Ieder jaar rond dezelfde tijd hoor ik mijn moeder over de 'Opperdoezer'.
'Ze liggen weer in de winkel hoor!' zegt ze dan. Ze heeft heerlijke recepten speciaal voor de Opperdoezer. 'Kom je eten? Ik heb Opperdoezers!'.
Voor wie het niet weet: de Opperdoezer is een aardappel. Maar niet zomaar een aardappel.
De Opperdoezer heet eigenlijk de 'Oppendoezer Ronde' en heeft een eigen website. Volgens de website is het eten van de Opperdoezer bijna een heilig tafereel.
Ieder jaar wordt het eerste kistje Opperdoezers zelfs geveild. Dit jaar goed voor een opbrengst van 300 euro per kilo. Ja, je leest het goed, 300 euro per kilo voor het eerste kistje aardappelen.
Dat is nog niets vergeleken het eerste vaatje haring van dit jaar. Dat leverde € 56.500,00 op, maar dat was dan wel voor het goede doel. Een vaatje is ongeveer een kilo of tien, reken maar uit.
Dit jaar zag ik naast mijn eigen vertrouwde zak aardappelen een zakje Opperdoezers staan in de winkel. In plaats van vertrouwde aardappelen ging de zak Opperdoezers in het winkelwagentje. Door de zak vond ik ze er al wat krakkemikkig uitzien. Gedeukt, bruinige vlekken, kleine en groot door elkaar. Misschien valt het onder indoctrinatie, door jaren alleen positieve geluiden over deze bijzondere aardappel gehoord te hebben en, toegegeven, ze zijn ook erg lekker, moet je ze haast wel kopen.
Wat een klote aardappel.
Om te beginnen is hij niet te schillen. Hij heeft zoveel uitsteeksels, dat als je ze wil schillen met een dunschiller je ze daarna kunt koken in je eigen bloed. Krijgen ze vast een mooie kleur van.
De helft van de aardappel is rot. Zacht, bruinig spul wat je zo, hop, de vuilnisemmer in gaat.
Met een beetje geluk hou je nog een aardappel over ter grootte van een dobbelsteen. Met de vorm van een dobbelsteen, door al het schillen.
Ik kijk niet op een pitje of schilletje aan mijn aardappel meer of minder. Kinderen wel. Het kleinste bruine plekje, ter grootte van een sesamzaadje, zien ze al. 'Margje... Wat is dát?'.
Ik moet heel dichtbij komen om het te kunnen zien. 'Oh dat is nog een heel klein stukje schil, kun je gewoon eten.'
Helaas, dat doen ze natuurlijk niet. Schil eten. Of een pitje. Of een klein bruin plekje. Vervolgens wordt iedere aardappel minutieus onderzocht op afwijkingen.
Dus dobbelsteentjes worden het.
Dat betekend dat je kilo's moet schillen voordat je pan vol hebt waar je met vier mensen van kunt eten. Al kun je net zo goed schillen voor twee, want deze kleine rare aardappeltjes in de vorm van dobbelstenen gaan de kinderen natuurlijk nooit eten.. Zo hoort een aardappel niet. Zijn het eigenlijk wel aardappelen?
Kinderen denken altijd dat je ze iets raars probeert voor te schotelen onder het mom van iets dat normaal is. Aangeboren wantrouwen wat misschien soms wel een beetje terecht is.
Hier komt dus geen Opperdoezer meer binnen. Als we die heerlijke aardappeltjes willen eten, bellen we Oma wel dat we graag weer eens willen komen eten.
Lees ik net op de website van de Opperdoezer dat je hem ook heel goed kunt koken in zijn schilletje!
Wijze les: eerst lezen, dan schillen..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten