetje maakt. Maar beloven kan ik niets.
De school van de kinderen bespreekt de overgang naar een continurooster. Kinderen lijkt het geweldig, mij ook. Dat haasten iedere dag om de boterhammen er op tijd in te krijgen en weer op tijd op school te zijn. Laat staan de drama's van 'wie eet bij wie'. Sommige kinderen spreken graag met meerdere tegelijk af, dan kan er altijd wel eentje. Beetje sneu als er meerder kunnen alleen. Doordat ik zoveel migraine heb blijven de kinderen nu twee keer per week over. Vinden ze niet leuk.
Ik ga naar de bijeenkomst met uitleg over het continurooster. Een klein groepje ouders is tegen het continurooster. Ik heb me dood gelachen. Ik ben geen zeikmoeder, ik ben ervan overtuigd dat kinderen aardig wat kunnen hebben. Niet iedere moeder is zo. Zo zijn er moeders die dat maar niets vinden voor hun spruit: brood uit een zakje. Dat is zielig. De klaslokalen zijn net gevangenissen, bedompt en benauwd, zegt een andere moeder. Nu moeten ze daar een uur langer per dag inzitten! Een ander kind houdt niet van buiten spelen en die moet nu een half uur langer naar buiten per dag. Oh, en bidden ze wel netjes voor de maaltijd?! Wel dus. Maar hoe zit dat dan met danken na de maaltijd?  Minstens zo belangrijk.
Je leest het al, ik heb niet zoveel op met andere moeders en ook niet met bidden en/of danken.
Ze mogen mij weleens bedanken, iedere dag weer lekker gesmeerde boterhammetjes, die komen echt niet uit zichzelf op tafel!
Deze maand stop ik ook met het trainen van 'gevaarlijke' honden. Zo gevaarlijk vind ik die honden niet, maar risico's lopen wil ik nu niet. Honden voelen stemming heel goed aan, als ik twijfel, twijfelen zij aan mij. Niet de bedoeling.
Mijn nieuwe fysiotherapeut is top en dochter mag alweer afzwemmen voor haar B!
We hebben schattige babykatjes in de opvang en we ontdekken het loomen. Ik ben enthousiaster dan de kinderen.



Juli
Deze maand begint de zomervakantie! Wat zijn we eraan toe! Ik heb al vier maanden migraine. Af en toe een dag niet, dan heb ik alleen hoofdpijn, jeeh.
De kinderen moeten me al goed zat zijn, ik ben de vrolijkste niet, maar ze zijn nog steeds lief en zeggen er niets van. Misschien zijn ze bang dat hun hoofd eraf gesnauwd wordt of heeft iemand ze gewaarschuwd voor de onvoorspelbaarheid van zwangere vrouwen.
We gaan een dagje naar Duinrell, achtbanen zijn favoriet. Dochterlief besluit een half uur voor sluitingstijd dat ze toch ook in een achtbaan durft. Ze heeft dan zo de smaak te pakken dat ze boos is dat het park dicht gaat.
De kinderen mochten tot nu toe niet mee naar een echo. Het zijn medische echo's en het wordt afgeraden daar met kinderen heen te gaan. Ik heb een 3D echo geboekt om met de kinderen heen te gaan. Ze vinden het prachtig. Ze hebben ook veel vragen aan de echografiste. Of de baby al poepjes kan laten bijvoorbeeld. Goede vraag.
Van mijn ouders krijgen we een kinderwagen. Ik zoek hem uit op rijcomfort, hij moet met 1 hand te besturen zijn, handig voor de hond uitlaten.
Als ik in de auto stap om naar mijn schoonvader te gaan, ligt er een pakje op mijn stuur. Een klein vierkant pakje. Juwelendoosje! Kan niet missen. Ik kijk verbaasd opzij, daar zit vriendlief met een nerveuze, maar lieve lach op zijn gezicht. Ik maak het open: prachtige ring. Witgoud met diamantje. Heel elegant. Ik hou van simpel. Niet opzichtig, maar stijlvol. Er hoort een vraag bij, ik zeg ja. Ongelofelijk, ik ga ook nog trouwen! Had de hoop al opgegeven.
Eind juli gaan we in ondertrouw, want we willen voor de geboorte van de kleine nog trouwen. Ik ga een shoppen voor een jurk met mijn moeder en zus. De datum prikken we: 25 augustus. We willen het klein houden. Wat moet je veel regelen voor een kleine bruiloft en mijn god, wat is trouwen duur.



Augustus
Ik maak me zorgen om mijn hond. Mijn hond is mijn allerbeste vriend. Dat klinkt voor niet-hondenmensen heel gek. Hondenmensen snappen onmiddellijk wat ik bedoel. Mijn hond heeft vele momenten met mij meegemaakt, vriendjes kwamen en gingen, we zijn aardig wat keer verhuist en zijn door diepe dalen gegaan om er altijd weer bovenop te komen. Mijn constante factor is mijn hond. Met vlagen was hij de reden om op te staan.
Ik ga met hem naar de dierenarts. Hij is anders, ik kan er de vinger niet op leggen. Andere zeggen dat hij nou eenmaal wat ouder wordt, dat je dat ineens gaat merken. Hij is pas 11. Hij kan nog vele jaren mee. Hij wil de laatste tijd vaker naar buiten. Ik zeg tegen de dierenarts dat ik hoop hij iets mankeert wat makkelijk op te lossen is. Zodat ik duidelijk heb dat hij inderdaad iets heeft, maar dat het ook zo weer over is.
Hij heeft blaasontsteking. Wat een opluchting. Pilletjes mee en dat was het.
Helaas is het na anderhalve week nog niet over. Kan een bacterie zijn die die niet gevoelig is voor de antibiotica. Ik krijg andere pillen mee voor op vakantie. De urine gaat op kweek en ik krijg de uitslag als we op vakantie zijn. Ik zoek alvast een dierenarts op in Tsjechië zodat ik daar ook naar de dierenarts kan, mocht het nodig zijn.
De kinderen genieten met volle teugen van de vakantie. Het weer zit niet echt mee. Biko, onze hond, vermaakt zich uitstekend. In de grote tuin kan hij zo naar de boomgaard lopen en plassen wanneer hij moet. Ideaal als je last hebt van je blaas.
Toch kan de vakantie ze niet snel genoeg gaan, na de vakantie gaan we namelijk trouwen. Iets waar ze heel erg naar uitkijken. Voor zoonlief was het een van zijn grootste wensen, jawel!
Onze trouwdag is een prachtige dag. Zoveel lieve familie met zulke lieve wensen voor ons en mooie woorden. Ik ben ontroerd. De kinderen genieten er ook van, het gaat ze wel wat snel voorbij. Ze vinden het ook niet eerlijk dat ze niet mee mogen op ons huwelijksreisje van twee nachtjes naar Antwerpen. Ik zeg dat ik ze later, als ze zelf gaan trouwen, nog weleens vraag of ze het nog steeds zo oneerlijk vinden. Ze zeggen zeker te weten dat ik dan wel mee mag op hun huwelijksreis.
Helaas heb ik last van bekkeninstabiliteit. Ik kan geen trap lopen en maar kleine stukjes, maar de migraine is zo goed als over. Doe mij dan maar bekkeninstabiliteit.
Eind augustus hebben we een groeiecho. De echografist zegt dat alles goed is, maar twee dagen later word ik gebeld dat ze in het ziekenhuis een nieuwe echo willen laten maken. De groei buigt af. Ik hoef me geen zorgen te maken, maar dat doe ik natuurlijk wel. Van 'alles is goed' naar 'deze week nog naar het ziekenhuis' stelt me niet echt gerust.



September
Eindelijk thuis! Kinderen zijn weer naar school, hun nieuwe klas bevalt goed.
Tijdens onze vakantie kwam er een kattenoppas aan huis, twee keer per dag. Onze Siamees, Diesel, ook wel 's werelds dikste Siamees genoemd, was behoorlijk afgevallen in die twee weken. Het viel ons op, maar onze verklaring was dat hij het nou eenmaal niet zo naar zijn zin heeft als wij niet thuis zijn. Daarnaast was het echt nodig dat hij gewicht ging verliezen, onze gevarendriehoek.
Biko zijn blaasontsteking blijkt geen blaasontsteking te zijn. Bloed is afgenomen, röntgenfoto's  zijn gemaakt. Niets te zien. Biko voelt zich steeds minder goed, ik moet er 's nachts voor hem uit, soms een paar keer. Ik moet er zelf ook uit om te plassen, dus ik begrijp hem heel goed. Hij is dan wat van de kaart, kan me niet vinden terwijl ik recht voor hem sta of raakt buiten de weg kwijt en is mij dan aan het zoeken terwijl ik maar een paar meter bij hem vandaan ben en hem roep. Ik maak een afspraak bij een andere dierenkliniek voor een buikecho.
Voor de kleine spruit ga ik naar het ziekenhuis, ook deze echo zegt dat de kleine niet genoeg groeit. Ik moet voortaan twee keer week komen voor een ctg en een keer per week voor een echo.
Wat vertellen we de kinderen? Van Biko hebben we verteld dat hij zich niet zo lekker voelt. Ze hebben natuurlijk gezien dat hij medicijnen kreeg, tot nu toe waren de uitslagen goed, niets te vinden in zijn bloed. In zijn urine wel bloed en eiwitten, maar het is onduidelijk waar dat vandaan komt. Over de kleine spruit zeggen we niets. Vooral zoon maakt zich al zo'n zorgen. Als ik de hond ga uitlaten zegt hij me dat ik goed uit moet kijken bij het oversteken en hij droomt af en toe dat ik aangereden word en de baby en ik dood zijn. Als we het over de geboorte van de baby hebben zegt hij soms 'als de baby dan nog leeft'. Ik vind het een beetje eng, hij neemt een slag om de arm, ik ben bijna bang dat hij voorspellende gaven heeft. We stellen hem zoveel mogelijk gerust natuurlijk.
In het weekend gaat Diesel ineens heel erg achteruit, hij lijkt per dag af te vallen. Op zondag loopt hij moeilijk en op maandag wil hij niet eens meer opstaan. Ik ga meteen naar de dierenarts. Bloed wordt afgenomen en hij wordt opgenomen. De bloeduitslag laat een sterk verminderde nierfunctie en verhoogd suikergehalte zien. Zou goed suikerziekte kunnen zijn. Diesel krijgt voor zijn astma al wat jaren prednisontabletjes. Hij kan daardoor adem halen, maar het geeft wel een verhoogde kans op suikerziekte. Hij vertikt het daar te eten of te drinken, hij ligt aan een infuus en als hij mij hoort bij de balie begint hij te mauwen. Zijn echte Siamezenmauw. Alle medewerkers zijn dol op hem, hij is lief en kroelerig en zo makkelijk. Ja, dat is Diesel. Iedere dag een pilletje, iedere dag twee keer oogjes druppelen, maar hij vindt het prima. Aandacht is aandacht en aandacht is leuk. Je kunt zonder narcose echo's en röntgenfoto's bij hem maken, bloed afnemen, infuusjes prikken en zijn pootje in het verband doen. Hij spint erbij. Als de dierenarts naar zijn hartje moet luisteren, moet ze dat doen terwijl ze hem bij een lopende kraan houdt, zodat hij even stopt met spinnen.
Terwijl ik gebeld word dat ik Diesel die avond op mag halen omdat ze denken dat hij thuis wel zal gaan eten, zit ik met Biko bij de andere dierenarts voor zijn echo. We moeten lang wachten, want er is een spoedgeval binnen gekomen. Een aangereden hond wordt op een brancard binnen gebracht. Hans gaat de buikecho doen, ik ken Hans al een tijd, ik kwam met mijn eerste dieren al bij hem. Hans is internist en een hele goede. Altijd eerlijk, neemt alle tijd voor je en legt goed uit. Hans verteld wat hij ziet, 'kijk, hier is de maag, ziet er goed uit. De darmen, ook netjes en hier is de milt'. Daarna zegt Hans niets meer. Hij maakt in stilte de echo, Biko piept en jankt. Dan zegt Hans dat we de echo gaan bespreken als Biko weer op zijn vier pootjes staat, dat praat makkelijker. Het is niet goed. Hij laat me de beelden zien die hij gemaakt heeft en wijst aan wat hij ziet. Grote tumoren in de blaas, vanuit de urinebuis de blaas in over de gehele blaaswand. Tumoren in de milt en in een nier. Biko moet veel pijn hebben. De enige eerlijke beslissing die ik kan nemen is hem uit zijn lijden verlossen. Hij kan niet meer beter worden, alleen maar meer pijn krijgen. Meer pijn dan pijnstillers kunnen stillen. Plassen zal steeds moeilijker gaan, het is een agressieve tumorsoort denkt Hans, gezien de grote en de vorm. Operatie is uitgesloten. De enige optie wat dat betreft zou zijn om zijn bekken in tweeën te splijten om bij de tumor in de blaas te kunnen komen. Een operatie die hij nooit zou uitvoeren.
Ik val stil. Hans vindt dat ik het rustig opneem. Of het wel met me gaat. Nou niet echt, maar ik ben nou eenmaal niet het type dat hysterisch kan huilen waar vreemden bij zijn. Daarbij, ik moet mijn kat nog ophalen, nog naar huis rijden, koken, kinderen op bed leggen en dan misschien, heb ik tijd om te huilen.
Als ik Diesel ophaal vertel ik meteen de uitslag van Biko. We maken een afspraak om Biko over een paar dagen in te laten slapen.
Manlief heeft de kinderen al voorbereid voor ik thuis kwam. Ze weten niet zo goed wat ze moeten zeggen. Zoonlief is heel verdrietig, Biko is zijn beste vriend, zijn eerste hond. Hij wil niet dat hij dood gaat. Ik wil dat ook niet. Hij begrijpt niet dat de dokters er niets aan kunnen doen, hij weet wel tien dingen die de dokters kunnen doen. Ze kunnen pilletjes geven of hem opereren. Waarom doen ze dat niet? Waarom moet hij dood?
Ik weet niet hoe ik het goed moet uitleggen. De kinderen begrijpen niet dat dood soms beter is dan leven. In hun ogen is dood het ergste wat je kan zijn. Ik ga hem een prikje laten geven waardoor hij dood gaat, terwijl ik hem ook niet kwijt wil. Dat begrijpen ze niet.
Met Diesel gaat het niet beter. Hij weigert te eten, ondanks de insuline die hij krijgt. Zijn bloedsuiker is te hoog, hij kan niet meer goed lopen en verstopt zich telkens. Hij komt niet meer op schoot en wil niet meer kroelen. Ik denk aan een alvleesklierontsteking. Op donderdagochtend moet ik eerst naar het ziekenhuis voor een CTG. Daarna ga ik met Diesel terug naar de dierenarts. Er wordt weer bloed afgenomen, zijn bloed heeft een blauwe gloed. Dat betekend dat zijn hart niet meer goed het bloed rond kan pompen. Telefonisch heb ik afgesproken dat we een 'snaptest' gaan doen om alvleesklierontsteking aan te kunnen tonen. De snaptest kan en vals negatief geven en is erg duur. Maar ik ben er eigenlijk zeker van dat dit het is. Hij heeft inderdaad een acute alvleesklierontsteking, pancreatitis. Niets aan te doen. Als ik niets doe, gaat hij uit zichzelf vandaag nog dood. Zijn hart redt het niet meer, hij zal moeite krijgen met ademen. Het beste kan ik hem meteen in laten slapen, dan is het lijden het kortst. Ik knuffel nog met hem, hij spint al niet meer. Hij krijgt een prikje om in slaap te vallen, dat gebeurt heel snel. De dierenarts controleert zijn hartslag en hij blijkt al te zijn overleden. De definitieve prik is dus niet eens meer nodig. De dierenarts staat met tranen in zijn ogen. Morgen kom ik namelijk terug, om mijn hond weg te brengen. Hij verzekerd me dat we wat betreft beide dieren de beste keuze maken. Hij heeft dit ook nog nooit meegemaakt, twee dieren zo ziek, zo plots, zo dicht op elkaar. Hij is ook bang dat ik me te druk maak, met die dikke buik.
Ik kan niet eens huilen. Op teveel fronten loopt het mis, baby, hond, kat. En dan nog de vele honderden euro's die ik in een paar weken tijd al uitgegeven heb. Met een baby op komst kun je iedere euro heel goed gebruiken.
Ik haal de kinderen uit school met de auto. Biko zit achterin. We gaan naar het bos met zijn allen. Biko nog lekker laten zwemmen, met hem spelen en kroelen. Morgen gaat hij dood.
Zoonlief wil eigenlijk liever bij een vriendje spelen. Ik zeg dat hij toch mee moet. Ik ben bang dat hij later anders spijt krijgt. Dat begrijpt hij wel. Ze knuffelen en kroelen met hem, ze gooien ballen tot hun armen moe zijn. Hun voeten worden nat in het water, maar ze vinden het niet erg. Ik maak foto's en geniet van die drie. De hond die ik kreeg omdat hij niet met de kinderen in zijn vorige gezin overweg kon. Dezelfde hond staat te piepen voor de deur als hij deze twee hoort.
Ik vertel ze van Diesel. Ze reageren er gelaten op. Er valt ook weinig te zeggen. Van Diesel hebben ze gezien hoe ziek hij was, dat hij niet meer wou staan en eten, dat hij omviel. Biko rent en springt en zwemt en knuffelt. Dat hij straks ligt te piepen van de pijn als zij op bed liggen, dat weten ze niet. Hij heeft een extra pijnstiller van mij gekregen en straks krijgt hij er nog eentje. Als hij het maar leuk heeft. Een grote hond rent bijna een van de kinderen omver, Biko gaat er tussen staan en stuurt de hond weer op weg. Stoere Biko.
De volgende ochtend moeten de kinderen naar school. Dochter moeten we overtuigen om Biko nog een knuffel en een kus te geven. Ze heeft al afscheid genomen zegt ze. Als het moeilijk wordt, sluit zij zich af. Ze beslist simpelweg om het niet te voelen. Ze gaat verder met de dagelijkse dingen. Zoon is in tranen, wil Biko niet meer loslaten. Ik wil dat hij naar school gaat zodat hij afleiding heeft. Hij raakt helemaal overstuur. Zegt dat we Biko moeten laten leven. Ik probeer het uit te leggen, maar het word me eigenlijk ook teveel. Ook papa heeft het er moeilijk mee. Hij neemt de kinderen toch mee en brengt ze naar school. Daarna begint het wachten tot we naar de dierenarts kunnen. Om tien uur word hij ingeslapen. Hij is heel snel weg en de dierenarts verzekerd me nog een keer dat ik echt de juiste beslissing heb genomen.
Diesel en Biko worden samen gecremeerd.

Na een week weer een groeiecho van de kleine. De groei blijft afnemen. Met het lichamelijk onderzoek zeggen de artsen telkens dat de kleine wel normaal aanvoelt. Ik blijf aangeven dat de kleine goed beweegt en het voor mij ook goed voelt.







Oktober
De artsen maken zich echt zorgen over de groei van kleine spruit. Ik voel nog genoeg bewegen en de CTG's zijn ook goed. Ze schatten de kleine op 2200 gram en de groei buigt steeds meer af. Ze willen inleiden met 37 weken.
We willen niet eigenwijs zijn en dus word ik de volgende dag opgenomen om ingeleid te worden. Mijn gevoel zegt dat de kleine er nog helemaal niet klaar voor is. Ik ook niet. Ik ben zwanger zijn nog helemaal niet zat. Er is ook nog geen millimeter ontsluiting, niets verweekt, alles nog helemaal dicht.Na drie dagen inleiden is voldoende ontsluiting om de vliezen te kunnen breken. Vier uur en kwartier later is ze geboren, onze mooie kleine meid. Ik dacht echt dat ze een jongetje zou zijn, papa had het wel goed. We noemen haar Felina. Het eerste wat ik dacht toen ik haar zag was dat ze helemaal niet zo klein was. Ze woog dan ook 2795 gram en was 48 centimeter. Ik ben blij dat het verkeerd ingeschat is. De kinderen zijn er een half uurtje na haar geboorte. Ze vinden haar prachtig. Zoonlief vindt het een beetje jammer dat het geen jongen is geworden, maar ach, een zusje is toch ook wel leuk. Ze stralen en vinden haar mooi, ook een beetje vies met al dat smeer.
Na twee dagen mogen we naar huis. Als we een paar dagen thuis zijn maakt de kraamverzorgster zich zorgen, Felina drinkt niet goed en ze ziet geel. De verloskundige komt, overlegt met de kinderarts en we moeten weer terug. We worden opgenomen omdat Felina prematuurgedrag vertoont, ze is er nog niet aan toe om alles zelf te doen. Drinken lukt haar moeilijk, een half flesje, hooguit. Ze slaapt zeker 22 uur per dag. Na een paar dagen in het ziekenhuis gaat het drinken niet beter, dus krijgt ze een sonde. De kinderen maken zich erg zorgen. Ook al zeggen wij dat ze helemaal gezond is, alleen wat moeite heeft met drinken, ze vinden dat ze niet voor niets in het ziekenhuis ligt, dan ben je ziek.
Na vijf dagen ziekenhuis mogen we naar huis. Het voelt alsof we weken weg zijn geweest.
In het ziekenhuis hebben papa en ik geleerd hoe we de voeding via de sonde moeten geven. Aan huis komt een kinderverpleegkundige.
Na een week drinkt Felina alles zelf en ze groeit goed. De sonde mag eruit!
Ik begin wel de pest in te krijgen dat haar gewicht voor de geboorte zo slecht is ingeschat, ze heeft er nu echt last van. We mogen maar weinig doen. Ze mag af en toe in badje, niet naar buiten en bezoek mag haar ook niet vasthouden. Allemaal om de prikkels te beperken.
Maar wat een heerlijke meid! Na de eerste hobbeltjes doet ze het heel erg goed. Broer en zus zijn apetrots. Meest leuke aan hun zusje? Ze heeft in bad gepoept! En iedereen mag het horen!





November
Deze maand staat in het teken van 'De Baby'. Gelukkig slaapt baby bij papa en mama op de kamer en krijgen de kinderen nog genoeg slaap. Papa en mama niet.. Baby maakt er de gewoonte van om vooral 's nachts lol te trappen, overdag slapen we uiteraard. Maar wat zijn we trots! Ze groeit als kool. Kinderarts en consultatiebureau zijn zeer te spreken over haar vooruitgang. We doen het dus goed!
Klasgenootjes van de kinderen komen graag spelen, ze hopen dan te kunnen knuffelen met baby, ze mogen even kijken, maar daar laten we het bij. Ook mogen er wat minder vaak kindjes komen spelen dan normaal. Al gauw is het erg druk voor Baby en dat uit zich in 's nachts niet slapen. Gelukkig begrijpen de kinderen het goed, ze is ook nog maar heel erg klein. Om eerlijk te zijn, zegt dochter lief, heeft ze zelf ook wel last van die vriendinnetjes, soms zijn ze wel erg druk!
Ze denken altijd aan hun zusje. Ook bij het schoen zetten voor Sinterklaas. Sinterklaas was er alleen niet helemaal op voorbereid dat Baby ook haar schoen zou zetten..


December
De maand van de feesten. Niet alleen komt Sinterklaas, de kerstman en het nieuwe jaar, ook zijn de kinderen allebei jarig. We feesten dus wat af deze maand!
Allebei de kids geloven dit jaar niet meer in Sinterklaas, maar onze nichtjes nog wel. Dus vieren ze het vol overgave mee. Als zeg dat ik 80 euro voor een Sinterklaascadeau wel erg veel geld vind, het geld groeit me tenslotte niet op de rug, waar Baby bij is, zeggen ze in koor 'Sssst! Baby gelooft nog!'.
Pakjesavond is een succes. Ik ben ergens wel blij dat ze niet meer in Sinterklaas geloven. Het scheelt een hoop stress, slapeloze nachten en buikpijn. Plus dat ze nu weten dat ze niet lief moeten zijn voor Sinterklaas, maar voor mij om te krijgen wat op hun verlanglijstje staat.

In de kerstvakantie gaan de kinderen met hun moeder naar Marokko. Een reis georiënteerd op kinderen. Zoonlief had er in de zomer nog erg veel zin in, maar hoe dichterbij het komt, hoe minder zin hij krijgt. Op het nieuws en op school gaat het over ebola, honger en oorlog: allemaal in Afrika. Marokko ligt in Afrika. Dat er geen oorlog en ebola is in Marokko, dat gelooft hij maar half. Ook zijn er slangen in Marokko en schorpioenen. Dan moet hij ook nog vliegen. Ik zeg hem gedag voor zijn vakantie. 'Ik zie je weer op je verjaardag!' zeg ik tegen hem. Hij kijkt me verschrikt aan. 'Als we neerstorten, heb ik nooit mijn tiende verjaardag kunnen vieren!' roept hij. Hij lacht er ook wel een beetje bij. Ze zijn nu een paar dagen in Marokko en ze hebben het erg leuk.

Dit was ons jaar. Een heel bewogen jaar. Met hoogtepunten en dieptepunten. Mijn grootste wensen zijn uitgekomen en mijn nachtmerries ook. Het was een raar jaar.



donderdag 27 november 2014

Surprises

Sinds vorig moeten de kinderen voor school een surprise maken.
Het begint met het bedenken wat ze willen maken. Dat begint standaard met het antwoord: 'weet ik niet'. Ik zeg dat ze er vooral rustig over na mogen denken.
Twee dagen later komen de wildste ideeën naar boven: jachtvliegtuigen, een echte politieagent, parkeergarage, de hemel, een kasteel, noem maar op.
Stuk voor stuk prachtige ideeën. Mijn volgende vraag: 'Hoe zou je dat willen maken?'
Dat weten ze niet. Geen idee.
Ik kom met wat tips. Het een is te moeilijk en het ander wordt volgens broer en zus niet mooi. Idee voor idee wordt direct naar de prullenbak verwezen.
Mijn humeur begint al wat aangetast te raken. Ik had me zo voorgenomen om dit jaar met extra veel geduld te helpen bij de surprises.
Ik maakte vroeger mijn surprises voor school huilend. Ik had geen idee wat ik wou maken en al helemaal niet hoe. Als ik dan eindelijk een idee had wat ik zou maken en hoe, viel de uitwerking ontzettend tegen. Ik had vast de stomste surprise van allemaal.
Onze kids maken zich niet druk, wij helpen toch wel om het een leuke surprise te maken? Wij laten ze toch niet naar school gaan met een stomme, lelijke surprise?
En zo kwam het vorig jaar dat ik aan tafel zat te buffelen op een gigantische lipstick terwijl zoonlief op de bank zat te lezen. Ik had niet door dat hij van tafel naar de bank verplaats was, zo druk was ik bezig.

Dit jaar is papa thuis als we met de surprises zijn beginnen. Ik blij. Dit jaar moeten de kids allebei een surprise maken. Papa houdt zich bezig met het in elkaar zetten van politieauto's. Ik help bij het maken van een voetbalveld. De kinderen voorzien ons van tips. 'Kun je niet beter..', 'Waarom doe je dat zo?', 'Ik snap er niets van!', 'Dat vind ik teveel werk hoor!', 'Ik ga dat echt niet allemaal uitknippen hoor!'. 'Maar pap, 1 ding snap ik echt niet..'.
We geven uitleg over hoe je rondjes knipt, wat handig is voor een doel en dat je een beetje rustig aan moet doen met lijm. Ja, plakband is makkelijker, maar dat zie je zitten. En nee, niet 'nou en', we maken een mooie surprise!
Binnen drie kwartier zijn er al een paar vloeken uit onze mond ontsnapt, er is al een bak koffie omgegooid, we horen iedere minuut minimaal twee maal 'nouhou, het lukt niet!' afgewisseld met: 'dit is stom!' en 'ik wil het niet zo maken!'.
Andere uitspraken:
Deze lijm plakt niet.
Volgens mij is dit een schaar voor linkshandige, hij knipt niet recht!
Ik stop ermee!
Niet iedereen is perfect. (bij de opmerking dat de middenstip niet in het midden zit)
Dit papier is gewoon scheef.
Doe jij het anders even..
Waarom helpen jullie haar/hem veel meer dan mij?!
Ik hoop dat ik ook zo'n mooie surprise krijg, anders is het niet eerlijk.

We denken erover allebei de kinderen naar bed te sturen en samen verder aan de surprises te werken. Gezellig, glaasje wijn erbij, chipje.

maandag 7 juli 2014

Een Opperdoezer

Ieder jaar rond dezelfde tijd hoor ik mijn moeder over de 'Opperdoezer'.
'Ze liggen weer in de winkel hoor!' zegt ze dan. Ze heeft heerlijke recepten speciaal voor de Opperdoezer. 'Kom je eten? Ik heb Opperdoezers!'.

Voor wie het niet weet: de Opperdoezer is een aardappel. Maar niet zomaar een aardappel.
De Opperdoezer heet eigenlijk de 'Oppendoezer Ronde' en heeft een eigen website. Volgens de website is het eten van de Opperdoezer bijna een heilig tafereel.
Ieder jaar wordt het eerste kistje Opperdoezers zelfs geveild. Dit jaar goed voor een opbrengst van 300 euro per kilo. Ja, je leest het goed, 300 euro per kilo voor het eerste kistje aardappelen.
Dat is nog niets vergeleken het eerste vaatje haring van dit jaar. Dat leverde € 56.500,00 op, maar dat was dan wel voor het goede doel. Een vaatje is ongeveer een kilo of tien, reken maar uit.

Dit jaar zag ik naast mijn eigen vertrouwde zak aardappelen een zakje Opperdoezers staan in de winkel. In plaats van vertrouwde aardappelen ging de zak Opperdoezers in het winkelwagentje. Door de zak vond ik ze er al wat krakkemikkig uitzien. Gedeukt, bruinige vlekken, kleine en groot door elkaar. Misschien valt het onder indoctrinatie, door jaren alleen positieve geluiden over deze bijzondere aardappel gehoord te hebben en, toegegeven, ze zijn ook erg lekker, moet je ze haast wel kopen.

Wat een klote aardappel.
Om te beginnen is hij niet te schillen. Hij heeft zoveel uitsteeksels, dat als je ze wil schillen met een dunschiller je ze daarna kunt koken in je eigen bloed. Krijgen ze vast een mooie kleur van.
De helft van de aardappel is rot. Zacht, bruinig spul wat je zo, hop, de vuilnisemmer in gaat.
Met een beetje geluk hou je nog een aardappel over ter grootte van een dobbelsteen. Met de vorm van een dobbelsteen, door al het schillen.
Ik kijk niet op een pitje of schilletje aan mijn aardappel meer of minder. Kinderen wel. Het kleinste bruine plekje, ter grootte van een sesamzaadje, zien ze al. 'Margje... Wat is dát?'.
Ik moet heel dichtbij komen om het te kunnen zien. 'Oh dat is nog een heel klein stukje schil, kun je gewoon eten.'
Helaas, dat doen ze natuurlijk niet. Schil eten. Of een pitje. Of een klein bruin plekje. Vervolgens wordt iedere aardappel minutieus onderzocht op afwijkingen.
Dus dobbelsteentjes worden het.
Dat betekend dat je kilo's moet schillen voordat je pan vol hebt waar je met vier mensen van kunt eten. Al kun je net zo goed schillen voor twee, want deze kleine rare aardappeltjes in de vorm van dobbelstenen gaan de kinderen natuurlijk nooit eten.. Zo hoort een aardappel niet. Zijn het eigenlijk wel aardappelen?
Kinderen denken altijd dat je ze iets raars probeert voor te schotelen onder het mom van iets dat normaal is. Aangeboren wantrouwen wat misschien soms wel een beetje terecht is.

Hier komt dus geen Opperdoezer meer binnen. Als we die heerlijke aardappeltjes willen eten, bellen we Oma wel dat we graag weer eens willen komen eten.

Lees ik net op de website van de Opperdoezer dat je hem ook heel goed kunt koken in zijn schilletje!
Wijze les: eerst lezen, dan schillen..

zondag 22 juni 2014

Wanneer gaan jullie eigenlijk een baby maken?

Het was de tweede keer dat ik kwam eten. Ik had pannenkoeken meegenomen.
Ik stop net een hap in mijn mond als één van de kinderen vraagt: 'Blijf je vanavond logeren?' en de ander daar meteen enthousiast aan toevoegt: 'jaaa! leuk!'.
Ik kijk naar hun vader, wijs naar mijn mond, net vol.. helaas, ik kan even niet antwoorden.
'Dat komt nog weleens.' zegt hun vader. Dan kijken ze beide naar mij. 'Ik kom eerst gewoon nog gezellig een keertje eten, goed? Ik heb ook geen tandenborstel bij me.'
Dat was prima, kon ik daarna meteen blijven slapen en of ik dan de volgende dag meeging ze naar school brengen. Eventueel mocht ik ook wel hun tandenborstel gebruiken.
Na twee weken ben ik blijven slapen, onder zware druk van de kinderen, dat begrijp je.
Ik had ze nog wel even van te voren gevraagd waar ze dan dachten dat ik ging slapen. 'Naast papa natuurlijk!' was hun antwoord. Om daarna meteen uit te leggen dat papa tegenwoordig aan de andere kant van het bed sliep. Eerst lag mama daar, maar die is naar een nieuw huis gegaan. Dus ik kon op papa zijn oude plek slapen. 
Ontnuchterend kinderen.

We hadden afgesproken dat we het heel rustig aan zouden doen, die relatie. Voor onszelf, maar vooral ook voor de kinderen. Want, zo hadden we bedacht, die kinderen worden ineens maar opgezadeld met de nieuwe vriendin van papa. Respect voor hun tempo, was wel het minst dat we konden doen.
Wisten wij veel! Ze begonnen over trouwen nadat ik er ongeveer drie keer was blijven slapen. Uiteraard weer tijdens het eten. Papa verslikte zich, ik had net, heel toevallig, een hap genomen.
Ze begonnen over 'mogen we jou ook mama noemen?' toen ik ze nog geen twee maanden kende en ze vroegen zich af waarom ik nog een eigen huis had. Niet veel later bezorgde ze papa echt epileptische aanval met het verzoek om een broertje of zusje.
'Wanneer gaan jullie vrijen om een baby te maken?'.
Gewoon zo uit het niets. Ik keek verbaasd opzij. Hun vader, al vroeg op de hoogte van mijn kinderwens, moest daar zelf nog even over nadenken. We hadden het er al eens over gehad, maar absoluut niets concreets. Mijn wens was er, maar ik had nu ook twee kinderen. Nee, biologisch gezien niet van mij. Juridisch gezien helemaal niet van mij. Toch heb je de zorg, de geweldige en minder leuke dingen, de uitspraken van jezelf die je terug om je oren krijgt, leren veter strikken, naar zwemles en het allerbelangrijkst: je helpt twee kinderen klaar maken voor een, hopelijk, gelukkig leven.
Ik had het voordeel van twee kinderen die al wat ouder waren, zelfstandig aankleden, dus zelf een half uurtje extra in bed in de ochtend. Ze kunnen zichzelf redelijk vermaken en als je even een middag geen zin hebt om ze te entertainen, zet je een film op. Hoe anders is een baby.
Ook best wel handig: ik heb verantwoordelijkheid, maar niet de eindverantwoordelijkheid. Als ik het even niet weet, zijn daar een papa en een mama. Met zijn drieën kom je er altijd wel uit.

Die wens van een broertje of zusje, dat was geen bevlieging. Regelmatig kreeg ik de vraag of ik al een baby in mijn buik had, want ik werd toch wel een beetje dik. Papa kreeg de vraag of we nog hadden gevreeën en als papa en ik elkaar een knuffel gaven dan klonk er 'oeehhhh ze gaan een baby maken!'.
Uiteraard heb ik uitgelegd dat baby's er niet zomaar komen. Dat je pilletjes hebt die ervoor zorgen dat je geen baby kan krijgen. Waarom je die zou nemen was voor hun overigens een raadsel. Als je geen pilletjes slikt, dan krijg je ook niet zomaar meteen een baby.
Dan merk je dat het kinderen zijn. Vragen als: 'hoe kun je eigenlijk een baby maken als je niet getrouwd bent?' en 'Maar als je gaat vrijen dat komt het zaadje van de piemel toch bij het eitje in de buik en dan komt er toch een baby?'.
Dingen als dat een eitje klaar moet zijn en dat er ook zaadjes doodgaan en helemaal niet bij het eitje komen ('ahhhh gaan ze dan echt dood? en waar gaan ze dan heen? Dan gaan er eigenlijk heel veel kindertjes dood!') dat zijn maar hele rare dingen. Mooi is dat je dan merkt dat kinderen voor sommige dingen niet klaar zijn, ze blijven dan simpelweg niet plakken, hoe vaak je ze ook uitlegt.

Na een tijdje waren hun papa en ik er helemaal klaar voor. We gingen het 'proberen'. Het leek ons zeer onverstandig om dit te delen met de kinderen, of eigenlijk met wie dan ook. De kinderen bleven er over speculeren. Nu konden we antwoorden: 'je weet nooit, soms heb je geluk en krijg je een broertje of zusje, maar dat is altijd afwachten'.  Dat was al een beter antwoord dan ons gestotter eerder.

En toen brak de tijd aan dat we wisten dat ik zwanger was, maar het nog te vroeg was om het aan de kinderen te vertellen. De eerste tijd weet je dat je een verhoogd risico loopt dat de zwangerschap toch nog mis gaat. Ik zag er zo naar uit om het de kinderen te vertellen, de weken kropen voorbij. We hadden de eerste echo met 9 weken. Alles zat goed en we besloten het de kinderen te vertellen. Voor allebei hadden we een kaart gemaakt, met een echofoto, een lijntje zo groot als de baby nu was en wat hij woog.
Twee paar verbaasde ogen keken ons aan. Ze vroegen of het echt was. Ja het was echt!
Ontroerend om die bekjes te zien. Wat waren ze blij! Eindelijk!

Ook wij zijn natuurlijk erg blij. Rond 27 oktober wordt de nieuwe telg verwacht!

dinsdag 11 februari 2014

De kunst van het opvoeden: Fatsoensnormen

Vorig jaar was in het Dordrechts Museum de expositie: 'De kunst van het opvoeden. Opvoeden door de jaren heen'.
Laten wij nou in Dordrecht wonen en zin hebben in een uitje op zondagmiddag. Leuk om te weten: het Dordrechts Museum heeft ook een restaurant waar je heerlijk kunt lunchen. De expositie hebben we 1 keer gezien, het restaurant inmiddels een keer of 5.

Ik ben niet zo'n museum-mens. Volgens vriendlief ben ik zelfs een heuse cultuurbarbaar. Mijn ouders waren verstandig, die gingen zonder mij en mijn zus naar een museum, als ze al gingen. Mijn schoonouders hebben wel wat aan cultuur gedaan en daardoor kom ik sinds een paar jaar ook eens in een museum. Met kinderen zou ik niet zo snel gaan, ik zie me al rennen: angstvallig kinderhandjes van dure kunstwerken afhouden, net nog een capuchon kunnen grijpen voordat ze door de infraroodbeveiliging lopen en stift wegpoetsen met een beetje spuug van een beeld. Ondertussen sis ik niet anders als 'sta stil', 'doe rustig', 'niet zo hard' en 'blijf nou es hier'. Tegenwoordig zijn musea 'kindvriendelijk' dat betekend: interactief en dat betekend weer: overal hangen beeldschermen en daar hangt een toetsenbord en muis aan. Ga je naar een museum om je kroost is weg te halen van een scherm, hangen ze in het museum tussen de schilderijen.
Fijne is, hun moeder heeft ze al meegenomen naar het Louvre vorig jaar, dus ik ben voorlopig gevrijwaard van kind & kunst.

Het leukste aan het Dordrechts Museum waren de discussiekaarten. Tussen ieder paar schilderijen hing een bakje met kaarten. Telkens andere en de bedoeling was: spaar ze allemaal.
Dit was een leuk museum! Nadat ik mijn kartonnen kaartjeshouder in elkaar had gevouwen ben ik hard aan het verzamelen gegaan. Binnen een half uurtje was ik klaar. Op naar het restaurant dacht ik, maar vriend was nog niet halverwege, dus ben ik mensen gaan kijken.  Mensen zijn namelijk dynamisch, schilderijen statisch. Wist je dat in musea met name mensen van boven de 50 komen? En dat in ieder groepje een 'kunstkenner' zit, die dan de andere leden van het groepje vragen stelt en dan zelf alvast het juiste antwoord geeft? Het percentage 'mensen met een spijkerbroek' is in het museum erg laag vergeleken,  laten we zeggen, mensen bij de V&D. Het aantal mannen met een rode broek is daarentegen veel hoger dan op een gemiddelde dag in de Albert Heijn. Grappige weetjes. Geen wetenschappelijk onderzoek. Wel opvallend.

Nu zit ik dus met een stapel discussiekaarten.
Op de eerste discussiekaart staat: 'moet de overheid zich met fatsoensnormen bemoeien?'.
Geillustreerd door een foto van een jochie van een jaar of drie met zijn middelvinger in de lucht.
Mijn eerste reactie is nee. Maar wat is bemoeien? Neem bijvoorbeeld de ratings op videogames. Best handig. Mocht ik het spel niet kennen, dan zie ik al meteen aan de voorkant dat op GTA:3 het symbool 18+ staat. Ouders moeten daar dan wel naar kijken.
Zo zat er gisteren bij zwemles een kind van een jaar of 8 naast me GTA te spelen. Telkens als hij over iemand heen reed riep hij: 'yes!'. Hij stal auto's, reed over mensen heen, reed zijn auto in de prak, stapte uit, zette zijn pistool op iemands hoofd, haalde de trekker over, zocht naar de volgende persoon, jatte nog een auto en herhaalde voorgaande. Moeder zat ernaast. 'Is dat een gratis spelletje?' vroeg ze. 'hmhm' antwoordde haar zoon. Ik leunde van mijn ene been op mijn andere. Geërgerd. Wist ze nou echt niet wat hij aan het spelen was? Moest ik het anders even uitleggen? 'Mevrouw, uw zoon speelt een spelletje wat eigenlijk voor 18+ is, hij bedreigt mensen met een pistool, schiet ze dood en hij kan in dit spelletje ook dames van plezier oppikken, wist u dat!?'.
Niets gezegd.
Mijn zoon weet ook precies hoe GTA gaat, gespeeld bij een vriendje. Hetzelfde vriendje wat pornofilmpjes op de computer had gevonden en vol trots liet zien. Geschokte zoon, 'dat mensen dat doen!' zei hij. Hij wilde er niet meer spelen. Ik gelukkig, hoef ik het in ieder geval niet te verbieden.
Balen is het wel. Sta je dan, met je voorlichtingsboek van Sanderijn van der Doef met getekende plaatjes. Wat mij overigens al expliciet genoeg is.

Moet de overheid zich bemoeien met fatsoensnormen. Graag bij mensen die hun porno niet weten te verbergen voor een kind van 8. Verder is advies mooi. Als je geholpen wil worden, laat het dan laagdrempelig zijn.