dinsdag 26 november 2013

Stiefouder: lust of last?

Er zijn steeds meer samengestelde gezinnen.
Kijk ik eens rond in de klas bij zoon of dochter, dan zijn er veel andere kinderen met gescheiden ouders. Op het schoolplein ben ik lang niet de enige stiefouder die de kinderen van school haalt. Tot nu toe heb ik echter geen andere stiefmoeder kunnen ontdekken, wel drie stiefvaders die met regelmaat het kroost uit school halen.
Het is best logisch dat ik een van de weinige stiefmoeders ben die de kinderen uit school haalt. Nog steeds blijven over het algemeen kinderen na de scheiding bij hun moeder wonen en zijn de kinderen in het weekend bij hun vader. Steeds meer vaders willen hun kinderen vaker zien dan eens per twee weken een weekend. En zo zijn er dus meer fulltime stiefvaders dan stiefmoeders.

Door de toenemende hoeveelheid samengestelde gezinnen, is er ook een explosie van stiefouders. En die zijn zich gaan verenigen. Zo hebben we al Stichting Stiefmoeders, maar er is ook al 25 jaar (jawel) 'Nieuw Gezin Nederland', Stichting voor Stiefgezinnen.
Dit jaar op het jubileumcongres: 'Stiefouder: lust of last? Het leven van een nieuw gezin door de ogen van het kind'. En wat blijkt uit recent onderzoek? (Gelatt e.a. 2010) Kinderen ondervinden vaak meer stress van de komst van een stiefouder dan van de scheiding zelf.

Als stiefmoeder zijnde, is mijn eerste gedachte dat dit onderzoek natuurlijk nooit kan kloppen. Stiefmoeders zijn schatjes, ze hebben alleen maar een slechte reputatie! Hoe slecht kan je zijn als je vrijwillig je ontfermt over andermans kinderen? Als je (weer vrijwillig) poep onder kinderschoenen vandaan haalt, over je heen geniest of gespuugd wordt, als je midden in de nacht je bed uit gaat voor een slokje water, je in weer en wind op het schoolplein staat te wachten (oh ja, klassendienst, sorry was ik vergeten) en bovenal als je week na week braaf, in de stikhitte, bij zwemles zit. Stiefouders zijn aardse engelen.

Of toch niet?
Enkele quotes van (andere) stiefmoeders:
'Die kinderen van hem, die maken echt te veel troep. Als zij er zijn ligt overal wat en ik mag het achter hun kont aan opruimen. Mijn kinderen hebben tenminste geleerd op te ruimen. Laatst lagen er wel drie handdoeken op de kamer van stiefdochter! Dan is het toch niet zo gek dat ik daar wat van zeg'.
'Ik sta bij mijn man onder zijn dochter. Hij vind háár gewoon belangrijk dan mij. Wat kan ik hieraan doen?'
'Sinds is samenwoon met mijn vriend en zijn kinderen ben ik er ziek van. Ik heb gewoon niets met die kinderen. Ze zijn er ook zo vaak.'
'Op zondagavond moeten we weer naar die (h)ex. De kinderen terug brengen. Van mijn vriend moeten we dan even naar binnen. We kunnen die kinderen toch ook gewoon voor de deur afzetten? Ik snap niet waarom mijn vriend daar naar binnen wil, ze doet al alles om hem te zien te krijgen en hij werkt er gewoon aan mee.'
'De kinderen zijn 1 dag bij hun moeder geweest en ik kan weer helemaal opnieuw beginnen met de opvoeding!'
'Willen we net een keer uit eten, is 1 van zijn kinderen weer ziek. Dat kind is altijd ziek. Volgens mij wil ze gewoon niet dat we samen iets doen.'
'We hebben besloten het woordje 'stief' door te strepen. Ik ben gewoon mama en ik wil ook dat ze me zo noemen. Ik zorg ook voor ze en aan hun eigen moeder hebben ze niets, al zien ze dat natuurlijk zelf niet in.'
'In een hondenroedel staan de pups ook onderaan de hierarchie, zo moet dat bij mensen ook. We zijn immers ook kuddedieren. Dus staan de kinderen hier onderaan de hierarchie. Als je een hond op 1 lijn plaatst met zijn baasje dan krijg je ook een valse dominante hond.'

De laatste komt niet bij mij vandaan. Zelfs als hondentrainer ben ik het niet met de uitspraak eens.
Tref je een stiefmoeder die voor je bepaald dat je haar voortaan 'mama' moet noemen, dan snap ik dat je erg veel stress hebt.
Denk ik dan even verder na, dan snap ik wel dat een nieuwe stiefouder best wat stress met zich mee kan brengen. Eerst had je een vader en een moeder. Die gingen uit elkaar, dat was een hele schok. Ze gingen apart wonen en je wisselt in het weekend van huis. Niets is meer zoals het was. Maar je hebt wel je eigen kamer nog en je eigen papa en mama met hun eigen regels. Dan krijgt papa of mama een nieuwe geliefde. Als je pech hebt gedraagt je papa of mama zich ook ineens helemaal verliefd. Dan komt de dag dat je voorgesteld wordt aan deze nieuwe geliefde. Misschien heeft ze een haakneus of heeft hij enge ogen. Hij praat gek of zij zit de hele tijd maar aan je vader te plukken. Dan komt die man of vrouw bij jullie wonen. Als je geluk hebt wordt dat eerst met je besproken. Heb je pech dan krijg je gewoon de mededeling.
Het huis moet ook van de nieuwe geliefde worden, logisch, maar je oude vertrouwde bank moet plaats maken voor een nieuwe. Die nieuwe ouder heeft ook andere gewoonten. Zo moet je ineens 'pardon' zeggen als je een boertje hebt gelaten, ook al is het met je mond dicht. Ze eet van een plat bord, terwijl jullie gewend waren om van een diep bord te eten.

Wij doen het erg goed.
Tenminste dat zegt onze omgeving en ook op de school van de kinderen krijgen we complimentjes. Ze weten vaak niet of ik nou 'de echte' moeder ben, maar ach, dat vergeef ik ze dan maar. Wij vinden het normaal dat je als (stief)ouders goed met elkaar omgaat. Dat je de kinderen op nummer 1 zet. Wij kunnen als stiefouder dus best wel eens een aanwinst zijn. Want met onze eigen gewoonten zijn we ook een verrijking, zoiets als een andere cultuur leren kennen, maar dan in het klein.

Helaas ben ik niet gevraagd als spreker op het congres, dus zal ik hier even mijn advies geven.
Stiefouders die de kinderen eens in de twee weken een weekend hebben, moeten niet zeuren. Je bent volwassen, pas je dat ene weekend maar fijn aan. Ga met vrienden of vriendinnen wat leuks doen, ga met papa en de kids naar de bios (hoef je niet te praten) of verzin iets anders. Natuurlijk mag je grenzen stellen. Zo mag je er best wat van zeggen als het kind je fysiek te lijf gaat, tegen je scheld, je muren vol kalkt met permanent marker of met een schaar je kleding tot poppenkleertjes omtovert. Laat dit zoveel mogelijk over aan de biologische ouder. Je hebt namelijk haast geen opvoedkundige rol en geloof me, daar zitten zowel jij als die kinderen ook helemaal niet op te wachten. Ben leuk, ben gezellig, bak koekjes en incasseer kritiek, want helaas, echte moeders bakken betere koekjes. Kortom: ben vriendelijk en duidelijk en laat verder zoveel mogelijk aan de ouders over. Scheelt je een hoop gezeur en de kans is groot dat binnen no-time jij de nieuwe beste vriend van je stiefkind bent.

Ben je 'full-time' stiefouder? Oftewel, woont het kind in kwestie een groot deel van de week bij jullie, dan ben je ook opvoeder en dan wacht je een lastige taak, maar als je het goed aanpakt, wel een hele leuke. Mijn advies is dan om eerst te bedenken of je ouder wilt worden. Graag dit bedenken voordat je een relatie met een vader of moeder aangaat. Vervolgens moet je wennen aan het idee dat je nooit echt een ouder zal worden. Met regelmaat zal het lijken alsof je echt net zoveel meetelt als de echte papa en mama, maar dat is niet zo. Je bent altijd nummer drie, daar moet je tegen kunnen. Kinderen hebben maar 1 papa en maar 1 mama.
Als stiefvader heb je het vaak wat makkelijker omdat de verzorging en opvoeding van de kinderen toch nog voor een groot deel bij de moeder/vrouw ligt.
Zo hoor ik papa hier zelden zeggen: 'hang je jas eens netjes op' of 'boven je bord eten'. Ik daarentegen zeg dit soort dingen ongeveer de hele dag door. Opvoeden is herhalen.
Zorg dat je op 1 lijn zit met de ouders. Dat betekend dat je soms regels moet doorvoeren waar je niet achter staat, maar dit zal bij eigen kinderen vast ook wel het geval zijn. Soms heb opvoedregels die voor jou erg belangrijk zijn, maar voor de ouders weer niet zo.
Ik ben bijvoorbeeld opgevoed dat ik met mes en vork in de hand moest eten. Vork in je linkerhand, mes in je rechterhand, geen ellebogen op tafel. Met 1 hand je eten naar binnen werken? Dat was er echt niet bij. Flauw dat ik dit vond!
Nu erger ik me aan dat eten naar binnen schuiven, of je vork in een stuk vlees prikken en vervolgens afhappen. Nu zeg ik: 'hoe moet dat nou als je een vriendinnetje krijgt? Ga je dan ook als een mijnwerker zitten eten?!' Ik weet dat vader en moeder ook graag met 1 hand eten. Vader gebruikt zelf zelden een mes.. En dus laat ik dat ook voor het grootste gedeelte gaan. Zo kies je dingen die voor jou echt belangrijk zijn en dingen die voor de ouders echt belangrijk zijn. Geven en nemen. Zoals het hele leven eigenlijk.
Ondanks dat ik stiefmoeder ben, dus misschien wel een enorm stress veroorzakende lastpost, ben ik toch de liefste Margje van de hele wereld én het hele sterrenstelsel én het hele heelal, zo heb ik mij laten vertellen.
Nou daar doe ik het wel voor!

donderdag 10 oktober 2013

Meidenpraat

Ze zijn vier en zes, maar ze doen niet onder voor ons.
Het zijn echte meiden en dus bespreken ze echte meidenzaken.

Ze zitten achterin de auto, mijn dochter van zes en mijn nichtje van vier. Ze zien elkaar minstens 1 keer per week en ze kunnen heel lief spelen en heel goed ruzie maken. Zoals echte meiden dat doen.
Het leuke aan kinderen is, dat ze niet doorhebben dat als jij voorin de auto zit en zij achterin je ze prima kunt horen. Dus bespreken ze allerlei zaken en moet je voorin proberen goed je lach in te houden.
Topic van deze week: verkering.
'Ik ben verliefd' zegt mijn nichtje trots. 'Op wie?!' vraagt mijn dochter heel nieuwsgierig.
'Op Richangelo.'
'En is hij ook op jou?'
'Ja, hij is ook op mij verliefd.'
'Hebben jullie verkering?'
'Ja!'
Er klinkt een hoop gegiebel op de achterbank.
'Maar', vraagt mijn dochter, 'heb je  één verkering, of heb je twee verkerings?'
Geen antwoord. Ik gok dat mijn nichtje geen idee heeft waar het over gaat.
'Ik had twee verkerings' gaat mijn dochter verder. 'Toen ik nog in groep 1 zat. Toen was ik op twee jongens verliefd. Maar nu heb ik nog maar één verkering hoor.'
'Ik ook' zegt mijn nichtje.

Later zitten ze met zijn tweeën in bad. De barbie's gaan ook mee. Twee vrouwen, twee mannen en twee kindjes. Eerst wordt er druk gediscussieerd over wie de baby met het uitgetrokken haar krijgt. Geen van tweeën willen ze een kale baby..
Ik sta de was op te vouwen. Ik denk aan mijn Oma die altijd zei: 'laat ze het maar uitvechten, als je ertussen komt heb jij het gedaan.' Slim die Oma van mij, niets bind meer dan een gezamenlijke vijand. Die Stiefmoeder/Tante die de hele baby afpakt omdat je het niet eens kunt worden. Of zegt: 'getal onder de tien, wie het raadt, mag de baby met haar'. Getal onder de tien is heel oneerlijk als je het getal niet raadt en juist heel eerlijk als je het getal wel hebt geraden. Hoe dan ook, er komt ellende van.
Na even bakkeleien zijn ze het eens, de ene krijgt de mooie man, maar de baby zonder haar. De andere krijgt de lelijke man, maar de baby met haar. Een eerlijke verdeling leek mij zo.
Ieder had nu een man, een vrouw en een baby. Maar een volgend dilemma droeg zich weldra aan.
'Wie is nou de stiefmoeder?' vroeg mijn dochter.
Mijn nichtje had geen flauw idee waar het over ging. Stiefmoeder? 'Ja', zei mijn dochter. We hebben een papa en een mama en een kindje, maar we moeten ook een stiefmoeder. En een stiefvader.'
Maar wie had nu de stiefmoeder? Niemand scheen de stiefmoeder te willen hebben, de echte moeder was way meer in trek.
Toen uitgevonden was wie dan de echte moeder had, was ook duidelijk wie dan de stiefvader had.
Het ging me wel wat aan het hart, al is het heel fijn om als stiefouder zo geïntegreerd te zijn.
Maar toen kwam mijn dochter met een geheel nieuwe verhaallijn: 'Oke' zei ze, 'de moeder en de vader waren gescheiden, maar toen werden ze weer verliefd en toen gingen ze weer trouwen.' Mijn nichtje vroeg zich nog af wat er dan moest gebeuren met de andere papa en de mama. Het meeste was haar al ontgaan, maar dat er nu twee barbie's overbleven in bad, dat viel wel op.
'Oh, die gaan ook met elkaar trouwen. Dat kan toch?' Toen werden de stiefpapa en de stiefmama zo over de rand uit bad gekieperd, want, de trouwerij ging beginnen.

Hart. Steek. Au.

woensdag 4 september 2013

Thuisblijfmoeder

Vandaag las ik de column van Marit van Bohemen in de nieuwste Kek Mama, het jubileumnummer. Eerlijk is eerlijk, ik was nooit fan van Marit. Komt door de reclame, je weet wel, die van 'Ik moet mijn moeder nog uit bad haaaaaaalllleennnn'. Daarna is het niet meer goed gekomen tussen Marit en mij.

Na het lezen van de column is onze relatie er niet beter op geworden.
Marit heeft drie kinderen, twee kinderen samen met haar vriend en een kind uit een eerdere relatie van haar vriend. Marit schrijft in haar column over het vinden van oppas voor haar jonge kinderen als zij aan het werk is. Ze dacht dat haar ouders vaak zouden oppassen, maar dat valt tegen. Opvang is duur. En dus kiest ze er naast opvang voor om zelf thuis te zijn en te werken tussen tien en drie.
Nu ergerde Marit zich erg aan een gesprek wat ze opving tussen twee oudere dames. Deze twee dames ergerde zich eraan dat kinderen tegenwoordig maar weggestopt worden in de creche of een opvang. Zij zaten vroeger thuis met een kopje thee te wachten op hun kroost.

Ik zou me ook ergeren aan zo'n opmerking, voornamelijk omdat het niet zo makkelijk is als het lijkt. Tijden veranderen en zo ook de oplossingen.
De reactie van Marit 'Alsof wij dat niet zouden willen. Alsof al die alleenstaande moeders of vaders, en al die gezinnen die hun schouders eronder moeten zetten om rond te komen, niet veel liever met dat kloterige kopje thee op hun kont zouden willen relaxen!'

Lieve Marit van Bohemen, je hebt kinderen. Denk jij dat het relaxen is met twee kinderen en een volle pot hete thee? Denk jij dat je rustig op je kont kan blijven zitten met kinderen? Kan jij rustig op je kont blijven zitten als je twee kids rond hebt lopen?  Denk je dat kinderen opvoeden, 24/7 relaxt is? Nou dat is het dus niet. Dat ervaar je zelf al, want je hebt amper tijd om te werken. Dan zijn er ook nog moeders, die hun kinderen niet laten overblijven, nee, die halen tussen de middag de kids op van school. Die eten een boterhammetje thuis. Zitten die ouders tussendoor op te bank te wachten tot ze hun kroost weer van school kunnen halen? Tot ze eindelijk weer boterhammen kunnen smeren, snotneuzen kunnen afvegen en veters kunnen strikken?
Deze ouders, die er al dan niet bewust voor kiezen niet (veel) te werken, die relaxen niet de hele dag. Die nemen de taak van opvoeden net zo serieus als jij.

Je raadt het al, ik ben zo'n (stief) moeder die merendeel van de week thuis is. Als ik werk, werk ik als de kinderen op school zitten en sterker nog: vaak doe ik nog vrijwilligerswerk ook! Daar verdien ik he-le-maal niets mee. Ongelofelijk he?
En weet je, mijn man heeft een bouwadviesbureau. Ja, in deze tijd. Verre van rijk, inderdaad.
Naast dat ik om gezondheidsredenen niet zoveel kan werken, heb ik er voor gekozen om het werk dat ik dan al deed, niet te doen, maar die energie in de kinderen te stoppen.
Maar op mijn kont relaxen.. dat doe ik in het weekend, als de kinderen bij hun moeder zijn.


dinsdag 3 september 2013

Voedselverstoppertje

Klein genoeg gesneden zo?
Zou de witlof opvallen tussen de heerlijke spekjes en het gehakt, de aardappeltjes en de romige saus?
Het leek me wel een goed idee, als ik de groente nou zo klein snij dat ie haast niet opvalt, dan gaat het zo, hop, de kindermondjes in.
Nu ik het zo zie, in de pan, lijken kleine stukjes witlof verdraaid veel op kleine stukjes ui.
Ui is niet goed.
Gewoon nog wat spekjes erbij.. aardappeltjes erop. De oven in.
Nu is het afwachten.
Het kan twee kanten op, over een half uurtje.
Scenario 1: ze hebben niets door, vinden het heerlijk, eten hun bord leeg, noemen mij de beste kokkin ooit, willen niet eens meer een toetje, maar liever meer van deze overheerlijke schotel.
Scenario 2: Nog voor ze aan tafel zitten hoor ik: 'Getver! Wat is dat?! Dat ga ik echt niet eten hoor!'
Maar dat maakt niet uit, ik ben voorbereid. Ik had ook een moeder.
Ten eerste 'wat ik kook kan nooit vies zijn! Je vindt het hooguit niet lekker.'
Dan hebben we nog: 'We kunnen niet iedere dag eten wat jij lekker vindt!' en 'Je kunt het op zijn minst proeven!'.
Dan hebben we het eeuwenoude verhaal over hoe vies witlof vroeger wel niet was.
'Weet je hoe Oma haar witlof kreeg? Nou? Zo gewoon, gekookt op haar bord! Helemaal kaal. Geen sausje eroverheen, niets. Twee hele gekookte stronken witlof, zo uit het water, op haar bord. Geen kaas, geen ham, geen ovenschotel. Zo, kale witlof. Dan heb jij toch maar geluk he?! Dat ik er tenminste nog wat lekkers van maak. En weet je? Als Oma ging zeuren over hoe vies ze het eten vond, dan kreeg ze van haar vader zo een draai om haar oren. Want dat kon vroeger niet aan tafel hoor, dat je iets vies vond. Als Oma dan ging kokhalzen omdat ze het echt vies vond, dat kreeg ze zelf twee keer een draai om haar oren. Ja, zo ging dat vroeger, dan hebben jullie twee dus eigenlijk heel erg geluk! Dus nu lekker eten.'
Tijdens dit verhaal kijk ik ze natuurlijk indringend aan. Bij het stukje van de 'draai om de oren' sla ik op tafel, voor het schrikeffect.
Daarna eten ze keurig hun bordjes leeg.

Tenminste als ik de kans krijg om mijn verhaal af te maken. Maar die krijg ik natuurlijk niet. Ik ben allang onderbroken. Ze vinden het namelijk behoorlijk dom van Oma dat ze de witlof gewoon ging opeten! Dan zeg je toch gewoon: 'nee hoor, dat lust ik echt niet! Ik eet het niet!' En bij die draai om haar oren, kan ze toch gewoon bukken? Dan sloeg haar vader lekker mis! haha!
Nee, eigenlijk deed Oma het niet goed. Witlof in een schotel is al niet te eten, maar zo op je bord, een beetje kind weigert dat pertinent.

Maar ik ben voorbereid. Eens moet ik mijn verhaal toch af kunnen maken en kindertjes hebben die onder de indruk zijn, arme Oma.. laten wij de witlof maar lief opeten..

Het kan ook nog heel anders gaan dan gedacht.
Ze gaan zitten, vragen wat het is. Je zegt dan met een trilstemmetje 'euh.. witlof..' en dan zeggen ze 'oh lekker, witlof!', blazen even en nemen een hap.
Je mond valt open, je valt haast van je stoel. Beetje te snauwerig zeg je 'nee, dat lust je niet. Het is witlof, die taaie witte stronken, die zo stinken als je ze kookt, je weet wel, die.'
Maar jawel, ze lusten wel witlof, ze hebben het pas nog gegeten, bij een vriendje, hun moeder, oma of een tante. Die had die witlof toch zo lekker klaargemaakt! Nou toen hadden ze geproefd en toen vonden ze het eigenlijk toch wel erg lekker.
Nu moet je blij zijn. Joehoe, je kind heeft er weer een groente bij die het lust. Yes, niet meer drie keer in de week doperwten & worteltjes!
Maar je bent niet blij.. je hebt je net voorbereid op kinderen die geen witlof lusten, jij ging het ze leren eten. Je had de witlof klein gemaakt, of juist groot, het overgoten met iets of juist niet. Je vorige rel om de witlof heeft je drie jaar van je leven gekost en nu lusten die draken het ineens?! Omdat de moeder van het vriendje/oma/mama/tante het zo lekker heeft klaargemaakt? Omdat die ze ook nog zover kreeg dat ze gingen proeven. (wat jou nooit lukt!) Wat voor onzin is dit?
Ze lusten geen witlof en daarmee basta.


maandag 24 juni 2013

Waarom

Pedagogen roemen het: het nieuwsgierige kind. Het kind dat vragen stelt, over alles, want het is heel leergierig. Zijn behoefte naar kennis is groot en wij opvoeders moeten dit stimuleren met uitgebreide en duidelijke antwoorden. Nooit mogen wij deze honger naar kennis enigszins afzwakken, iedere vraag moet geduldig, liefdevol en uitgebreid beantwoord worden. Niet enkel dienen deze vragen met woorden beantwoord te worden, nee, als het even kan, is beeldmateriaal of audio het minste wat bij een goede uitleg om de hoek komt kijken. Verboden zijn de antwoorden: 'daarom' en 'omdat ik het zeg'. Niets is zo dodelijk voor de honger van het nieuwsgierige kind, zo kwetsend voor de fantasie, als een 'daarom'.

Leergierig is goed, leuk ook. Zoonlief kreeg op zijn Nintendo DS het spel 'Lego Star Wars' en sinds dien is zijn honger naar kennis over Star Wars niet te stillen. Hij leest er alles over, heeft het er met vriendjes over en kwam helemaal enthousiast thuis met het verhaal dat er waarschijnlijk een Star Wars 7 aan zat te komen! Toen ik grapte dat, kom hoe heet hij ook al weer, zeker zonder geld zat en daarom een deel 7 op de markt ging brengen, zei hij doodleuk: 'Je bedoelt George Lucas zeker?'.
Hij kent alle personages uit alle films. Hij heeft vorige week de eerste film mogen kijken, hij wist al helemaal hoe de film ging en wat er precies ging gebeuren. Uiteraard word ik weleens (oke, met regelmaat) doodmoe van alle Star Wars verhalen. Vooral de weg van en naar school zijn uitgelezen kansen om mij te overhoren over Star Wars. 'Weet jij... ik wel!, namelijk...' en dan is meneer gerust tien minuten aan het woord en heb ik hooguit 10 seconden begrepen waar hij het over had. Ik weet wel waarom hij de wandelingen uitkiest voor de verhalen: ik kan nergens heen. Ik ben gedwongen om te luisteren. Thuis ga ik ondertussen de vaatwasser uitruimen, of de tafel dekken. Maar van en naar school, dat is vier keer per dag zeker tien minuten onverdeelde aandacht. Zijn zusje loopt met haar ene hand in mijn hand en de van de andere hand zit haar duim in haar mond. Ze weet ook alles van Star Wars, van haar broer geleerd. Haar vervelen de verhalen nooit en ze luistert, iedere dag weer, vol interesse.
Dit soort specifieke leergierigheid, leuk, goed, soms beetje vermoeiend, maar te doen. We grappen regelmatig dat we hopen dat als hij straks net zoveel interesse in een taal of in wiskunde heeft, we ook heel blij zijn.

Er is ook nog een ander soort nieuwsgierigheid, dat in de vorm van vragen. Kinderen zijn verwonderd over de wereld. Snap ik. Ik begrijp ook heel veel niet. En dan kun je daar een vraag over stellen, prima. Geef ik antwoord op, verwonder mee, of geef uitleg, met of zonder hulpmiddelen. Maar er zijn grenzen. Ik krijg sterk de indruk dat kinderen weten van die pedagogen die hebben gezegd dat je geen 'daarom' meer mag zeggen. Dat vinden ze zelf ook heel vervelend, want mag je je als kind ook nog gewoon iets afvragen zonder dat je een uitgebreid antwoord krijgt waardoor je je volgende vraag alweer bent vergeten?
En dus hebben kinderen een deal met elkaar gemaakt, we gaan zoveel vragen, dat ze wel weer moeten gaan antwoorden met 'daarom'!
Kinderen stellen gemiddeld 288 vragen per dag. Ik heb er twee, tel maar uit. Geen wonder dat ik moe ben aan het einde van een dag en dat mijn zus naar haar werk gaat om uit te rusten.
Om te bewijzen dat het gewoon een complot is van de kids hier een greep uit de vragen van de afgelopen week:

'Waarom moet ik een jas aan?'
'Waarom regent het dan?'
'Waarom is het zo heet?'
'Waarom is het warm als het 30 graden is?'
'Waarom wordt het niet koeler?'
'Waarom gaan we lopen naar school?'
'Waarom is met de auto gaan zonde?'
'Waarom vliegt die vogel niet weg?'
'Waarom heeft hij geen zin om te vliegen?'
'Waarom is hij moe?'
'Waarom heeft hij dan niet rustiger aan gedaan?'
'Waarom is het gras gemaaid?'
'Waarom ruimen ze dat gras dan niet even op?'
'Waarom moet ik twee boterhammen?'
'Waarom moet ik groot worden?'
'Als ik niet groot wil worden, mag ik dan maar 1 boterham?'
'Waarom niet?'
'Waarom heeft Biko lange haren?'
'Waarom hoort dat zo?'
'Waarom hebben alle andere Aushonden dat ook?'
'Waarom maken ze dan geen Aushond met korter haar?'
'Waarom eten we zoveel lekkere dingen deze week?'
'Waarom mag ik geen twee snoepjes?'
'Waarom is dat niet goed voor mijn tanden?'
'Waarom krijg je van suiker gaatjes?'
'Waarom bestaat er geen suiker waar je geen gaatjes van krijgt?'
'Waarom weet je dat niet?'
'Waarom heb jij zo'n wijde broek aan?'
'Waarom vind je dat leuk?'
'Waarom geef je eerst Biko te eten en dan de katten?'
'Waarom doe je dat dan niet andersom?'
'Waarom mag ik maar een kwartier op de DS?'
'Waarom is gewoon spelen goed voor me?'
'Waarom gaan we picknicken?'
'Waarom mag ik geen twee ijsjes?'
'Waarom kunnen eenden zwemmen én vliegen?'
'Waarom kan een mus dan niet zwemmen?'
'Waarom moet ik altijd als eerste onder de douche?'
'Waarom kunnen we geen babykatje houden?'
'Waarom hebben we er al genoeg?'
'Waarom zijn papa en jij nog niet getrouwd?'
'Wanneer gaan jullie dan trouwen?'
'Waarom moet ik dat aan papa vragen?'
'Wanneer gaan papa en jij vrijen om een kindje te maken?'
'Waarom weet je dat niet?'
'Waarom heb je zo'n dikke buik als er geen kindje in zit?'
'Waarom heb je buikvet?'
'Waarom hou je van snoepen?'
'Waarom ga je dan niet sporten?'
'Waarom kijk je zo boos?'
'Waarom heeft Opa zijn sleutelbotje gebroken?'
'Waarom liep hij tegen een fietsenstalling aan?'
'Waarom lette Opa dan niet goed op?'
'Waarom kunnen ze Opa niet een andere keer opereren zodat ik niet over hoef te blijven?'
'Waarom houden ze daar geen rekening mee?'
'Oma, waarom ben jij zo dik?'
'Waarom mag ik dat niet vragen, Oma is toch dik?'

En de ergste:
'Waarom, daarom?'

donderdag 23 mei 2013

Jolanda

'Ze is zwanger'.
Het moest gezegd worden.
Ze wist niet wat ze moest antwoorden, dus zei ze maar niets. Ze lagen naast elkaar in bed. Ze stond op, pakte twee limonadeglazen en vulde ze voor de helft met Wodka, gaf er eentje aan hem.
'Wat leuk voor jullie. Gefeliciteerd.' zei ze terwijl ze op bed ging zitten. 'Hoe lang al?'
Hij antwoordde dat hij het zelf net wist, het moest nog wel even geheim blijven.
'Geen zorgen, ik zeg niets'. Tegen wie moest ze wat zeggen?
Hij moest er weer vandoor. Zijn dochter van school halen. Of hij vrijdagavond nog even langs kon komen, veel tijd had hij niet. Na de wedstrijd zou hij tegen zijn vrienden zeggen dat hij meteen naar huis ging en thuis zou hij vertellen dat hij nog wat gedronken had met zijn vrienden. Natuurlijk kon hij vrijdag komen. Ze had, even in de agenda kijken, nee, ze had niets anders.
Hij schoot in zijn kleding, riep bij de deur nog 'bedankt hè' en weg was hij. Ze had al zo vaak gevraagd of hij haar niet wilde bedanken na hun ontmoetingen. Dat voelde zo goedkoop. Hij hield toch van haar? Zij van hem? Dan bedank je elkaar toch niet?
'Sorry' zei hij dan. Om bij het weggaan toch nog te bedanken. Omdat hij dat ook deed.

Ze nam nog een slok, de wodka brandde in haar keel. Zwanger. Best knap, een vrouw zwanger maken waar je volgens eigen zeggen nooit seks mee hebt. Een vrouw die je niet aantrekkelijk vindt, die niet weet wat je nodig hebt (zij wel) en waar je bij weg wilt, maar daar nog even het juiste tijdstip voor moet zoeken.
Ze startte haar computer op, opende haar email. Hij had een speciaal adres voor haar aangemaakt, waar ze naar kon mailen. Onderwerp, dat moet iets zijn wat hij meteen wil lezen. 'Vrijdag' tikt ze in.
'Zeg, vraagje: hoe komt Jolanda eigenlijk zwanger? Jullie hebben toch nooit meer seks? Daar heeft ze toch nooit zin in? Kus.'

--

Twee streepjes! Ze gelooft het niet. Het kan niet. Is het echt? In de pauze rijdt ze naar de drogist. Haalt nog twee zwangerschapstesten, allebei van een ander merk. Voor de zekerheid.
Ze springt bijna uit haar vel van blijdschap. Dit moet hij weten! Ze stuurt hem een sms. 'Moet je wat vertellen. Ben je op tijd thuis?'.
Die middag komt niets van werken. Al jaren zorgt ze voor zijn dochter. Het is ook haar dochter geworden. Sarah was nog geen half jaar toen haar moeder besloot dat ze genoeg had van het 'huisje, boompje, beestje'. Ze bleek een ander te hebben die niet zat te wachten op een kind. Jolanda vond hem altijd al erg leuk, een toegewijde vader, alles voor zijn dochter. Ze hielp hem met Sarah. Ze kookte, deed de strijk, was een goede vriendin. Van het een kwam het ander. Ze trok bij hem in. Het hoorde zo.
En nu, nog een kindje. Van hun samen. Hij wou het eerst niet. Net als trouwen, maar zover had ze hem ook gekregen. Hij was teleurgesteld in het huwelijk, in vrouwen, in het leven. Maar ze had hem de zin van het leven weer laten zien. Dat geloofde ze echt.
Dus gingen ze trouwen en nu was ze zwanger.

--

Zijn grote liefde had hem verlaten. Hij had voor haar de wereld rond gevlogen. Hij had de wereld voor haar over. Hij had alles voor haar gedaan. Maar alles wat hij kon geven, het was niet genoeg.
Hij had hun dochter van de oppas gehaald. Om acht uur was ze nog niet thuis. Hij had zitten wachten, minuut na minuut, uur na uur. Hij had familie gebeld, vrienden, uiteindelijk alle ziekenhuizen in de buurt en de politie.
Toen toch maar naar bed, hij wilde zijn tanden gaan poetsen, maar de tandpasta was weg. Haar tandenborstel was weg. Hij trok de kledingkast open. Haar kleding was weg. Hij liep naar beneden, de foto van haar ouders die altijd op het kastje in de gang had gestaan, weg. Waarom was hem dat niet eerder opgevallen?
Sarah begon te huilen. Hij kreeg haar niet stil.
Gezworen had hij, op dat moment, dat Sarah degene was voor wie hij leefde. Zijn dochter, zij had zijn hart. Het zou haar aan niets ontbreken, alles zou hij voor haar doen. De rest van de wereld kon dood vallen.

Ze kwam niet meer terug. Een paar dagen later kwam hij thuis van zijn werk, zijn moeder had op Sarah gepast, de halve huisraad was weg. Zelf het bestek was meegenomen. Het was bestek geweest wat ze voor hun huwelijk hadden gekregen. Net als het servies. Ook weg. Dezelfde avond zette hij nieuwe sloten op de deur en de volgende ochtend belde hij een advocaat. Hij durfde Sarah niet meer naar de oppas te brengen in de angst dat zij ook ineens opgehaald bleek te zijn.
Zijn werkgever had tot nu toe begrip gehad voor zijn situatie, maar hij voelde de rek, zeker bij zijn collega's, die was er bijna uit.
Opvallend vaak stond Jolanda voor de deur. Dan had ze wat teveel gekookt en had wat voor hem bewaard. En als ze er toch was, zou ze dan meteen even de strijk voor hem doen? Met die gekreukte overhemden kon hij toch niet naar zijn werk?
Hij vond het wel goed. Sarah was rustig bij haar. Als Sarah op bed lag dronken ze nog een wijntje, keken wat tv. Ze was totaal niet zijn type. Maar ze was er wel. Hij had meer te doen dan met twee handen en 24 uur in een dag, mogelijk was. Hij wist wel dat zij meer wou, dat ze hém wou. Zijn grote liefde, zijn enige liefde, zij was weg. Ze wou niet eens terug komen. Sarah had een moeder nodig, hij had een vrouw nodig. Zij bood zich aan. Zo simpel was het.

--

Hij had tegen haar gelogen. Dat wist ze nu wel zeker. 'Wat verwacht je nou?' zei ze tegen zichzelf, 'dat iemand die vreemd gaat met jou, eerlijk tegen je is?'. Had ze het niet ook gewoon verdiend? Met haar stoere praat. Dat hij getrouwd was vond ze zijn probleem, niet dat van haar. Zij kon haar man blijkbaar niet bij zich houden, niet haar probleem. Ze had hem nooit gevraagd bij haar weg te gaan. Hij had haar zelf gezegd dat zij belangrijk voor hem was, dat zij snapte hoe hij in elkaar zat. Dat hij bij haar wilde zijn. Ze geloofde het. Ze was van hem gaan houden.
Het was vrijdag. 'Luister' zei hij, 'het is Sarah. Ik kon het niet alleen. Jolanda was daar. Ik kon het echt niet alleen, Sarah had een moeder nodig. Nu wou ze graag een kind, na alles wat ze voor mij heeft gedaan, moet ik haar dat ontzeggen? Had ik jou maar eerder ontmoet.'
Voor het eerst huilde ze waar hij bij was.
'Stil maar, niet huilen. Als mijn dochter wat ouder is, dan kan ik wel bij haar weg. We hebben het zo toch ook leuk? Stil nou maar. Niet huilen, alsjeblieft.'
Hij moet weg, anders is hij te laat thuis. Ze snapt het wel toch?
Ja, ze snapt het wel.

--

Wat een feest, haar dochter gaat trouwen. Nou ja, haar dochter, het kind waar ze al meer dan 26 jaar voor zorgt, gaat trouwen. Het kind wat haar 'mama' noemt en wat ze een broertje heeft gegeven. Het kind waarvan ze haar studie heeft bekostigd, haar flat heeft ingericht en haar trouwjurk heeft gegeven. Waarvoor ze overigens bedankte. Papa had de jurk nog liggen waarin haar echte moeder was getrouwd met haar vader. Die wou ze aan. Dat begreep ze toch wel?
Eigenlijk begreep ze er helemaal niets van. Niet waarom ze die jurk zou willen dragen en al helemaal niet waarom haar ex-man de jurk had bewaard waarin hij getrouwd was met dat kreng. Zo noemde hij haar zelf, dat had zij niet verzonnen. Kreng met hoofdletter K.
De haat voor haar is wat hun in eerste instantie bond. Met zijn tweeën konden ze prima op tegen het Kreng.
Het was meteen na het verlovingsfeest dat hij zei dat hij met haar moest praten. Hij wilde scheiden. Het lag echt niet aan haar, ze was heel goed voor hem geweest. Voor hem en voor zijn dochter. Hij noemde hun zoon niet eens, dat had haar nog het meest geraakt. Hij was niet gelukkig en had ingezien dat hij haar zo ook niet gelukkig kon maken. Het was mooi geweest, mooie jaren, maar het was genoeg. Hij zag zich niet de rest van zijn leven met haar doorbrengen. Het klonk hard, dat vond hij zelf ook, maar het was de waarheid. Daar had ze recht op volgens hem.
Ze had moeten lachen. Hij had dat niet begrepen. Recht op de waarheid. Dat is nieuw.

Ze had het wel geweten, de andere vrouwen, de zogenaamde 'goed bevriende collega's', het drinken met vrienden na een wedstrijd. Het hardlopen. Alleen kwam hij altijd met schone schoenen thuis. 'Lekker gelopen?' vroeg ze dan. 'Heerlijk!' was zijn antwoord. Meteen onder douche. Hij reed met de auto naar het bos, om daar hard te gaan lopen. Dat liep veel lekkerder dan in de wijk. Zijn nieuwe hardloopschoenen versleten niet en ze werden niet vies. Maar ze deed of ze niets door had. Ze deed gewoon niet goed genoeg haar best. Ze kon méér doen, ze kon beter. Dus zorgde ze voor een perfect huishouden, streek zijn overhemden precies zoals hij het wou, zijn lievelings altijd bovenop, zodat hij hem zo kon pakken. Ze zorgde voor lekker eten, voor de juiste wijn, voor weekendjes weg. Ze werkte zich drie slagen in de rondte, zodat ze een mooier huis konden kopen in een betere buurt. Zodat ze hem kom verrassen met weekendjes weg, vakanties naar verre bestemmingen. Als hij nog niet van haar hield, dan zou ze er voor zorgen dat hij wel van haar moest houden.
Met Sarah bouwde ze een sterke band op. Zijn dochter was zijn meest belangrijke bezit. Ze zorgde voor haar, deed haar in bad, luisterde naar haar verhalen op school, ging naar ouderavonden, overhoorde haar huiswerk, hielp haar met haar werkstukken, loste problemen met vriendjes op, droogde haar tranen.

Nu was ze pas 54 geworden. Haar zoon bleef bij haar wonen, maar voor hoelang? Hij vertrok. Ze zou hem op de bruiloft pas weer zien. Sarah had gevraagd of ze het erg had gevonden als hij zijn nieuwe vriendin mee zou nemen naar de bruiloft. Ja, dat had ze erg gevonden. Dat zei ze niet.
Ze was moe, zo moe. Was dit haar leven? Had ze zoveel gegeven om zo weinig te krijgen?
Haar zoon had zijn eigen leven. Na school was hij bij vrienden en in het weekend vaak bij zijn vriendin. Waar was haar leven?
'Je vindt wel weer iemand' had haar moeder gezegd. Je bent nog zo jong.
'Ja,' had ze gedacht, 'vergeleken jou wel mam.'
Ze wil niemand meer vinden. Ze wil niet meer zorgen. Ze wil niet meer falen. Haar kinderen zijn groot, ze redden zichzelf. Niemand heeft haar meer nodig.
Ze wil niet meer. Ze wil dood.

Ze is naar de huisarts geweest. Ze kan niet slapen. Gezien de omstandigheden begreep hij dat goed en gaf haar voor een maand slaaptabletten mee. Met nog een herhaling voor de volgende maand. Dan hoeft ze nog maar vier weken te wachten. Kan ze de bruiloft nog meemaken.
Met de dood in het vooruitzicht is die bruiloft best te doen. In zichzelf neemt ze van iedereen afscheid. Ze praat nog even met hem, complimenteert hem met zijn prachtige dochter. Hij zegt dat het ook haar dochter is. In haar hoofd bedankt ze hem daarvoor. Ze wenst hem veel geluk voordat ze zich omdraait en wegloopt.

Op de rand van haar bed drukt ze de 6 strippen Temazepam in een kommetje. Ze heeft op internet gelezen dat innemen met alcohol er voor zorgt dat ze sneller weg is. Haar telefoon heeft ze uitgezet. De pillen staan klaar, een glas, een fles wodka. Voor ze de pillen inneemt dwingt ze zich haar leven nog één keer voor zich te halen. Ze denkt aan haar ouders, haar lagere schooltijd, hoe ze hem ontmoet heeft, Sarah en haar zoon. Ze zijn er klaar voor, dat is wat ze goed heeft gedaan in haar leven, ze heeft hen voorbereid op een leven zonder haar. Dat was haar taak. Het is haar gelukt. Ze kan gaan.

maandag 18 maart 2013

Feedback

Je hoeft geen moeder te zijn om toch van het fenomeen gehoord te hebben: de vaders langs de kant van het voetbalveld die hun zoon 'aanmoedigen' en 'tips' geven. Tussen aanhalingstekens omdat:
  •  'Aanmoedigen' zou moeten aanmoedigen en niet ontmoedigen.
  • 'Schop nou eens tegen die bal', 'Loop nou eens door' & 'Sta daar niet als een standbeeld maar te staan' zijn geen tips. Dat noemen we kritiek.
Ik ken geen voetbalvaders of voetbalmoeders, want die schijnen ook te bestaan. Bij de anderhalf uur durende basketbaltraining lees ik een boek. Andere ouders gaan weer terug naar huis, drinken koffie of kijken anderhalf uur lang doodstil. Knap vind ik dat, anderhalf uur kijken naar dribbelende kinderen, zelfs al is het je eigen kind. Bij basketbal zijn het met name vaders. Fijne stille vaders.

Hoe anders is zwemles. Eerst zat ik boven op de tribune. Zwemles duurt 50 minuten en als je dochter in een nieuw badje zit is het enigszins boeiend om naar te kijken. Bij het zevende baantje 'kikkertje, visje, hap' lees ik toch verder waar ik vorige week bij basketbal gebleven was. Dat wil zeggen: als ik de kans krijg om ook maar een letter te lezen. Ik zat boven, op de tribune en voor dat ik mijn boek open deed keek ik opzij. Dom dom dom. Ik maakte oogcontact met mijn buurvrouw. Toen stak ze van wal. Over alle badjes die haar kind al gehad had, over oorontstekingen, buisjes, afwezige vaders, borstcrawl, roze oordoppen, badpak versus bikini, boze schooljuffen en tot overmaat van ramp: rammelende eierstokken. Geen letter gelezen.
Week erop maar aan de andere kant van de tribune gaan zitten. Meteen met mijn hoofd achter een dik tijdschrift. 'Hallo! Ik ben er ook weer hoor!' Wat een overbodige mededeling. Ze was er weer. Fijn. Bloedende oren, kan dat?

