Twee zomers geleden was er een tentoonstelling in het Dordrechts Museum: 'De kunst van het opvoeden'.
Leukste aan deze tenstoonstelling waren toch wel de discussiekaarten om te verzamelen.
Vandaag deel 2: 'Mogen kinderen meebeslissen over zaken als avondeten, bedtijd of vakantiebestemming?'
(Deel 1 lees je hier: Fatsoensnormen)
Door
de eeuwen heen is er veel veranderd aan de manier waarop wij kinderen
opvoeden. Van staan aan tafel, tot een gewatteerde kinderstoel. Van
melkvel met een beetje suiker tot vlaflip. Van gebiedender wijs naar
verzoek.
Opvoeden is keuzes maken, zo ook: hoe wil ik mijn kinderen iets leren?
Ik
zou het liefst vragen of ze hun jas willen aantrekken, of ze misschien
wat groenten willen eten, stukje fruit, boterhammetje met gezond
misschien ook nog? Het nadeel van een vraag stellen: het antwoord zou
ook weleens 'nee' kunnen zijn.
Op zich zou ik daar ook nog wel mee
kunnen leven. Ga je in de vrieskou zonder jas naar buiten, dan krijg je
het koud. Wil je geen groenten eten, geen boterham, geen fruit? Je
krijgt vanzelf een keer honger. Het is leren door ervaren. Een manier
van leren die over het algemeen heel effectief is. Als je een oorlel
verloren bent aan de vrieskou, doe je de volgende keer je muts wel op.
Door dingen zelf te ervaren leer je meer, dan te door te luisteren naar
de ervaringen van je moeder. Want hoe komt mama aan haar ervaringen?
Juist, ze heeft het geprobeerd.
Nadeel: je moederhart trekt het
meestal niet. In je hoofd zie je al blauw uitgeslagen vingertjes, zwarte
teentjes en na een lunch zonder fruit denk je al de eerste tekenen van
scheurbuik te herkennen. En dus vragen we wel: 'wil je even je jas aan
doen?' maar het antwoord 'nee' is geen optie.
Dus ik zeg: 'Trek je jas even aan'. Vragen bewaar ik voor de momenten waarop ze ook werkelijk zelf mogen kiezen.
Over
een aantal dingen kunnen kinderen niet zelf beslissen, simpelweg omdat
ze de gevolgen niet kunnen overzien. Ze begrijpen niet wat hun keuze zou
inhouden. Dat hoeven ze ook nog helemaal niet te begrijpen, want ze
hebben een papa en een mama die dat voor hen in de gaten houden, ouders
zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun kinderen.
Als je
een kind zelf zijn bedtijd laat bepalen, zullen de meeste kinderen
wakker blijven totdat hun ogen vanzelf dicht vallen. Helaas gaat de
volgende morgen om 7 uur de wekker en is het tijd voor school. Zoals ik
mijn kinderen probeer uit te leggen: bedtijd is niet om je te pesten,
het is om te zorgen dat je voldoende slaap krijgt zodat morgen voldoende
energie hebt om te kunnen spelen en opletten op school. Zelf vinden ze
nog steeds dat ze met stukken minder slaap toekunnen. Ze liggen soms
úren wakker, zeggen ze. Maar als ik na twintig minuten even bij ze ga
kijken liggen ze heerlijk te slapen.
Toch is het voor
een kind fijn om te voelen dat ze invloed hebben op hun eigen leven. Hoe
ouder ze worden, hoe meer invloed je ze kunt geven. Een voorbeeld is
het zelf uitkiezen wat ze aan willen trekken die dag. Er kunnen hele
rare combinaties uit komen, dan geef ik weleens advies van wat ik denk
dat beter zou staan. Maar willen ze het toch graag aan? Dan mag dat.
Met
dingen die toch moeten gebeuren, kun je kinderen ook het gevoel geven
invloed te hebben, door bijvoorbeeld een tijd te laten kiezen. Wil je nu
douchen, of na het eten? Een keuze in drinken bij het eten: wil je
water of melk?
Hoe ouder ze worden, hoe meer keuzevrijheid je ze kan geven.
Mijn
kinderen bepalen niet wat we 's avonds eten, in ieder geval niet iedere
dag. Een keer mogen ze iets uitkiezen, of ze mogen de groente kiezen.
Zo
kun je ook een keuze maken wat betreft bedtijd. Onze zoon van 10 moet
uiterlijk om half 9 naar bed en hij mocht dan lezen tot kwart voor 9.
