woensdag 4 september 2013

Thuisblijfmoeder

Vandaag las ik de column van Marit van Bohemen in de nieuwste Kek Mama, het jubileumnummer. Eerlijk is eerlijk, ik was nooit fan van Marit. Komt door de reclame, je weet wel, die van 'Ik moet mijn moeder nog uit bad haaaaaaalllleennnn'. Daarna is het niet meer goed gekomen tussen Marit en mij.

Na het lezen van de column is onze relatie er niet beter op geworden.
Marit heeft drie kinderen, twee kinderen samen met haar vriend en een kind uit een eerdere relatie van haar vriend. Marit schrijft in haar column over het vinden van oppas voor haar jonge kinderen als zij aan het werk is. Ze dacht dat haar ouders vaak zouden oppassen, maar dat valt tegen. Opvang is duur. En dus kiest ze er naast opvang voor om zelf thuis te zijn en te werken tussen tien en drie.
Nu ergerde Marit zich erg aan een gesprek wat ze opving tussen twee oudere dames. Deze twee dames ergerde zich eraan dat kinderen tegenwoordig maar weggestopt worden in de creche of een opvang. Zij zaten vroeger thuis met een kopje thee te wachten op hun kroost.

Ik zou me ook ergeren aan zo'n opmerking, voornamelijk omdat het niet zo makkelijk is als het lijkt. Tijden veranderen en zo ook de oplossingen.
De reactie van Marit 'Alsof wij dat niet zouden willen. Alsof al die alleenstaande moeders of vaders, en al die gezinnen die hun schouders eronder moeten zetten om rond te komen, niet veel liever met dat kloterige kopje thee op hun kont zouden willen relaxen!'

Lieve Marit van Bohemen, je hebt kinderen. Denk jij dat het relaxen is met twee kinderen en een volle pot hete thee? Denk jij dat je rustig op je kont kan blijven zitten met kinderen? Kan jij rustig op je kont blijven zitten als je twee kids rond hebt lopen?  Denk je dat kinderen opvoeden, 24/7 relaxt is? Nou dat is het dus niet. Dat ervaar je zelf al, want je hebt amper tijd om te werken. Dan zijn er ook nog moeders, die hun kinderen niet laten overblijven, nee, die halen tussen de middag de kids op van school. Die eten een boterhammetje thuis. Zitten die ouders tussendoor op te bank te wachten tot ze hun kroost weer van school kunnen halen? Tot ze eindelijk weer boterhammen kunnen smeren, snotneuzen kunnen afvegen en veters kunnen strikken?
Deze ouders, die er al dan niet bewust voor kiezen niet (veel) te werken, die relaxen niet de hele dag. Die nemen de taak van opvoeden net zo serieus als jij.

Je raadt het al, ik ben zo'n (stief) moeder die merendeel van de week thuis is. Als ik werk, werk ik als de kinderen op school zitten en sterker nog: vaak doe ik nog vrijwilligerswerk ook! Daar verdien ik he-le-maal niets mee. Ongelofelijk he?
En weet je, mijn man heeft een bouwadviesbureau. Ja, in deze tijd. Verre van rijk, inderdaad.
Naast dat ik om gezondheidsredenen niet zoveel kan werken, heb ik er voor gekozen om het werk dat ik dan al deed, niet te doen, maar die energie in de kinderen te stoppen.
Maar op mijn kont relaxen.. dat doe ik in het weekend, als de kinderen bij hun moeder zijn.


dinsdag 3 september 2013

Voedselverstoppertje

Klein genoeg gesneden zo?
Zou de witlof opvallen tussen de heerlijke spekjes en het gehakt, de aardappeltjes en de romige saus?
Het leek me wel een goed idee, als ik de groente nou zo klein snij dat ie haast niet opvalt, dan gaat het zo, hop, de kindermondjes in.
Nu ik het zo zie, in de pan, lijken kleine stukjes witlof verdraaid veel op kleine stukjes ui.
Ui is niet goed.
Gewoon nog wat spekjes erbij.. aardappeltjes erop. De oven in.
Nu is het afwachten.
Het kan twee kanten op, over een half uurtje.
Scenario 1: ze hebben niets door, vinden het heerlijk, eten hun bord leeg, noemen mij de beste kokkin ooit, willen niet eens meer een toetje, maar liever meer van deze overheerlijke schotel.
Scenario 2: Nog voor ze aan tafel zitten hoor ik: 'Getver! Wat is dat?! Dat ga ik echt niet eten hoor!'
Maar dat maakt niet uit, ik ben voorbereid. Ik had ook een moeder.
Ten eerste 'wat ik kook kan nooit vies zijn! Je vindt het hooguit niet lekker.'
Dan hebben we nog: 'We kunnen niet iedere dag eten wat jij lekker vindt!' en 'Je kunt het op zijn minst proeven!'.
Dan hebben we het eeuwenoude verhaal over hoe vies witlof vroeger wel niet was.
'Weet je hoe Oma haar witlof kreeg? Nou? Zo gewoon, gekookt op haar bord! Helemaal kaal. Geen sausje eroverheen, niets. Twee hele gekookte stronken witlof, zo uit het water, op haar bord. Geen kaas, geen ham, geen ovenschotel. Zo, kale witlof. Dan heb jij toch maar geluk he?! Dat ik er tenminste nog wat lekkers van maak. En weet je? Als Oma ging zeuren over hoe vies ze het eten vond, dan kreeg ze van haar vader zo een draai om haar oren. Want dat kon vroeger niet aan tafel hoor, dat je iets vies vond. Als Oma dan ging kokhalzen omdat ze het echt vies vond, dat kreeg ze zelf twee keer een draai om haar oren. Ja, zo ging dat vroeger, dan hebben jullie twee dus eigenlijk heel erg geluk! Dus nu lekker eten.'
Tijdens dit verhaal kijk ik ze natuurlijk indringend aan. Bij het stukje van de 'draai om de oren' sla ik op tafel, voor het schrikeffect.
Daarna eten ze keurig hun bordjes leeg.

Tenminste als ik de kans krijg om mijn verhaal af te maken. Maar die krijg ik natuurlijk niet. Ik ben allang onderbroken. Ze vinden het namelijk behoorlijk dom van Oma dat ze de witlof gewoon ging opeten! Dan zeg je toch gewoon: 'nee hoor, dat lust ik echt niet! Ik eet het niet!' En bij die draai om haar oren, kan ze toch gewoon bukken? Dan sloeg haar vader lekker mis! haha!
Nee, eigenlijk deed Oma het niet goed. Witlof in een schotel is al niet te eten, maar zo op je bord, een beetje kind weigert dat pertinent.

Maar ik ben voorbereid. Eens moet ik mijn verhaal toch af kunnen maken en kindertjes hebben die onder de indruk zijn, arme Oma.. laten wij de witlof maar lief opeten..

Het kan ook nog heel anders gaan dan gedacht.
Ze gaan zitten, vragen wat het is. Je zegt dan met een trilstemmetje 'euh.. witlof..' en dan zeggen ze 'oh lekker, witlof!', blazen even en nemen een hap.
Je mond valt open, je valt haast van je stoel. Beetje te snauwerig zeg je 'nee, dat lust je niet. Het is witlof, die taaie witte stronken, die zo stinken als je ze kookt, je weet wel, die.'
Maar jawel, ze lusten wel witlof, ze hebben het pas nog gegeten, bij een vriendje, hun moeder, oma of een tante. Die had die witlof toch zo lekker klaargemaakt! Nou toen hadden ze geproefd en toen vonden ze het eigenlijk toch wel erg lekker.
Nu moet je blij zijn. Joehoe, je kind heeft er weer een groente bij die het lust. Yes, niet meer drie keer in de week doperwten & worteltjes!
Maar je bent niet blij.. je hebt je net voorbereid op kinderen die geen witlof lusten, jij ging het ze leren eten. Je had de witlof klein gemaakt, of juist groot, het overgoten met iets of juist niet. Je vorige rel om de witlof heeft je drie jaar van je leven gekost en nu lusten die draken het ineens?! Omdat de moeder van het vriendje/oma/mama/tante het zo lekker heeft klaargemaakt? Omdat die ze ook nog zover kreeg dat ze gingen proeven. (wat jou nooit lukt!) Wat voor onzin is dit?
Ze lusten geen witlof en daarmee basta.