Deze week dacht ik slim te zijn, niks tribune, ik blijf gewoon beneden achter het glas zitten! Kan ik alles zien, is het minder heet EN kletskous had ik al naar boven zien gaan. Mooi! Dacht ik..
Vijftig minuten lang heb ik naast een gebarende, mopperende en vooral diep zuchtende moeder gezeten mét een blèrende peuter. Door het geblèr van haar peuter door kon ik haar horen zuchten met daarna de opmerking 'Wat is ze nou toch allemaal aan het doen?'. Heftig gebarend (mijn boek viel haast van mijn schoot zo schrok ik de eerste keer) naar haar dochter die 200 meter verderop niet hard genoeg zwom. Het enige kind met een badmuts op overigens. Ik keek het eens aan. Kind zwom gewoon. Op haar buik, daarna op haar rug. Ze was niet de snelste, niet de langzaamste. Ze ging soms wat scheef. Als ik dat zag, leunde ik alvast opzij, om de heftig gebarende armen van moeder te ontwijken. 'Zwem nou toch eens recht! Wat ben je toch allemaal aan het doen?!'
Was het de bedoeling dat ik daar antwoord op gaf? Ze was aan het zwemmen, beetje scheef, maar op je rug zwemmen en kijken waar je heen gaat is ook heel erg moeilijk.
Ondertussen had de huilende peuter zijn schoenen uitgetrokken. 'Die ga je zelf maar weer aantrekken!' Succes dacht ik nog, kind kan nog niet eens lopen.
De les was afgelopen, de kinderen mochten nog even in het water spelen. Gebaarmoeder gebaarde dat haar dochter niet mocht spelen. Trok dochter zich uiteraard niets van aan. Dus moeder gilt door het glas: 'Onder de douche jij, als je eens je best gaat doen mag je spelen!'. Kind kijkt, ziet een rood aangelopen moeder en draait zich om richting glijbaan. Wat een leuk kind!
In de kleedkamer staat Gebaarmoeder aan de andere kant, maar ik kan haar commentaar duidelijk horen. 'Je doet niet zó, maar zó en dat is niet goed! Wat had ik nou gezegd?'
Toegegeven, ik ben ook niet na iedere zwemles heel erg vrolijk. Als je in de snikhitte ziet dat de kleine dame lekker zit te kletsen met de buurvrouw iedere keer als de badjuffrouw niet oplet, dan kun je weleens geïrriteerd raken. Als je wilt dat je kind voor haar achttiende haar A diploma haalt, dan moet je af en toe even een kritische noot plaatsen. 'Af en toe' en 'even' kwamen niet in het woordenboek van deze moeder voor. Terwijl ze voor staat te doen hoe haar dochter voortaan moet duiken, staat haar dochter met haar duim in haar mond de andere kant op te kijken. 'Let nou eens op! Dat bedoel ik nou, jij let nooit op. Hoe moet je zo nou ooit iets leren? Kijk naar me, nu! Kijk hoe je moet duiken, ik doe het nog 1 keer voor.'
Eigenlijk wil ik er iets van zeggen. Vragen of ze zelf denkt dat dit gaat helpen. Of ze weleens van 'opbouwende kritiek' heeft gehoord en vooral: of er nog een einde komt aan haar tirade, want het begint mij toch ook echt behoorlijk te irriteren.
Ik hou me in. Want, leuk nieuws! Onze eigen kleine meid is door naar badje 3!
Vier weken geleden dacht ik nog dat ik een eigen stoel zou krijgen naast het zwembad, maar door toch een beetje streng te zijn en extra te oefenen met mama vind ze duiken niet meer eng, maar heel erg leuk! En door het gat zwemmen is niet langer reden tot buikpijn, maar een teleurstelling als het een keertje niet hoeft.
Om een beetje tegenwicht te bieden aan Gebaarmoeder en hopend misschien het goede voorbeeld te geven heb ik extra complimentjes gegeven. 'Zie je wel, oefenen helpt! Je hebt het hartstikke goed gedaan!'

Nog een week de tijd om na te denken waar ik volgende les zal gaan zitten...

dinsdag 22 januari 2013

Vrouwenstreken

Mijn vader heeft twee dochters en een vrouw natuurlijk.
Toen ik vertelde wat onze kleine meid deze week had uitgespookt zei hij dan ook meteen: 'Sja, dat zijn vrouwenstreken!'. En verdomd, hij heeft gelijk.

Na twee weken vakantie is het voor de kids altijd weer even wennen thuis. Ze zijn veel bij hun moeder geweest, leuke feestdagen gehad, lang opblijven en veel spelen. Thuis is het weer op tijd op, ontbijten, naar school en op tijd naar bed. We eten ook weer 'gewoon eten'. Geen gourmet, pannenkoeken en frietjes in 1 week. Dat vraagt wat aanpassingsvermogen. Waar hij een grote mond geeft (en daarna meteen sorry zegt), geeft zij je een blik waar je haast dood van neer zou vallen. Een sorry kun je vergeten.
Hij stampt op de trap of gooit toch met de bal door de kamer. Zij doet haar armen over elkaar en vertikt om nog iets te doen.

Ze heeft ook nog een andere tactiek, volgens mij speciaal ontwikkeld om mij op de kast te krijgen: me vertellen wat ik moet doen of vragen waarom ik iets doe. 'Waarom smeer je de boterhammen met dat mes, we hebben toch ook een ander mes?'
'Je kunt beter die andere bekers pakken, die zijn leuker.' 'Waarom doe je de boter zo dik?' 'Smeer papa zijn boterham ook maar alvast, dan kan hij zo meteen eten.' 'Pak je even mijn tas in?' 'Margje, pak je mijn jas nog van de kapstok? Ik sta hier al de hele tijd te wachten. En als je dan mijn jas pakt, pak dan meteen die van mijn broer.'
Tussen de middag herhaalt zich het hele tafereel. Ik krijg les in hoe ik de bordjes op tafel moet zetten, tot welke hoogte de melk in de bekers moet (dit schijn ik al tijden verkeerd te doen) en krijg tips over welk fruit ik beter kan kopen en wanneer. (want peren doen er langer over om rijp te worden)
Tijdens de lunch vertikt ze het om haar brood op te eten. Met moeite krijg ik er in drie kwartier 2 boterhammen in, een beker melk en een stuk fruit. Dat was wel 40 minuten vragen of ze wou eten. Waarbij ik toch de melk niet goed had ingeschonken, ik het verkeerde vlees had gekocht en de chocoladepasta een raar smaakje had.
's Middags begint ze al bij het terug lopen naar huis: 'Waarom stond je naast de moeder van Anna op het schoolplein?' 'Waarom lopen we altijd zo terug?'
Ik had me voorgenomen het nooit te zeggen maar ik doe het toch: 'Daarom!'
'Maar Margje, 'daarom' is helemaal geen antwoord!'.
Dat kan ik weerleggen. 'Daarom is reden, maar +wel een antwoord, het is een kort antwoord en je hebt er niets aan, maar het is wél een antwoord!'
'Niet'
'Wel'
'Niet'
'Wel'
'Niet'
'Daarom is wél een antwoord en daarmee is het klaar!' zeg ik streng en iets harder dan nodig.
Ik krijg een vernietigende blik en zie haar lippen het woord 'niet' maken. Ik besluit dat ik dat niet gezien heb. Ik spreek mezelf nog even streng toe. Wedijveren met een kind van net 6 over of 'daarom' een antwoord is en dan nog boos worden ook, ben ik nou volwassen?

De volgende dag hebben we het 'geval toetje'.
Al een paar dagen een uitdaging. Ze kan kiezen uit twee soorten vla. Ze wil ze geen van beide. Maar het is zuiveldag vandaag. Ik vraag haar om te kiezen, ze kijkt me boos aan en zegt nog een keer 'geen-van-beide!'. Mijn geduld is aardig op. Ik zeg dat ze kan kiezen en dat ik anders kies, maar dat ze toch een toetje moet eten. Ik krijg geen antwoord. Prima. Haar broer wil graag Vlaflip, haar vader ook en dus is het pak leeg en krijgt zij Bolletjesvla. Zodra ze het bakje voor haar neus heeft word ze boos. Want net toen ik het inschonk voor haar had ze willen zeggen dat ze Vlaflip wou, maar dat was ze vergeten. Ik geloof er niks van en zeg dat ze pech gehad heeft, ze heeft kunnen kiezen, ze koos niet en dus heeft ze nu bolletjesvla. Eet smakelijk.
En hier dames en heren is waar papa denkt, 'kom laat ik het eens oplossen'. Dat dacht papa niet vóór dat ik drie keer had gevraagd wat voor toetje zijn dochter wou, of toen ze geen antwoord gaf, of toen ik toch maar bolletjesvla in schonk, nee dat dacht meneer uitgerekend nu. Hij neemt een grote hap van zijn bakje vlaflip zodat er minder in het bakje zit en ruilt hem om met de bolletjevla van dochterlief. 'Zo beter?' vraagt hij. Met een uitgestreken glimlach naar mij zegt ze 'Ja pappie, dankjewel!'.
Van binnen ontplof ik en ik zeg zo rustig als mogelijk dat dit me nou niet zo'n goed idee lijkt. Maar het leed was al geschiedt, ik kook rustig verder in mijn eigen sop gaar.
De toetjes zijn op. Papa gaat boven nog even wat pakken.
De kleine meid komt naast me staan en vraagt met een heel lief stemmetje: 'Margje, ga jij zo met mijn broer naar basketbal of gaat papa mee?'. Ik zeg dat ik waarschijnlijk ga. Ze kijkt me aan en zegt: 'Oh joepie, dan ben ik lekker met pappie..'. Ik geef mijn breedste glimlach terug en zeg 'Ja, fijn.' Ik denk hele andere dingen.
'S avonds heb ik het er nog met hun vader over. Hij begreep wel dat het minder handig was, maar ze heeft toch haar toetje op gegeten en daar gaat het toch om? En verder is gewoon een meid.

De volgende ochtend word ik goed geobserveerd terwijl ik de tassen in pak voor school. Er gaat een pakje drinken in en voor allebei een mandarijn. Ze ziet me de tassen inpakken en wegzetten. Even later vraagt ze aan haar broer: 'Weet jij wat we meekrijgen naar school?' Hij zegt 'nee' en gaat verder met waar hij mee bezig was. Dan vraagt ze het opnieuw 'Vraag anders even wat we meekrijgen naar school als lekkers'. En dat doet hij. Ik antwoord met 'een mandarijn' en hij begint meteen te protesteren. 'Ik lust die mandarijnen niet, er zitten pitjes in en sommige zijn zuur!'.
En wie zit er met een grote grijns op haar gezicht?
Precies..

De dag erna was het over. Ik werd weer geknuffeld, ze at haar toetje en wou zelfs wat meer. Ze wilde spelletjes spelen en was lief voor haar broer.
Helemaal over.
Net 6, maar al helemaal een echte meid!

vrijdag 4 januari 2013

Een jaar voorbij

2013. Vorig jaar om deze tijd had ik al veel over de kinderen gehoord, maar ze nog nooit gezien.
3 februari 2012 ontmoette ik de kids. Hun moeder was erbij, dat was fijn voor ze. Hun papa had een nieuwe vriendin. Best eng.
W. was vooral heel opgelucht dat ik geen haakneus had en ook nog eens aardig was. Want als ik ging trouwen met hun vader, dan was ik een stiefmoeder. En stiefmoeder, over het algemeen krengen. Weet iedereen, sprookjes vertellen dat al.
Vanaf toen ging het snel. Vriendlief en ik hadden afgesproken het rustig aan te doen, voor de kinderen. Maar daar wilde de kinderen niets van weten. De tweede keer dat ik er was vroegen ze of ik wilde blijven logeren. Drie weken heb ik dat afgehouden. Toen heb ik ze toch eens gevraagd waar ze dachten dat ik dan zou slapen. 'Bij papa in bed natuurlijk!' Oké, zo wijs waren ze dus! Ze vulde het nog even aan met: 'Mama sliep ook naast papa, maar mama woont hier niet meer, dus kan jij er gewoon slapen.' Logisch.
Van 1 nachtje kwamen we al snel meer nachtjes en we hadden het gewoon leuk met elkaar. Ik ging nog wel eens in mijn eigen huis slapen, maar dat beviel de kinderen niet, vriendlief niet en mij ook niet. Al snel ging ik niet meer weg.
En als ik toch thuis was, konden ze tussen de middag ook thuis eten in plaats van overblijven. En met het nieuwe schooljaar is ook de naschoolse opvang gestopt. En zo ben ik in pakweg 7 maanden van kinderloos naar verzorgen van twee kids gegaan! En wat ben ik gek geworden op die twee dondersteentjes!

In December konden we het gehele samengestelde gezin idee eens goed testen. Beide kids jarig, precies twee weken van elkaar en daarnaast Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuw.
Er zijn dingen waar je je moeilijk op voor kunt bereiden. Je doet je best, maar hoe het uiteindelijk gaat uitpakken, dat weet je niet. Dit waren massa's 'eerste keren'.
Mijn zus leeft altijd met mij mee en is hartstikke partijdig. Ze is altijd voor haar zus en tegen de rest van de wereld. Zoals het hoort dus. Overigens is dat geheel wederzijds.
Samengestelde verjaardagen van de kids zijn namelijk best raar. Voor de kinderen maak je er 1 groot feest van. Maar dat betekend dat hun moeder met heel mijn familie moet dealen en dat ik met de hele familie van hun moeder moet dealen. Het huis waar ze vroeger met zijn vieren in woonde, daar woon ik nu. Ik doe nu de deur open, schenk koffie en thee en vraag wie er gebak wil. Nogal een verandering in rollen. En dat gaat niemand in de koude kleren zitten.
Ook de kinderen niet. Ze zien dat het eigenlijk heel goed gaat, mama met vriend en papa met Margje en alle familie van iedereen bij elkaar. Iedereen is aardig en lacht.
Dus hadden de kids een idee. Als mama en haar vriend nou gewoon bij ons kwamen wonen? Prima idee toch? En zoonlief vond eigenlijk wel dat de vriend van mama (laten we hem R. noemen) heel goed bij mij paste! We leken wel verliefd, zo vertelde hij.
'S Avonds was het toch een beetje huilen. Want mama ging weer naar huis en we hadden het zo gezellig gehad.

Verdriet op kinderbekjes breekt je hart. Bijna zou ik willen dat hun vader en hun moeder het konden bijleggen en dat ze samen weer gelukkig konden worden. Dat de kids dan niet meer verdrietig hoefde te zijn. Dat ik niet meer de vraag zou krijgen of ik alsjeblieft wil beloven dat ik altijd van papa zal blijven houden en dat ik niet weg zal gaan. Of dood.
Ik ga niet weg en hopelijk ook niet dood. En ik zal altijd van hun papa houden, daar zal ik alles aan doen.

De kids raken zo ook nog eens precies de gevoelige snaar van bonusmoeder zijn. Eigenlijk ben je namelijk niet nodig. Je bent er alleen maar bij omdat twee andere mensen er niet meer samen uitkwamen. Je bent mogelijk gemaakt door verdriet en pijn en narigheid.

En toch, ondanks de dagen die zo leuk en zo lastig tegelijk zijn, zou ik het voor geen goud willen missen.

Ik ben wel heel blij met mijn zus, waar ik zonder me in te houden zo af en toe eens lekker mag mopperen over hoe moeilijk ik het eigenlijk wel niet heb! Lekker egoïstisch mopperen en schelden en dan nog groot gelijk krijgen van mijn zus ook!
En dat werkt zo goed dat je daarna weer heel goed kan relativeren en je in kan leven in anderen.
Want ieder verhaal heeft net zoveel kanten als mensen die deel uitmaken van het verhaal.