Maar nadat we hem tot vijf keer toe betrapt hadden op lezen tot ver na
kwart voor 9 is deze vrijheid tot nader orde geschrapt. Als hij nu nog
wil lezen in bed, kan hij eerder naar bed gaan. Uiteraard leest hij nog
steeds weleens stiekem in bed, maar wie deed dat vroeger niet? Hij heeft
nu de keus om eerder naar bed te gaan, dan mag hij nog lezen. Uiteraard
gebeurd dit zeer zelden. Ook al kijken we het meest saaie nieuws, alles
is beter dan naar bed gaan.
Voordat we een tablet of
DS in huis hadden, voordat ik echte ervaring had in het opvoeden van
kinderen, geloofde ik nog in zelfregulatie. Ik dacht dat als je kinderen
vrij laat, echt vrij, dat ze dan uit zichzelf balans zouden vinden.
Fout. Misschien bestaan deze kinderen. Maar ik ken ze niet.
Zoonlief
had nog geen spelcomputer, dus ik heb hem er eentje gegeven. Een DS die
ik nog had. Die DS heeft veel van mijn romantische opvoeddromen
vermoord met keiharde werkelijkheid.
Zelfregulatie? Zoonlief kun je onbeperkt laten spelen, dag in, dag uit.
Het
was een woensdagmiddag. Hij zat naast me op de bank, verdiept in een
spel. Ik hoorde telkens 'euhhh' en 'ohmmmm'. Hij keek er ook wat
moeilijk bij. Ik vroeg of er iets was. Er was niets. Het gekreun werd
erger. Ik vroeg of er echt niets was. Ik kreeg een half antwoord en
legde daarom mijn hand op de DS. 'Kijk me even aan als ik tegen je
praat' zei ik. 'Ik moet echt ontzettend nodig plassen!' zei hij met een
gekweld gezicht. Stomverbaasd vroeg ik waarom hij dan niet gewoon ging.
'Geen tijd' was het antwoord.
Ook al kan hij onbeperkt spelen, hij
stopt niet eens even om naar de wc te gaan. Niet voor drinken, niet
voor een snoepje, nergens voor. Ik dacht, dat gaat wel over. Het is het
nieuwe, als dat er eenmaal af is..
Maar na, letterlijk, maanden
van Mario, kwam er een nieuw spel. Na maanden van Lego Star Wars kwam er
weer een nieuw spel en weer een, en weer een. Drie jaar later wil hij
nog steeds niet stoppen met zijn spelletje om naar de wc te gaan. Voor
het schaaktoernooi op school oefende hij liever op de tablet dan op ons
echte schaakbord. Dochterlief is een stuk minder erg, maar zij keek
liever schaakpotjes op haar tablet van de computer tegen de computer.
Het ging een beetje snel, maar ze hoefde in ieder geval niets zelf te
doen.
En toen was ik het zat (al veel eerder, maar dit moment komt
in het verhaal mooi uit), de DSsen en tablets zijn in de kast gegaan.
Ze moesten schaken op een schaakbord. Hoe ouderwets! Voor de
beeldschermen geldt een tijd van een halfuur per dag. Ik heb geleerd:
veel kinderen reguleren niet zelf, het is teveel gevraagd. Ze raken uit
balans. Daar komen wij ouders nou goed van pas: wij moeten ze leren
reguleren, leren in balans te zijn. Het ene kind kan het misschien heel
goed zelf, maar het andere kind heeft daar hulp bij nodig. Staan ze te
juichen? Zeker niet! Het is ook niet leuk als je beperkt wordt in wat je
graag doet.
Er zijn dagen dat ik enorm spijt heb van het geven van
die DS. Ik weet ook wel dat je er in deze tijd niet meer echt onderuit
komt. Letterlijk alle klasgenootjes hebben een spelcomputer (of drie)
thuis.
Conclusie: het lijkt me voor kinderen goed om
invloed te hebben op hun dagelijks leven. Je moet als ouder een balans
vinden van de mate van invloed en op welke gebieden. Voor ieder kind kan
dit anders zijn. Overal valt over te praten, maar het is de ouder die
uiteindelijk beslist. Niet overal hoeven ze over mee te beslissen, dat
is het fijne van kind zijn. Je hoeft niet overal over na te denken, je
kunt veel dingen gewoon overlaten aan iemand anders. Ze hebben nog een
heel leven voor zich waarin ze beslissingen moeten nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten